Ch 17 (old book) Flashcards
(55 cards)
1
Q
de helpdesk
A
the helpdesk
2
Q
de provider
A
provider
3
Q
er zijn
A
there are
4
Q
wachtenden (de wachtende)
A
waiting
5
Q
de telefonist
A
operator
6
Q
waarmee
A
with what / by which
7
Q
van dienst zijn
A
help / be of service
8
Q
waar… over
A
what.. about
9
Q
de vraag
A
question
10
Q
het antwoord
A
answer
11
Q
het pakket
A
package
12
Q
vaste telefoon
A
fixed telephone / landline
13
Q
tegelijk
A
at the same time / together
14
Q
internetten
A
surf the net
15
Q
is er
A
is there
16
Q
de storing
A
fault / malfunction
17
Q
het systeem
A
system
18
Q
dat is niet het geval (het geval zijn)
A
that’s not the case (being the case)
19
Q
verbind door (doorverbinden)
A
connect/put through (to connect)
20
Q
ogenblikje
A
one moment please / just a moment
21
Q
de telefoon
A
telephone
22
Q
telefoneren
A
to phone
23
Q
veranderd (veranderen)
A
changed (to change)
24
Q
instellingen (de instelling)
A
settings (institution)
25
aangepast (aanpassen)
adjusted
26
het programma
program
27
geinstalleerd (installeren)
installed
28
behalve
except
29
vreemd
odd, strange
30
klikt (klikken)
click
31
waarop
on which
32
de inlognaam
user name
33
inloggen
log in
34
het wachtwoord
password
35
wachten
wait
36
het woord
word
37
intikken
type in, enter
38
de brief
letter
39
gegevens (het gegeven)
information, data
40
juist
precisely
41
openen
open
42
tegelijkertijd
at the same time, together
43
de mobieltje
mobile
44
ben kwijt (kwijt zijn)
have lost
45
waarschijnlijk
probably
46
er is niet veel aan de hand (aan de hand zijn)
it's not a big problem/ there is not much going on
47
op deze manier
in this way
48
oplossen
solve, resolve
49
de monteur
technician
50
komt langs (langskomen)
will come by, come along
51
mogelijk
possible
52
noteer (noteren)
write down
53
preciezer (precies)
more precise
54
de website
website
55
intypen
type in, enter
