de verkoop Flashcards

(122 cards)

1
Q

mentionner

A

vermelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

l’art

A

de kunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

avoir envie

A

zin hebben in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

l’envie

A

de zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

orienté client

A

klantgericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

l’esprit commercial

A

de commerciële inzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

l’esprit

A

de inzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

établir des contacts

A

contact leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

entretenir des contacts

A

contact onderhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

être capable de

A

in staat zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

se mettre dans la peau de

A

zich kunnen inleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

estimer

A

schatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

la circonstance

A

de omstandigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

l’apparence

A

de voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

l’amélioration

A

de verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

résoudre des problèmes

A

problemen oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

le besoin

A

de behoefte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

la beauté

A

de schoonheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

apprécier

A

waarderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

la description du job

A

de jobomschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

la description

A

de omschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

le sens des responsabilité

A

verantwoordelijkheidszin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

changer

A

veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

agir

A

handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
artistique
kuntszinnig
26
le magasin de vêtements
de kledingzaak
27
temps partiel
deeltijds
28
temps plein
voltijds
29
conseiller
advies geven
30
traiter les livraisons
leveringen verwerken
31
tenir propre
netjes houden
32
le charisme
de uitstraling
33
le charisme
de charisma
34
aisé, courant
vlot
35
la volonté
de wilskracht
36
la compétence
de vaardigheid
37
la compétence clé
de sleutelvaardigheid
38
résistant au stress
stressbestendig
39
il a l'air sportif
hij ziet er sportief uit
40
avoir l'air de
eruit zien
41
poli
beleefd
42
impoli
onbeleefd
43
son comportement est important
zijn gedrag is van belang
44
comportement
gedrag
45
l'importance
het belang
46
être important
belangrijk zijn
47
la force de persuasion
de overtuigingskracht
48
remarquer
merken
49
cela vaut la peine
dat is de moeite waard
50
de moeite
la peine
51
comprendre
verstaan
52
le geste
het gebaar
53
fiable
betrouwbaar
54
la fiabilité
de betrouwbaarheid
55
influencer
beinvloeden
56
conseiller
raden
57
puisque
doorgezien
58
vu que
aangezien
59
recommander
aanbevelen
60
le plus
het meest
61
différent
geschikt
62
le client
de klant
63
le client (hôtel)
de gast
64
le monde
de wereld
65
une nécessité
de noodzaak
66
ce ne suffit pas
het volstaat niet
67
différent
verschillend
68
certains mangent trop
sommigen eten te veel
69
certains
sommigEN
70
certaines
sommigE
71
mettre sur le marché
op de markt brengen
72
lancer (un produit)
lanceren
73
au niveau mondial
op wereldniveau
74
directement
rechtstreeks
75
déterminé
bepaald
76
le client
de afnemer
77
existence
bestaan
78
composé de
bestaan uit
79
le moyen
het middel
80
les moyens de transport
het vervoermiddel
81
simplement
gewoonweg
82
déconseillé
afgeraad
83
divers
verscheiden
84
pour le moment
op het ogenblik
85
tout simplement
gewoonweg
86
Transporter / la livraison / AMENER
vervoeren
87
exister
bestaan
88
transports en commun
openbare vervoer
89
encore moins
evenmin
90
trouver
vinden
91
l'état civil
de burgerlijke stand
92
le sexe
het geslacht
93
concerné
betrokken
94
qu'en est il de
hoe zit het met
95
couramment
vlot
96
peu
weinig
97
pris en charge de
verzorgd
98
l'occurrence
het voorkomen
99
l'attitude
de houding
100
le comportement
het gedrag
101
se comporter
zich gedragen
102
se défendre
zich verdedigen
103
raconter
vertellen
104
raisonnable
verstandig
105
prudent
voorzichtig
106
attentif
aandachtig
107
mentionner
vermelden
108
passer un test
een test afleggen
109
l'atout
de troef
110
nécessaire
noodzakelijk
111
de plus
bovendien
112
recruter
aanwerven
113
seulement
enkel
114
quelques problèmes
enkele problemen
115
avoir des exigences financières
financière eisen stellen
116
l'exigence
de eis
117
exiger
eisen
118
connaissance imparfaite
gebrekkig kennis
119
l'expérience
de ervaring
120
la responsabilité
de verantwoordelijkheid
121
emballer
verpakken
122
le silence
de stilte