frans D3 en route 1 p239 Flashcards
(31 cards)
1
Q
een verkooppunt
A
un point de vente
2
Q
een affiche
A
une affiche
3
Q
een bord
A
une enseigne
4
Q
bestaan uit/in
A
consister à
5
Q
een promotie
A
une promotion
6
Q
een band
A
un bandeau
7
Q
reclame-, publiciteits-
A
publicitaire
8
Q
manipuleren
A
manipuler
9
Q
een aanbieding, een offerte
A
une offre
10
Q
de mond-tot-mondreclame
A
le bouche-à-oreille
11
Q
een reclame
A
une publicité
12
Q
vertrouwen hebben in
A
avoir confiance dans, en
13
Q
een aanbeveling
A
une recommandation
14
Q
in tegenstelling tot
A
contrairement à
15
Q
bedriegen
A
tromper
16
Q
zich laten beïnvloeden
A
se laisser influencer
17
Q
bedriegelijk
A
trompeuses (trompeur)
18
Q
leugenachtig
A
mensongères (mensonger)
19
Q
een abonnement afsluiten
A
souscrire un abonnement
20
Q
het grote lot winnen
A
toucher le gros lot
21
Q
opzettelijk
A
délibérément
22
Q
overtuigen
A
persuader
23
Q
wekelijks
A
hebdomadaire
24
Q
een brochure
A
une brochure
25
een folder
un dépliant
26
virtueel
virtuel
27
een mening
un avis
28
een schijnpromotie
une promotion fantôme
29
een schandaal
un scandale
30
promoten
promouvoir
31
een influencer
un influenceur
