Formules Flashcards

(35 cards)

1
Q

Hoe Moeten We Van Die Onvoldoendes Afkomen

A

Haakjes, Machtsverheffen, Worteltrekken, Vermenigvuldigen, Delen, Optellen en Aftrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Break even afzet

A

Q = C / (P-V)

Q = aantal
C = constante kosten
P = verkoopprijs per stuk
V = Variabele kosten per stuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Break even omzet zonder dekkingsbijdrage

A

TO = Q * V - C = 0

TO = Totale omzet
Q = hoeveelheid
V = variabele kosten per stuk
C = constante kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dekkingsbijdrage als bedrag

A

DB = P - V

P = verkoopprijs per stuk
V = variabele kosten per stuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dekkingsbijdrage als %

A

DB = P - V / P * 100

P = verkoopprijs per stuk
V = variabele kosten per stuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Break even omzet met dekkingsbijdrage%

A

C / DB%

C = constante kosten
DB% = dekkingsbijdrage %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hefboomeffect vermogen

A

REV = RTV + (VV / EV * (RTV-KVV))

REV = rentabiliteit van het eigen vermogen
RTV = rentabiliteit van het totale vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

REV, rentabiliteit van het eigen vermogen

A

((Bedrijfsresultaat - rentelasten) / eigen vermogen) * 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

RTV, rentabiliteit van het totale vermogen

A

Bedrijfsresultaat / totale vermogen * 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Totale kosten

A

TK = V * Q + C

TK = totale kosten
V = variabele kosten per stuk
Q = hoeveelheid
C = constante kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gemiddelde kosten

A

TK / Q

TK = totale kosten
Q = hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Opbrengst

A

TO = P * Q

TO = Totale opbrengst
P = verkoopprijs per stuk
Q = hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gemiddelde opbrengst

A

TO / TQ

TO = Totale opbrengst
TQ = Totale hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Winst

A

TO - TK

(P * Q) - (V*Q) - C ==> Q * (P - V) - C

P = verkoopprijs per stuk
Q = hoeveelheid
V = variabele kosten per stuk
C = constante kosten
TO = Totale opbrengst
TK = totale kosten

Bij berekening van winst laat je rente en aflossing buiten beschouwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Winst na belasting van 25%

A

Winst = (1-0,25) * (Q * (P-V) – C) => 0,75Q * (DB) – 0,75C

Q = hoeveelheid
P = verkoopprijs per stuk
V = variabele kosten per stuk
C = constante kosten
DB = dekkingsbijdrage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bezettingsresultaat

A

(W-N) * C/N

W = werkelijke bezetting
N = normale bezetting
C = constante kosten

16
Q

Veiligheidsmarge in euro

A

Veiligheidsmarge = Werkelijkeafzet − Break - evenafzet

Veiligheidsmarge=Werkelijkeomzet−Break-evenomzet

Hoe groter de veiligheidsmarge, hoe beter — het bedrijf heeft dan een grotere buffer voordat het verlies gaat lijden.

17
Q

Veiligheidsmarge in %

A

Veiligheidsmarge% = ((werkelijke afzet - break-evenafzet) / werkelijke afzet) * 100%

Veiligheidsmarge% = ((werkelijke omzet - break-evenomzet) / werkelijke omzet) * 100%

Hoe groter de veiligheidsmarge, hoe beter — het bedrijf heeft dan een grotere buffer voordat het verlies gaat lijden.

18
Q

Winstberekening vanuit de balans m.b.v. EV

A

EV eind periode
EV beginperiode -/-
= Vermogenstoename
kapitaalstorting -/-
kapitaalonttrekking +/+
= WINST

19
Q

Indirecte methode van het kasstroomoverzicht

A

Winst: € 82.000
Voorraad afname: + € 7.000 (kasverhogend)
Debiteuren stijging: – € 12.000 (kasverlagend)
Crediteuren daling: – € 13.000 (kasverlagend)
Afschrijvingen: + € 18.000 (niet-kaskosten, dus bijtellen)
Aflossing lening: – € 24.000 (kasuitgave)
Beginstand liquide middelen: € 21.000

Start met de winst

Correcties voor niet-kasposten
+ € 18.000 (afschrijving)

Veranderingen werkkapitaal
+ € 7.000 (voorraad afname)
– € 12.000 (debiteuren stijging)
– € 13.000 (crediteuren daling)

Financieringsactiviteiten
– € 24.000 (aflossing lening)

20
Q

Stappen knelpuntscalculatie

A

1) bepaal knelpuntsfactor
2) bepaal dekkingsbijdrage per knelpuntsfactor
3) bepaal de prioriteit per type product
4) bepaal het optimale productieplan

21
Q

Opslagpercentage

A

totale indirecte kosten / totale directe kosten * 100%

22
Q

Afzetresultaat bij gebruik van standaard

A

werkelijke afzet * (verkoopprijs - standaardkostprijs)

23
Q

Efficiensyresultaat (hoeveelheid, bij gebruik van standaard)

A

(standaard hoeveelheid - werkelijke hoeveelheid) * standaardprijs

24
Prijsresultaat bij gebruik van standaard
(standaardprijs - werkelijke prijs) * werkelijke hoeveelheid
25
Bezettingsresultaat
(werkelijke productie – normale productie) × constante kosten per eenheid
26
Operationele hefboom
Azet * (prijs - var. kosten) / Afzet * (prijs - variabele kosten) - vaste kosten
27
Gemiddelde vermogenskostenvoet met een rekeningcourant
((EV / TV) * rente%) + ((VV / TV) * rente%) + ((EV / TV) * rente RC %)
28
Operationele hefboom in %
Operationele hefboom= %-verandering in omzet / %-verandering in bedrijfsresultaat ​ Operationele hefboom= (Omzet−Totale kosten) / (Omzet−Variabele kosten) = Bedrijfsresultaat / Brutomarge
29
Operationele hefboom in bedragen
Operationele hefboom= (Omzet−Totale kosten) / (Omzet−Variabele kosten) = Bedrijfsresultaat / Brutomarge
30
Regressiemethode
31
Determinatiecoëfficient
32
Indifferentiepunt
𝑉𝑒𝑟𝑠𝑐ℎ𝑖𝑙 𝑖𝑛𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 / 𝑉𝑒𝑟𝑠𝑐ℎ𝑖𝑙 𝑖𝑛 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟 𝑠𝑡𝑢𝑘
33
Optimale bestelgrootte
Wortel van 2QB / V Q is totale inkoophoeveelheid per periode B is kosten per bestelling V is kosten van voorraadhouden per eenheid per periode
34
Welke afkorting gebruik je voor gemiddelde vermogenskostenvoet en wat is de formule
WACC = (EV/TV x rendementseis EV) + (VV / TV * rentevoet) Let op de mogelijkheden EV rendementseis op het eigen vermogen VV bankrekening kent rentevoer VV rekening-courant crediet