H10 Het besluitvormingsproces Flashcards
(11 cards)
Wat wordt verstaan onder de bedrijfswaarde?
De bedrijfswaarde is de waarde van de productiemiddelen, afgeleid uit de waarde van de ermee te vervaardigen en te verkopen goederen en diensten.
Bedrijfswaarde is niet met zekerheid vast te stellen maar moet geschat worden.
Wat wordt verstaan onder de directe opbrengstwaarde?
De netto opbrengst van de productiemiddelen als zij verkocht worden ipv voor voortgezette bedrijfsuitvoering gebruikt te worden.
De netto-opbrengst is het bedrag waartegen het productiemiddel naar verwachting verkocht kan worden onder aftrek van nog te maken kosten.
Noem een aantal factoren waarvan de hoogte van de directe opbrengstwaarde afhankelijk is.
- worden de productiemiddelen als 1 geheel gekocht of moeten ze los verkocht worden
- zijn het courante productiemiddelen of gespecialiseerde middelen welke voor slechts een beperkte groep
bedrijven interessant is - moet de verkoop op zeer korte termijn gebeuren of is er tijd om rustig een verkoper te zoeken
- is er in de bedrijfstak sprake van een tekort aan productiecapaciteit of juist overcapaciteit?
Welke risicohoudingen zijn er bij het nemen van beslissingen te onderscheiden?
Risicovoorkeur, onzekerheid wortd positief gewaardeerd. De beslisser is een optimist. Risicovoorkeur kan voorkomen wanneer er een zeer goede financiële positie is en eventueel verlies opgevangen kanworden of als de financiële positie heel slecht is en je als het ware met je rug tegen de muur staat en eigenlijk geen enkele keuze hebt.
Risicoafkeer, komt voor bij een normaal winstgevende onderneming waarbij continuïteit niet bedreigd wordt.
Welke drie methoden zijn beschikbaar om een beslisser te ondersteunen in de situatie dat het niet mogelijk is om een waarschijnlijkheidsverdeling op te stellen ten aanzien van de omgevingsvariabelen die invloed hebben op de uitkomst van een beslissing?
Maximax - optimistische beslisser met risicovoorkeur die er vanuit gaat dat positieve uitschieters meer
voorkomen dan negatieve. kijken wat de best mogelijke uitkomst van een alternatief is en kiest
vervolgens alternatief met hoogst mogelijke uitkomst ivg met anderen
Maximin - pessimistische beslisser met risicoafkeer. Eerst in kaart brengen wat de slechtst mogelijke uitkomst
van een alternatief is en dan de minst slechte uitkomst kiezen
Minimaxregret - op basis van spijt die een beslisser achteraf kan hebben. Kijk naar het eventuele verlies van de
gekozen optie + de winst van het alternatief
Denk aan het filmpje met de zomerhoeden, boeken en paraplu’s!
Wat is de betekenis van de begrippen verwachte waarde en standaarddeviatie in geval een beslissing tot verschillende uitkomsten kan leiden?
Verwachte waarde, hoeveel je gemiddeld kunt verwachten dat iets oplevert. Je berekent dit door elke mogelijke uitkomst te vermenigvuldigen met de kans dat die uitkomst gebeurt. Daarna tel je alles bij elkaar op. De verwachte waarde laat zien wat het “gemiddelde resultaat” is dat je kunt verwachten.
(i.e. 70% kans geen nieuwe productiemiddelen en 60% kans geen belastingen x bedrijfswaarde = (0,7 * 0,6) * 100% * bedrijswaarde = 42% x bedrijfswaarde)
Standaarddeviatie, geeft aan in hoeverre de mogelijke uitkomsten afwijken van de verwachte waarde. De afwijking wordt gekwadrateerd om te voorkomen dat positieve en negatieve afwijkingen elkaar compenseren. Alle verkregen bedragen worden opgeteld en van de uitkomst wordt de wortel genomen.
Wat is een iso-nutscurve?
Een iso-nutscurve is een grafische weergave van de risicohouding van de beslisser, een lijn die combinaties weergeeft van verwachte waarde en risico die voor hem hetzelfde nut opleveren.
Hoe kan in een iso-nutscurve het zekerheidsequivalent worden afgelezen? Geef tevens aan wat dit zekerheidsequivalent voorstelt.
Het zekerheidsequivalent is het raakpunt van de iso-nutscurve met de horizontale as; het zekerheidsequivalent geeft de waarde aan die – met zekerheid verkregen – evenveel nut oplevert als andere mogelijke uitkomsten waaraan onzekerheid kleeft.
Hoe kan in een iso-nutscurve het zekerheidsequivalent worden afgelezen? Geef tevens aan wat dit zekerheidsequivalent voorstelt.
Het zekerheidsequivalent is het raakpunt van de iso-nutscurve met de horizontale as; het zekerheidsequivalent geeft de waarde aan die – met zekerheid verkregen – evenveel nut oplevert als andere mogelijke uitkomsten waaraan onzekerheid kleeft.
Wanneer spreken we van objectieve kansen en wanneer van subjectieve kansen?
Van objectieve kansen is sprake als op basis van theoretische of empirische waarschijnlijkheid de kans dat een uitkomst zich zal voordoen exact is in te schatten, terwijl dit bij subjectieve kansen niet kan, omdat er geen experimenten kunnen plaatsvinden om de kans te bepalen;
bij subjectieve kansen worden de kansen bepaald op basis van ervaring of intuïtie.
Wat houdt de centrale limietstelling in?
Hoe groter het aantal waarnemingen, hoe meer de kansverdeling lijkt op de normale verdeling.