H15 Management control Flashcards

(26 cards)

1
Q

Noem een aantal mogelijke ondernemingsdoelstellingen.

A
  • Winstmaximalisatie.
  • Waardemaximalisatie.
  • Continuïteit.
  • Werkgelegenheid.
  • Zorg voor milieu.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef aan op welke wijze in de volgende situaties groei wordt bereikt.
Marktpenetratie.

A

Meer verkopen van bestaande producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef aan op welke wijze in de volgende situaties groei wordt bereikt.
Productontwikkeling.

A

Nieuwe producten verkopen op bestaande markten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef aan op welke wijze in de volgende situaties groei wordt bereikt.
Marktontwikkeling.

A

Bestaande producten verkopen op nieuwe markten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef aan op welke wijze in de volgende situaties groei wordt bereikt.

A

Nieuwe producten verkopen op nieuwe markten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem drie hoofdoorzaken van incongruentie tussen ondernemingsdoelstellingen en beslissingen van managers.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke hoofdindeling in soorten controls kan gemaakt worden?

A
  • Cultural controls.
  • Personnel controls.
  • Administrative controls.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn behavioural controls?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aan welke voorwaarden dient een zinvolle result control te voldoen?

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke controls worden vooral ingezet bij een clan-organisatie en welke bij een bureaucratie?

A

Bij een clan-organisatie vooral cultural en personnel controls, bij een bureaucratie vooral administrative controls.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voor welke grootheid is de manager verantwoordelijk die aan het hoofd staat van een revenue center?

A
  • De manager is verantwoordelijk voor het genereren van opbrengsten
  • Bijvoorbeeld de salesmanager
  • Doelen zullen gericht zijn op omzet –> marge

Let op: Risico van suboptimalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voor welke grootheid is de manager verantwoordelijk die aan het hoofd staat van een cost center?

A
  • De manager is verantwoordelijk voor het beheersen van de kosten
  • Bijvoorbeeld: Productiechef

Let op: Niet alle kosten zijn altijd beheersbaar. (non-controllable costs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voor welke grootheid is de manager verantwoordelijk die aan het hoofd staat van een profit center?

A
  • Manager is verantwoordelijk voor het behalen van winst als saldo van de opbrengsten en kosten.
  • Bijvoorbeeld Directeur van een bedrijfsonderdeel

Bijzondere variant: Pseudo profit centers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voor welke grootheid is de manager verantwoordelijk die aan het hoofd staat van een investment center?

A
  • Manager is niet alleen verantwoordelijk voor het behalen van winst, maar deze winst wordt gerelateerd aan het geïnvesteerde vermogen.
  • Doelstellingen gericht op rendement
  • Concerndirectie of directie van divisie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een pseudo profit center?

A

Een afdeling die alleen intern levert, maar die daarvoor een verkoopprijs krijgt toegerekend, zodat de manager zowel verantwoordelijk is voor opbrengsten als kosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke vier invalshoeken is de balanced scorecard gebaseerd?

A

Financieel
Interne processen
Klanten
Innovatie

17
Q

Wat is het verschil tussen leading indicators en lagging indicators?

A

Leading indicators zijn maatstaven voor factoren die latere uitkomsten zullen beïnvloeden.

Lagging indicators zijn maatstaven voor uitkomsten die inmiddels gerealiseerd zijn.

18
Q

tm vraag 11 studiemeister, zoek de oude slides op van Anthony, Merchant en Simons

Kijk ook nog eens aan KSF en KPI

artikel Claes PDF hoofdstuk 4 Simons en Merchant

19
Q

Welke vorm van groei brengt de grootste risico’s met zich mee voor de onderneming?

A

Diversificatie

20
Q

Wat is intrinsieke motivatie

A

Intrinsieke motivatie is de motivatie die ontstaat vanuit innerlijke drijfveren, zoals nieuwsgierigheid, leerhonger, passie of zingeving.

21
Q

Wat is een pseudo profit center

A

Een pseudo profit center is een afdeling of eenheid binnen een organisatie die lijkt op een winstcentrum, maar in werkelijkheid niet zelfstandig verantwoordelijk is voor winst of verlies.

Een pseudo profit center is een organisatorische eenheid waaraan winstverantwoordelijkheid wordt toegeschreven, terwijl de prijzen of opbrengsten grotendeels intern en kunstmatig bepaald zijn, en dus niet marktgebaseerd.

22
Q

Wat wordt verstaan onder ‘responsibility accounting’?

A

Het verantwoordelijk stellen van managers voor bepaalde prestaties

23
Q

Welke volgorde geeft een oplopende verantwoordelijkheid van afdelingsmanagers weer?

A

cost center/revenue –> profit center –> investment center

24
Q

Wat is de juiste volgorde bij het opstellen van een balanced scorecard?

A
  1. Kritische succesfactoren
  2. Key performance indicatoren
  3. Targets
25
Wat is een leading indicator
Een leading indicator is een voorspellende maatstaf die vooruitloopt op toekomstige prestaties, en dus kan helpen om tijdig bij te sturen.
26
Welk gevaar is gelegen in het gebruik van slechts één maatstaf voor de beoordeling?
De manager zal zich concentreren op het voldoen aan de maatstaf, waarbij de lange termijn doelstelling geschaad worden. Het hoofd van de huishoudelijke dienst kan besluiten om de kamers in 20 minuten te laten schoonmaken in plaats van in een half uur. Op de korte termijn is dit een kostenbesparing, op de lange termijn levert dit verlies op wegens ontevreden gasten die niet terugkomen.