actie Ch 1.3 Flashcards
(59 cards)
1
Q
helemaal
A
completely
2
Q
niemand
A
noone
3
Q
combinatie
A
combination
4
Q
druk
A
busy :(
5
Q
bezig
A
busy :)
6
Q
spijt
A
regret
7
Q
betreuren
A
regret
8
Q
keuze (kiezen) (gekozen)
A
choice
9
Q
omdat
A
because
10
Q
interesseren (geinteresseerd)
A
interest (interested)
11
Q
het gedrag
A
behaviour
12
Q
de mensen
A
people/ men
13
Q
gewoon
A
just
14
Q
enkel
A
only
15
Q
mooie
A
beautiful/ nice/ pretty
16
Q
taal
A
language
17
Q
opleiding
A
education
18
Q
precies
A
exactly/ precisely
19
Q
misschien
A
maybe/ perhaps
20
Q
of zo
A
or so /or something
21
Q
resultaten
A
results
22
Q
hekel
A
hate
23
Q
een hekel hebben aan
A
hate
24
Q
hoorcolleges
A
hearing lectures
25
zaal
hall/ room
26
gelukkig
happy/ lucky/ fortunately
27
werkgroepen
working group / team
28
persoonlijker
more personal
29
woon
living
30
alleen
alone/ only
31
enige
only one
32
bijzonder
special
33
leren
to learn
34
koken
to cook
35
elkaar
each other
36
studentenleven
student life
37
natuurlijk
naturally/ of course
38
studentenstad
student city
39
vaak
often
40
kroeg
pub
41
elke
each
42
sportvereniging
sports club / association
43
altijd
always
44
gezellig
cozy/ sociable
45
gezond
healthy
46
toneel
theater
47
studententoneel
student theater
48
repeteren
rehearse
49
geweldig
awesome
50
spelen
play/ perform
51
jammer
unfortunately
52
genoeg
enough
53
zingen
to sing
54
acteur/actrice
actor/actress
55
zien (gezien)
to see (seen)
56
bizonder
special
57
seizoenskaart
season ticket/ pass
58
voetbalclub
football club
59
Ik ben gek op...
I'm crazy about... / I love...