3.2 kopen via internet Flashcards

1
Q

voornaamste redenen online winkelen

A
  • gemak en flexibiliteit

- grote keuze en mogelijkheid om prijzen te vergelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

belangrijkste reden om niet online te winkelen

A
  • product ongeschikt
  • logisieke problemen
  • te hoge kosten
  • problemen met betalingen
  • problemen met beveiliging
  • juridische problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

online orienteren en in winkel kopen (kanaalswitch)

A
  • het product is online niet te zien, te voelen of te passen
  • de winkel heeft een aantrekkelijke prijs/aanbieding
  • je kunt het product direct meenemen
  • er is persoonlijk contact
  • er zijn geen verzendkosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

winkel orienteren en dan op internet bestellen

A
  • de prijs is online lager
  • de koop gaat gemakkelijker, want het kan vanuit huis
  • het product is niet verkrijgbaar in de winkel
  • er is minder keuze door een kleiner assortiment
  • het is direct duidelijk of het product op voorraad is
  • de openingstijden zijn beperkt
  • kopen in de winkel kost meer tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vier typen risico’s

A
  • financieel risico
  • functioneel risico van het product
  • psychologisch risico
  • tijd/gemaksrisico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

financieel risico

A

het risico op netto verlies aan geld door een klant, incl.

misbruik van creditcardinformatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functioneel risico

A

het verlies dat optreedt als een aanbieder of product

niet doet wat de klant ervan verwacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

psychologisch risico

A

heeft te maken met teleurstelling, frustratie of
schaamte als er persoonlijke informatie over de consument via het internet
te zien is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tijd/ gemaksrisico

A

heeft betrekking op tijdverlies en ongemak tijdens het

zoeken op web, het orderproces of bij late levering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

beweegredenen voor mensen die niet online shoppen

A
  • Behoefte het product fysiek te zien
  • Zorgen over persoonlijke data
  • Twijfels over de veiligheid van online winkelen
  • Geen vertrouwen in betalingssystemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vier typen internetshoppers

A
  1. Winkelliefhebbers: ervaren computergebruikers die internetshoppen leuk en nieuw vinden.
  2. Avontuurlijke ontdekkers zware internetgebruikers die het internet voor alles gebruiken en veel via internet uitgeven.
  3. Achterdochtige lerenden: mensen die moeite hebben met internet en die online winkelen een frustrerende taak vinden.
  4. Zakelijke gebruikers: vakkundige computergebruikers die online voor de beste prijs kopen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

niet internetshoppers

A
  1. Bange browsers: zien te veel risico in online aankopen en beperken zich daarom tot zoeken naar informatie.
  2. Online winkelvermijders: houden vast aan de traditionele winkel en ze willen producten kunnen inspecteren en meteen meenemen.
  3. Technologiegefrustreerden: hebben weinig ervaring met computers en vinden online zoeken een enorm gedoe.
  4. Plezierzoekers: gebruiken de computer veelvuldig en met plezier, maar ze houden zielsveel van gewoon winkelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

relavante trends voor online marketing

A
  • de toename van het globale belang van internet
  • innovaties volgen elkaar snel op
  • de verdere ontwikkeling van sociale media en netwerken
  • internet of everything
  • big data en het toenemend belang van dataveiligheid
  • digitalisering van dienstverlening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

toename van het globale belang van internet

A
  • mondialisering (is een proces warabij verschillende regio’s in de wereld steeds meer op elkaar gaan lijken, vanwege de uitwisseling van informatie en denkbeelden.)
  • transparantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

innovaties volgen elkaar snel op

A
  • virtual reality
  • augmented reality
  • virtuele paskamers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de verdere ontwikkeling van sociale media en netwerken

A
  • sociale netwerken
  • wisdom of the crowd (sociale media herbergen een enorme hoeveelheid informatie)
  • social selling (verkoop via social media)
17
Q

internet of everything

A

(Ieder apparaat met toegang tot internet kan je met elkaar laten communiceren)

18
Q

big data en het toenemend belang van dataveiligheid

A
  • realtime data (data beschikbaar komt voor gebruik, op het moment dat ze zijn verzameld)
  • bigdata (VB. Google meet hoelang je doet over woon-werkroute  zien op je smartphone)
  • datascientists (verbeteren marketing door middel van gebruikersdata)
19
Q

digitalisering van dienstverlening

A
  • robotisering

- diepe-vraag-en-antwoord-software (VB siri op Iphone)