frans vocabulaire en route 2 p177-179 Flashcards
(41 cards)
1
Q
een doos, een box
A
un caisson
2
Q
een zetel
A
un canapé
3
Q
een ontspanningshoek
A
un coin détente
4
Q
een schikking
A
une disposition
5
Q
een dressing
A
un dressing
6
Q
een staande lamp
A
un lampadaire
7
Q
een lamp in de vorm van een bol
A
une lampe boule
8
Q
een hoogslaper
A
un lit mezzanine
9
Q
een meubelstuk
A
un meuble
10
Q
een prikbord
A
un pêlemêle
11
Q
een sticker
A
un sticker
12
Q
het opruimen/ de bergruimte
A
le rangement
13
Q
wit
A
blanc
14
Q
licht, helder
A
clair(e)
15
Q
comfortabel
A
confortable
16
Q
verschillend
A
distinct(e)
17
Q
donker
A
foncé(e)
18
Q
metaalgrijs
A
gris métallisé
19
Q
kastanjebruin
A
marron
20
Q
oranje
A
orange
21
Q
boven elkaar
A
superposé(e)
22
Q
ontvangen, verwelkomen
A
accueiller
23
Q
vebeteren
A
améliorer
24
Q
aanbrengen
A
appliquer
25
creëren, maken
créer
26
decoreren, versieren
décorer
27
wegnemen
enlever
28
bewaren
garder
29
integreren, opnemen
intégrer
30
schilderen
peindre
31
plaatsen, zetten
placer
32
voorzien
prévoir
33
opruimen
ranger
34
herinrichten
réaménager
35
opzoeken
rechercher
36
vervangen
remplacer
37
herschilderen
repeindre
38
scheiden
séparer
39
wensen
souhaiter
40
taggen
taguer
41
omvormen
transformer