Extrinsieke & Intrinsieke motivatie Flashcards

(14 cards)

1
Q

Intrinsieke motivatie?

A

Inherent aanwezig en komt vanuit jezelf. Vanuit interne prikkeling en verlangen door nieuwsgierigheid gedreven om nieuwe dingen te ontdekken en nieuwe uitdagingen te zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Extrinsieke motivatie?

A

Een persoon wordt gedreven door externe prikkels. Het gedrag wordt bekrachtigd of in stand gehouden door het krijgen van een beloning, die niet inherent verbonden is met de taak of activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Reward learning

A

Het resultaat van de verwachte uitkomst en de uiteindelijke uitkomst van gedrag of een gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Reward prediction error

A

Het verschil tussen de verwachting en de uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beloningssysteem in het brein

A

Mesocorticolimbisch systeem. verzameling van neurale structuren verantwoordelijk voor motivatie en verlangen naar beloning. Men spreekt in casu ook wel van associatief leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 belangrijke te onderscheiden dopaminerge paden:

A
  1. Ventrale tegmentale area (VTA) > nucleus Accumbens (ventraal striatum)
    = Mesolimbisch pad
  2. Ventrale tegmentale area (VTA) > prefrontale cortex (orbitofrontale cortex)
    = Mesocorticaal pad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neurotransmitter Dopamine

A
  1. Anticipatie op beloning
  2. Motivationele processen
  3. Leergedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verslavingsproblematiek

A

Beloningssysteem kan beschadigd geraken na bijv. langdurig drugsgebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Consequenties van verslavingen

A
  1. heropname dopamine in presynaptisch neuron raakt verstoord; geeft euforische roes
  2. Productie dopamine raakt verstoord; geeft onplezierige onttrekkingsverschijnselen
  3. Downregulering van D2 -receptoren zorgt voor sterke middelenafhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Yerkes – Dodson – principe

A

Er is een relatie is tussen dopamineconcentraties en cognitieve
controle, zowel verlaagde (parkinson of ADHD) als verhoogde (OCD of psychose) dopamineniveaus de cognitieve controle suboptimaal is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fMRI-studie intrinsieke motivatie

A

Identificeren van geactiveerde delen van het brein tijdens een gedachte, gevoel of sensatie. Door toename bloedstroom dat in scanner getraceerd wordt
door hoeveelheid ijzer. Studie gebaseerd op substractiemethode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kwam er uit de fMRI-studie naar boven?

A

Operationalisatie door 2 belangrijkste kenmerken van intrinsieke motivatie:
1. Nieuwe informatie, nieuwe uitdaging
2. voldoening door opgewekte nieuwsgierigheid en nieuwe vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor brein activiteit is gevonden uit het onderzoek?

A

Het neurale systeem voor intrinsieke motivatie toont dus
1. verhoogde AIC activiteit
2. verhoogde activiteit in het striatum
3. AIC-striatum interacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar wordt de AIC mee geassocieerd?

A

Processen van ‘lichamelijke subjectieve gevoelens’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly