Deel IV: Bijzondere vraagstukken: Hoofdstuk 7: Interculturele gezinstherapie Flashcards
(4 cards)
Wat is culturele tolerantie?
Tolerantie suggereert dat er iets stoort, maar dat je het toch accepteert (negatieve connotatie).
Het impliceert dat tolerantie het ‘juiste’ (goede) is en dat intolerantie ‘fout’ (slecht) is.
Tolerantie weerspiegelt vaak een intolerantie voor intoleranten (kolonisatie; je verwacht dat anderen ook tolerant zijn)
Wat is culturele competentie?
“Ik kan mijn cultuur volledig aan de kant zetten & me volledig focussen op jouw cultuur”
- Impliceert dat cultuur een keuze is
- Cultureel bewustzijn = Verstrekken van multiculturele inhoud, met aandacht voor de specifieke kenmerken van de verschillende culturen
- Culturele sensitiviteit = Affectieve functie; respectvolle en fijngevoelige wijze waarop de therapeut omgaat met culturele verschillen –> zelfbewustzijn & zelfreflexiviteit
Hoe zou een therapeut zich moeten opstellen in een interculturele setting?
- Nieuwsgierig naar de andere cultuur
- Focus op universaliteiten (gedeelde menselijkheid) in plaats van verschillen
- -> dit gaat in tegen postmodernisme dat anti-universaliteit is!
- Focus op levende dialoog in plaats van op rationalisaties over identiteit
- Zelf aanwezig zijn als andere (en niet eigen cultuur wegcijferen)
- Werken met verschillen en overeenkomsten (en niet enkel verschillen!)
Leg uit: dialectiek van bijzonderheden en universaliteiten
De universaliteiten worden gevonden onder de sluier van verschillen. Datgeen waarin we verschillen, zijn net universele aspecten. Zoals regelingen hebben over seks is universeel, maar de regels op zich zijn verschillend!
Het gaat hier om een respectvolle nieuwsgierigheid naar verschillen, terwijl de therapeut zelf bij zijn cultuur blijft.
–> Indifferent to this difference (de therapeut evalueert de ander niet op basis van culturele verschillen)
De onzekerheid van de therapeut, over de andere cultuur, hoort erbij. Er moet tolerantie zijn voor het ‘niet weten’.
