5. Kostenfuncties Flashcards
(14 cards)
Wat is een scatterdiagram?
Een scatterdiagram is een grafische weergave van het verband tussen een verklarende (of exogene) variabele en een afgeleide (of endogene) variabele.
Welke drie methoden zijn er om een schatting te maken van kostenfuncties?
- de hoog-laagmethode
hoogste aantal - laagste aantal en je neemt hoogste bedrag - laagste bedrag
uitkomst aantal veroorzaakt stijging in kosten van het uitkomst bedrag - de visuele methode;
op het gezicht een lijn trekken die het best de punten volgt. Twee punten op deze lijn nemen
en dan de formule uitrekenen - de kleinste-kwadratenmethode (regressieanalyse)
Het verschil met de hoog-laagmethode is dat bij regressieanalyse alle punten van de puntenwolk in de
beschouwing betrokken worden, behalve eventuele outliers
Wat is de functie van een determinatiecoëfficiënt
De determinatiecoëfficiënt is een maatstaf die aangeeft in hoeverre de gevonden kostenfunctie waardes oplevert die overeenkomen met de werkelijkheid: hoe hoger de uitkomst, hoe beter de kostenfunctie de werkelijke kosten weergeeft.
0 = Het model verklaart niets
1 = Het model verklaart alles
>0,7 = In veel bedrijfseconomische contexten: goed
<0,3 = Model vaak zwak, weinig verklarende kracht
Wat wordt verstaan onder een costdriver?
Een costdriver is de veroorzaker van kosten; dit kan de productiegrootte zijn, maar ook een andere variabele, zoals het aantal klanten of het aantal facturen.
Geef het verschil aan tussen correlatie en causaliteit.
Correlatie geeft aan dat er een statistisch verband is tussen twee variabelen.
Als de ene variabele verandert, verandert de andere vaak mee, maar dat betekent niet dat de ene de oorzaak is van de andere.
Causaliteit betekent dat de ene variabele direct invloed uitoefent op de andere.
Met andere woorden: verandering in X veroorzaakt verandering in Y.
Welk bezwaar is aan te voeren tegen de hoog-laagmethode?
Gebaseerd op extreme waarden (uitbijters):
De methode gebruikt alleen de hoogste en laagste activiteit en bijbehorende kosten. Als één van die twee een uitzonderlijke of foutieve waarde is (bijvoorbeeld door een storing of tijdelijk prijsverschil), dan krijg je een vertekend beeld van de kostenstructuur.
Negeert overige waarnemingen:
Andere datapunten – die misschien betrouwbaarder zijn – worden volledig genegeerd. Hierdoor is de schatting van de vaste en variabele kosten minder nauwkeurig.
Veronderstelt lineair verband:
De methode gaat uit van een lineair verband tussen kosten en activiteit, wat in de praktijk niet altijd geldt (denk aan schaalvoordelen of capaciteitsgrenzen).
Geen inzicht in statistische betrouwbaarheid:
In tegenstelling tot regressiemethoden levert de hoog-laagmethode geen maat voor betrouwbaarheid (zoals R² of standaardfouten).
Een variant van de hoog-laagmethode is de visuele methode. Geef van deze laatste methode een voordeel en een nadeel.
Voordeel van de visuele methode:
→ Je kunt uitbijters herkennen en negeren.
In tegenstelling tot de hoog-laagmethode, die alleen twee extreme punten gebruikt, laat de visuele methode je alle datapunten zien. Daardoor kun je:
Extremen (uitbijters) visueel herkennen
Een lijn trekken die representatiever is voor de totale dataset
Nadeel van de visuele methode:
→ Subjectiviteit: de uitkomst hangt af van het oog van de analist.
Omdat het trekken van de lijn op zicht gebeurt, is er:
Geen objectieve berekening
Kans op inconsistentie tussen verschillende personen
Geen statistische onderbouwing (zoals betrouwbaarheidsintervallen)
Wat is het belang van de kostenfunctie
- Kostprijsbepaling
- Opstellen van de profit-volumechart
- Beheersen van de organisatie (control)
Wat is een outlier
Een niet-representatief punt in de puntenwolk. De productie-kostencombinatie lijkt niet te passen bij de rest, er kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden.
Outliers worden niet meegenomen in het bepalen van de kostefunctie maar er moet wel voor gewaakt worden om niet elke minder mooi pssende punt maar als outlier te kwalificeren.
Welk belangrijk verschil is er tussen de hoog-laagmethode en de kleinstekwadratenmethode?
Het belangrijkste verschil tussen de hoog-laagmethode en de kleinstekwadratenmethode (least squares methode) zit in de hoeveelheid en verwerking van gegevens die beide methoden gebruiken bij het schatten van vaste en variabele kosten:
Wat is de formule voor vergelijking kostenfunctie
TK = V x Q + C
Waarbij:
TK = Totale kosten per periode
V = Variabele kosten per stuk
Q = Productie per periode
C = Constante kosten per periode
Hoe bereken je gewenste afzet
(𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 + 𝑔𝑒𝑤𝑒𝑛𝑠𝑡𝑒 𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡) / (𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑜𝑝𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 − 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟 𝑠𝑡𝑢𝑘)
Hoe bereken je gewenste omzet
gewenste afzet * verkoopprijs