Schizofrenie & psychotische stoornissen Flashcards

(19 cards)

1
Q

Wat is een psychose

A

Een toestand waarbij iemand het contact met de realiteit verliest. Betekenisvolle verband tussen wat iemand ervaart en de omgeving – de realiteit- raakt zoek;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 kenmerkende symptomen van een psychotische episode

A
  1. Wanen
  2. Hallucinaties
  3. Onsamenhangende spraak
  4. Ernstig chaotisch gedrag of katatonie
  5. Negatieve symptomen (spraakarmoede,initiatiefverlies, afvlakking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verschil wanen en hallucinaties

A

Wanen zijn valse overtuigingen die niet op de werkelijkheid gebaseerd. Hallucinaties zijn schijnbare waarnemingen waarbij je iets ziet, hoort, ruikt voelt of proeft terwijl er in werkelijkheid helemaal niets is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarmee moeten wanen onderscheiden worden?

A
  • Obsessies
  • Overwaardige ideeën
  • Magisch denken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarmee moeten hallucinaties onderscheiden worden?

A
  • llusies
  • Metamorfopsie (zintuigelijke vervorming)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is katatonie?

A

Wordt in twee gedeeld. Bewegingsarmoede en Motorische hyperactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De vijf fasen van psychose en herstel

A
  1. Vroege fase
  2. Overweldigd zijn
  3. Worstelen
  4. Leven met gevoeligheid
  5. Leven voorbij psychose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is schizofrenie?

A

Als eerste gebruikt door Kraeplin. Term werd gevonden door Bleuler, betekend ‘gespleten brein’. ernstige , chronische stoornis gepaard met psychotische
episoden. Bij 2/3de van de betrokkenen op lange termijn restverschijnselen nalaat (maar functioneren uiteindelijk redelijk tot goed).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prevalentie schizofrenie?

A

wereldwijd iets minder dan 1%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Classificatie van de psychosespectrumstoornissen (DSM-5)

A
  • Schizofreniforme stoornis
  • Schizoaffectieve stoornis
  • Waanstoornis
  • Kortdurende psychotische stoornis
  • Katatonie
  • Psychotische stoornis door een middel/medicatie
  • Psychotische stoornis door een somatische aandoening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Symptomen in DSM-5 indeling voor schizofrenie?

A
  1. positieve symptomen (wanen, hallucinaties, formele denkstoornissen)
  2. negatieve symptomen (oa. verminderde EE en avolitie)
  3. cognitieve symptomen (veralgemeende achteruitgang van het cognitief functioneren: aandacht, verwerkingssnelheid, werkgeheugen, executieve functies, …)
  4. affectieve symptomen (affectieve vervlakking al dan niet met depressieve episoden)
  5. gedragssymptomen (psychomotorische vertraging, sociaal isolement, ontremming,
    agressie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Neurobiologische paden

A

Trauma belangrijke risicofactor voor ontwikkelen van psychotische stoornis. Veilige gehechtheid en een groot mentalisatievermogen worden beschouwd als protectieve factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

5 biologische markers (alleen eerste drie zijn belangrijk)

A
  1. HPA-as hyperactiviteit en psychose
  2. Dopamine dysfuncties en psychose
  3. Verminderde oxytocine en psychose
  4. Neuroinflammatoire processen
  5. Oxidatieve stress
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. HPA-as hyperactiviteit en psychose
A

HPA-as (Hypothalamus-hypofyse-bijnierschorsas) maakt deel uit van de stresssystemen. Deze maakt Cortisol aan bij de bijnier. Door chronische stress zal het negatieve feedback systeem minder reactief worden en zal het lichaam moeilijker tot rust komen na stress. De chronisch verhoogde cortisolniveaus leiden tot zowel structurele als functionele veranderingen in de hippocampus en prefrontale cortex en de amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Dopamine dysfuncties en psychose
A

Verhoogde stress gerelateerde dopamine in het stratium kan zorgen voor saillantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is salliantie?

A

Stimuli wordt ervaren als ‘in het oog springend’ en persoonlijk relevant, hetgeen ook gepaard gaat met sterke emoties. Mensen met dopaminesensitisatie kunnen salience ervaren bij willekeurige prikkels die zoveel aandacht eigenlijk niet verdienen

17
Q

Hoe kan salliance tot wanen leiden?

A

Mensen willen de wereld begrijpen, als het brein zich vastklampt aan bepaalde stimuli, zonder dat er een logische reden of verband is, gaat het individu theorieën beginnen maken om het te verklaren.

18
Q
  1. Verminderde oxytocine en psychose
A

Oxytocine is cruciaal voor prosociaal, moederlijk gedrag, faciliteert fysieke nabijheid en zorg, speelt ook een rol bij stressregulatie. Bij gereduceerde oxytocine levels worden negatieve symptomen van psychose onderhouden (wantrouwen en zich terugtrekken in sociaal isolement)

19
Q

Psychose en trauma

A

Negatieve kinderervaringen zijn een belangrijke risicofactor op schizofrenie en
het ontwikkelen van psychotische stoornissen op latere leeftijd. Veel gelijkenissen tussen symptomen van schizofrenie en psychose en PTSD.