5 E Flashcards
(41 cards)
1
Q
les lunnetes v mv
A
de bril
2
Q
de bril
A
les lunnetes v mv
3
Q
les cheveux m mv
A
het haar
4
Q
het haar
A
les cheveux m mv
5
Q
les yeux m mv
A
de ogen
6
Q
de ogen
A
les yeux m mv
7
Q
de taile moyenne
A
van gemiddelde lengte
8
Q
van gemiddelde lengte
A
de taile moyenne
9
Q
porte
A
dragen
10
Q
dragen
A
porte
11
Q
il mesure 1m75
A
hij is 1,75m lang
12
Q
hij is 1,75m lang
A
il mesure 1m75
13
Q
gros/grosse
A
dik
14
Q
dik
A
gros/grosse
15
Q
cher/chére
A
duur, lieve
16
Q
duur lieve
A
cher/chére
17
Q
donc
A
dus
18
Q
dus
A
donc
19
Q
peut-être
A
mischien
20
Q
mischien
A
peut-être
21
Q
blanc/blanche
A
wit
22
Q
wit
A
blanc/blanche
23
Q
noir[e]
A
zwart
24
Q
zwart
A
noir[e]
25
bleu[e]
blauw
26
blauw
blue[e]
27
rouge
rood
28
rood
rouge
29
jaune
geel
30
geel
jaune
31
vert[e]
groen
32
groen
vert[e]
33
gris[e]
grijs
34
grijs
gris[e]
35
marron
bruin[ogen]
36
bruin[ogen]
marron
37
brun[e]
bruin[haar]
38
roux/rousse
rossig[haar]
39
rossig[haar]
roux/rousse
40
rose
roze
41
roze
rose
