Frans H2 Flashcards
(158 cards)
le tourisme
toerisme
le tourisme (inter)national
het (inter)nationaal toerisme
un tourist, une touriste
een toerist
touristique
toeristisch
un homme d’affaires
een zakenman
une femme d’affaires
een zakenvrouw
un voyage d’affaires
een zakenreis
un congrès
een congres
un colloque
een colloquium/conferencie
une réunion
een vergadering
se réunir
vergaderen
une conférence
een conferentie
participer à
deelnemen aan
partir
vertrekken
partir en voyage
op reis vertrekken
partir pour la France
naar Frankrijk vertrekken
un départ
een vertrek
rentrer
terugkomen
rentrer à, en, aux
terugkeren naar
une rentrée
een terugkomst
préparer un voyage
een reis voorbereiden
renseigner sur
iemand inlichten over
des préparatifs (m) de voyage
de reisvoorbereidingen
se renseigner sur
zich op de hoogte stellen