Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen Flashcards

(9 cards)

1
Q

Adverse Childhood Experience (ACE)

A

Nadelige (negatieve) ervaringen in de kindertijd die de neurologische ontwikkeling van een kind beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 persoonsgebonden trauma’s

A
  1. psychisch geweld
  2. fysiek geweld
  3. seksueel misbruik 22%
  4. emotionele verwaarlozing (geen steun, liefde)
  5. fysieke verwaarlozing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

5 verbonden aan gezinsfunctioneren:

A
  1. Verlies van een ouder via echtscheiding, overlijden of verlating <18j
  2. getuige van mishandeling (stief)moeder
  3. ouders met alcohol of drugsverslaving
  4. ouders met psychi(atri)sche aandoening
  5. een ouder in de gevangenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Type I trauma

A

Eenmalige, kortdurende en onverwachte traumatische gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Type II trauma

A

Langdurige en herhaalde traumatische ervaringen, gebeuren vaak in patronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Type III trauma

A

Langdurige en herhaalde traumatische ervaringen, gebeuren vaak in patronen gedaan door iemand die voor je zou moeten zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Prevalentie ACE’s

A

41% van Nederlanders. Elk type trauma telt als een ACE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Resultaten ACE studie

A

Vanaf 4 ACEs verhoogd risico op mentale en fysieke gezondheid. Positief gecorreleerd aan de tien meest voorkomende doodsoorzaken. Veel chronische ziektes hebben hun oorsprong in de vroege jeugd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly