anatomie en fysiologie Flashcards
(21 cards)
anatomie
de wetenschap vanhet bestuderen van in- en uitwendige structuren & fysieke relatie tss lichaamsdelen
fysiologie
studie van het functioneren van levende organismen
orgaanstelsels
minstens 2 organen, vb bloedvatenstelsel (bloed, hart & bloedvaten)
organen
opgebouwd uit 2 of meer types weefsels die samenwerken om specifieke functie uit te voeren
moleculen
kleinste niveau van de organisatie: cellen bestaan vooral uit water
-organische verbindingen: (koolstofverbindinge) liggen aan de basis vh leven nucleïnezuren, eiwitten, koolhydraten en vetten
- Anorganische verbindingen: Komen voor in opgeloste vorm (natrium, kalium) of in vaste vorm en het lichaam (calcium in botten)
weefsels
Opgebouwd uit cellen van dezelfde soort, zodanig gerangschikt dat het weefsel zijn functie kan uitoefenen
Weefsels zijn essentieel voor de structuur en functie van organen in het lichaam.
cellen
Zo’n 200 verschillende celtypes met specifieke bouw en functies
Elk celtype is gespecialiseerd in bepaalde taken, zoals spiercontractie of zenuwgeleiding.
anterieur
Vendraal: de voorkant
Dit is een term die vaak gebruikt wordt in anatomie om de positie van structuren aan te duiden.
posterieur
Dorsaal: de achterzijde
Posterieur wordt gebruikt om de positie van organen of structuren aan te geven.
craniaal
Richting van het hoofd
Craniaal wordt gebruikt in anatomische beschrijvingen om aan te geven dat iets dichter bij de schedel is.
superieur
Boven, hoger
Superieur wordt gebruikt om de positie van structuren in het lichaam aan te geven.
caudaal
In de richting van staart/stuit
Dit term wordt gebruikt om aan te geven dat iets zich dichter bij de onderkant van het lichaam bevindt.
inférieur
Onder, lager
Inférieur wordt vaak gebruikt in anatomische beschrijvingen.
mediaal
Midden van het lichaam (lengteas)
Mediaal wordt gebruikt om structuren aan te duiden die dichter bij de middenlijn van het lichaam liggen.
lateraal
Zijkant van het lichaam
Lateraal wordt gebruikt om structuren aan te geven die verder van de middenlijn af liggen.
proximaal
Richting van aanhechtingspunt
Proximaal wordt gebruikt om aan te geven dat iets dichter bij het lichaam of het aanhechtingspunt van een ledemaat ligt.
distaal
Weg van de romp/aanechtingspunt
Distaal wordt gebruikt in anatomische beschrijvingen om structuren aan te duiden die verder van het lichaam af liggen.
Sagittaal
Scheidt linker en rechtergedeelte
midsagittaal
loopt door de middellijn
Frontaal
= coronaal bij hersenen : scheidt ventraal en dorsaal gedeelte
transversaal/ horizontaal
scheidt bovenste en onderste gedeelte