Autisme Flashcards

(12 cards)

1
Q

Wat betekend autisme?

A

stamt af van het woord autos(zelf). Autismespectrumstoornis (ASS) of autismespectrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Triade van Wing

A
  • Sociale omgang
  • Communicatie
  • Verbeelding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dyade van 2 hoofdkenmerken van ASS

A
  1. Aanhoudende beperkingen in de sociale communicatie en interactie;
  2. Repetitief gedrag en specifieke, gefixeerde interesses of activiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe prevalent is autisme?

A

6 personen op 1000, komt vaker voor bij jongens dan meisjes. Op alle begaafdheidsniveaus, maar intelligentie kleurt sterk de verschijningsvorm. Meestal al duidelijk voor de leeftijd van 3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Aanhoudende beperkingen in de sociale communicatie en interactie;
A
  • beperkingen in sociaal-emotionele wederkerigheid
  • beperkingen in de non-verbale communicatie
  • beperkingen in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Repetitief gedrag en specifieke, gefixeerde interesses of activiteiten
A
  • stereotiepe of repetitieve motorische bewegingen, gedrag of spraak
  • hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel gehecht zijn aan routines of geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag
  • zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
  • hyper- of hyporeactiviteit op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor de
    zintuiglijke aspecten van de omgeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neurobiologische processen bij ASS

A

genetische en neurologische basis die gepaard gaat met neurodiversiteit bij ASS. Precieze oorzaak nog niet bekend;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Intense World Theory

A

Stelt dat er genetische en prenatale factoren zijn – al dan niet tot expressie gebracht via samenspel met omgevingsfactoren- die leiden tot afwijkende neurale verbindingen in de neurale netwerken van de hersenen die in ontwikkeling zijn, met autistische kenmerken en gedrag tot gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Executief disfunctiemodel

A

een verstoring in de hersengebieden die betrokken zijn bij plannen, organiseren en controleren van ons denken en doen. Executieve functies zijn vaardigheden die we nodig hebben voor doelgericht en aangepast gedrag maar ook voor het reguleren van onze emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Theory of Mind

A

Mensen met ASS hebben moeite om zich in te leven met anderen. Spontane Theory of mind is dus moeilijk, verminderde activiteit in de temporopariëtale junctie bij ASS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gebrekkige centrale coherentie

A

De verbindingen tussen de verschillende hersengebieden zijn mogelijks verstoord. Dat verklaart waarom zij het moeilijk hebben om de wereld om hen heen te begrijpen. Mensen met autisme zouden de neiging hebben om de wereld in fragmenten te ervaren en minder snel een samenhang zien of aanbrengen in wat ze waarnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De ‘Predictive coding hypothese’

A

Hypothese stelt dat het brein bij mensen met autisme minder flexibel omgaat met deze voorspellingsfouten, waarbij ook kleine afwijkingen zwaar doorwegen en voor onzekerheid en stress zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly