erfelijke code Flashcards
(43 cards)
Stamcel
cel die zichzelf kan delen en daarnaast in staat is om uit te groeien tot een of meer gespecialiseerde celtypes
Totipotente stamcel
cellen die de mogelijkheid bezitten om alle soorten cellen van organisme aan te maken
Pluripotente stamcel
kunnen veel, maar niet alles cellen aanmaken
multi potente cel
Cellen die slechts beperkt assortiment van cellen kunnen produceren
Nucleolus
= celkern lichaampje
Nucleus
= celkern: bevat kern kleurstof/ chromatinechromatinedraadjes zijn eigenlijke dragers van erfelijk materiaal
cel membraan
= celwand: ultra dun vliesje dat alle delen van cel samenhoudt
Kernmembraan
vliesje dat alles van binnen de celkern Samen haalt
Cytoplasma
= celsap: geleiachtige vloeistof die voor grootste gedeelte uit water bestaat, maar ook eiwitten, suikers, vetten en mineralenorganellen drijven hier in rond
Mitochondriën
energiecentrales van de cel: leveren energie voor de cel–> bevat klein stukje erfelijk materiaal, mitochondriaal DNA: wordt ongewijzigd doorgegeven van moeder op alle kinderen
bevat klein stukje erfelijk materiaal, mitochondriaal DNA: wordt ongewijzigd doorgegeven van moeder op alle kinderen
Organellen
kleine orgaantjes In de cel: mitochondriën, ribosomen, centriolen
Ribosomen
belangrijke rol omzetten erfelijke code naar lichaamseigenschappen: bestaan uit twee delen die kunnen loskomen om stroken erfelijk materiaal door te Laten en af te lezen
Centriolen
belangrijk bij celdeling
Chromosomen
gekleurde lichaampjes die in celkern zichtbaar worden, net voor celdeling
Chromatine
altijd zichtbaar, onontwarbaar kluwen dat de 46 chromosomen bevat
Chromatide
Korte, dikke bundeltjes die net voor celdeling ontstaan uit lange opeengepakte chromatine draadjes46-
Autosomen
22 paar lichaamsbepalende chromosomen
Zusterchromatide
exacte kopie van een chromatide die ontstaat net voor celdeling
Karyogram
homologe chromosomen worden in paren bijeen gezet en vervolgens gerangschikt volgens:
1. Lengte: van groot naar klein
2. het paar geslachtschromosomen staat apart
3. plaats van het centromeer: metacentrisch, submetacentrisch, acrocentrisch
4. aanhangsel/ satelliet
metacentrisch
centromeer bevindt zich in het midden
Submetacentrisch
centromeer bevindt zich op 1/4 van de lengte:
-korte arm: p-arm
-lange arm: q-arm
acrocentrisch
centromeer bevindt zich dicht bij het uiteinde
FISH techniek
= Fluorescence In Situ Hybridization: doel gericht bepaalde chromosoom fragmenten opsporen, gebaseerd op principe van hybridisatie