Angststoornissen Flashcards

(13 cards)

1
Q

Wat is angst

A

een adaptieve reactie op dreiging. Heeft een signaalfunctie en zorgt ervoor dat we op onze hoede zijn, dat onze aandacht verscherpt én dat ons lichaam zich klaarmaakt om te vluchten of zelfs te vechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is angst pathologisch?

A

Als het te intens is en/of té lang blijft duren waardoor het dagelijks functioneren wordt belemmerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

genetische factor bij angstoornissen

A

40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Angstoornissen

A

De angst of vrees wordt uitgelokt door een onschadelijke stimulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe reageert een persoon met een angsstoornis op stimuli

A
  1. catastrofaal denken (denken)
  2. verhoogde arousal (voelen)
  3. neiging tot overlevingsstrategieën (doen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Angststoornissen verschillen van elkaar op het vlak van

A
  1. de stimuli die angst uitlokken;
  2. het patroon van lichamelijke symptomen;
  3. de cognitieve misinterpretaties;
  4. de mate van vermijding en situaties die vermeden worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Specifieke fobie

A

Hevige angst, staat niet in verhouding tot de daadwerkelijke dreiging, vermijding, belemmert dagelijkse bezigheden, Meest gestelde diagnose in de groep van angststoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Subtypes van fobieën

A
  1. dieren
  2. natuurelementen
  3. Bloed (hematofobie), injectie (trypanofobie) of verwonding (dermatofobie);
  4. Situationeel
  5. Andere, situaties die tot verstikking (anginofobie) of braken (emetofobie) leiden, of bij kinderen luide geluiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Paniekstoornis

A

paniekaanvallen. Is een plotselinge golf van angst of intens onbehagen. Komt onverwacht opzetten zonder daadwerkelijk gevaar. De angst klimt binnen enkele minuten naar een piek;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)

A

voortdurend zorgen over allerlei dingen die bij het dagelijkse leven horen, overlap met depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neurobiologie van angststoornissen

A
  • Angst en depressieve gevoelens een gemeenschappelijk neuraal netwerk
  • Angst als een ‘product’ van het limbisch systeem gezien (amygdala)

=>In modern onderzoek is amygdala slechts indirect verantwoordelijk voor tot
angstgevoelens, aka fysiologische reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ledoux 2 aparte neuronale circuits

A
  1. voor de gedragsrespons en fysiologische reacties bij angst, een pad
    dat enkel indirect bijdraagt aan subjectieve angstgevoelens,
  2. een tragere route via de prefrontale cortex die een inhiberende rol uitoefent op deze onbewuste reacties op dreiging en gevaar en ons bewust doet worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Neurobiologische oorzaak angstoornis

A

Sprake van hyperactieve amygdala in combinatie met hypoactieve prefrontale gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly