3 - Markten & Overheid Flashcards
(22 cards)
Wat is specialisatie en hoe verhoogt het productiviteit?
Specialisatie verhoogt de gemiddelde productiviteit door herverdeling van activiteiten. Handel faciliteert specialisatie en welvaart.
Wat zijn de belangrijkste functies van markten?
Markten faciliteren transacties en aggregeren de totale vraag en aanbod van een goed.
Wat is vraag?
Vraag vertegenwoordigt de totale betalingsbereidheid van kopers bij een specifieke prijs.
Wat zegt de wet van de vraag?
Ceteris paribus neemt de gevraagde hoeveelheid af wanneer de prijs stijgt, en neemt toe wanneer de prijs daalt.
Wat is het verschil tussen een verandering in gevraagde hoeveelheid en een verandering in vraag?
Een verandering in gevraagde hoeveelheid is een beweging langs de vraagcurve door prijswijzigingen; een verandering in vraag verschuift de curve.
Wat is elasticiteit?
Elasticiteit meet hoe gevoelig de vraag is voor prijsveranderingen; een hoge elasticiteit betekent een sterke reactie op prijswijzigingen.
Wat is aanbod?
Aanbod vertegenwoordigt de totale bereidheid van verkopers om te verkopen bij een specifieke prijs.
Wat zegt de wet van het aanbod?
Ceteris paribus neemt de aangeboden hoeveelheid toe als de prijs stijgt, en neemt af als de prijs daalt.
Wat bepaalt de marktprijs en -hoeveelheid?
Marktprijs en -hoeveelheid worden bepaald door het evenwichtspunt waar vraag en aanbod elkaar kruisen.
Wat is consumenten- en producentensurplus?
Consumentensurplus is het verschil tussen wat consumenten bereid zijn te betalen en de prijs. Producentensurplus is het verschil tussen kosten en prijs.
Waarom grijpt de overheid in op markten?
Om redenen zoals belastinginkomsten, ongelijkheid, externe effecten en marktfalen te adresseren.
Wat zijn prijsplafonds en prijsvloeren?
Een prijsplafond is een maximale prijs, een prijsvloer is een minimale prijs. Beide kunnen marktevenwicht verstoren.
Wat zijn de gevolgen van belastingen en subsidies?
Belastingen verminderen vraag/aanbod en creëren een welvaartsverlies. Subsidies verhogen consumptie maar kunnen leiden tot inefficiënties.
Wat is marktfalen?
Marktfalen ontstaat wanneer de markt geen optimale verdeling van middelen bereikt, bijvoorbeeld bij externe effecten of publieke goederen.
Wat zijn publieke goederen?
Goederen die niet uitsluitbaar en niet rivaliserend zijn, zoals defensie en fundamenteel onderzoek.
Wat zijn gemeenschappelijke goederen?
Goederen die rivaliserend maar niet uitsluitbaar zijn, zoals visserijen en drinkwater.
Wat zijn externe effecten?
Effecten van productie of consumptie die derde partijen beïnvloeden zonder compensatie, zoals vervuiling of vaccinaties.
Wat zijn negatieve externe effecten?
Effecten die externe kosten veroorzaken, zoals vervuiling of geluidsoverlast.
Wat zijn positieve externe effecten?
Effecten die externe voordelen opleveren, zoals vaccinaties of onderzoek.
Hoe kunnen externe effecten worden aangepakt?
Door internalisatie, zoals Pigouviaanse belastingen of verhandelbare vergunningen.
Wat is het Tragedy of the Commons?
Het overmatig gebruik van gemeenschappelijke goederen door individuele prikkels, wat leidt tot uitputting.
Wat is het verschil tussen private en sociale kosten/voordelen?
Private kosten/voordelen zijn individueel, terwijl sociale kosten/voordelen de externe effecten omvatten.