H7.2: Congenitale infecties Flashcards
(44 cards)
Congenitale infecties
- Infecties bij het kind in uterus
- = intra-uteriene infecties of prenatale infecties
- Overdracht vindt plaats via placenta
Bijzondere groep, want neonaten hebben…
- Andere leeftijd
- Andere verwekkers
- Andere klinische gevolgen
- Andere diagnostische problemen
- Andere preventieve mogelijkheden (landelijke richtlijnen voor screening en preventie)
Gevolgen congenitale infecties
- Groeiafwijkingen
- Laag geboortegewicht
- Congenitale malformaties
- Doodgeboorte
Perinatale infecties
- Rondom partus
- Meningitis, pneumonie, vroeggeboorte, sepsis
Neonatale infecties
Infecties die in eerste 4 levensweken van het kind optreden
Postnatale infecties
- Na geboorte geïnfecteerd
- Meningitis, sepsis, conjunctivitis, pneumonitis
Virussen epidemiologie
- CMV: 2.5:1000
- Parvovirus B19: 0.4:1000
- Varicellavirus 0.02-0.7 per 1000
- Rubellavirus, HSV, HIV: <0.01:1000
Bacteriën/parasieten epidemiologie
- Toxoplasmose (zeldzaam)
- Lues/syfilis (<0.01:1000, 5 per jaar)
Wie veroorzaken perinatale infecties (bacteriën/parasieten)?
- Groep B streptokokken (1:1000)
- Chlamydia (incidentie onbekend)
- Listeriose (<0.01:1000)
Zwangerschapsscreening
- Na 12 weken
- HIV
- HBsAg (HepB)
- Syfillis
TORCHES
- Vervelende ziekten die kinderen intra-uterien kunnen krijgen en waar ze acuut ziek van worden
- Toxoplasma gondii
- Overig (HIV, mazelen)
- Rubella
- CMV
- Herpes simplex
- Syfilis
Alleen screenen op HIV en syfilis
Congenitale rubella (rode hond)
- Rubellavirus is ES positief RNA virus met envelop
- Hoort bij Togaviridae famlie
- Mens is enige gastheer en heeft maar 1 serotype
- Ideaal virus voor vaccin
- Virus verspreidt aerogeen en via besmette oppervlakten
- Uit zich als milde LWI
- Ongevaccineerde jonge vrouwen lopen het meeste risico
- Zeer zeldzame ziekte geworden, enkele keren in Biblebelt en Amsterdam
- Importziekte en in epidemieën
Symptomen congenitale rubella bij moeder
- 50% is subklinisch
- Prodromale symptomen: malaise, lichte verhoging, lymfadenopathie, keelpijn, hoesten, conjunctivitis
- Later huiduitslag beginnend in gezicht, verspreiding naar romp en later naar armen
- Complicaties: artralgie/artritis van vingers, polsen en knieën
Symptomen congenitale rubella bij baby
- Prenataal: intra-uteriene groeiachterstand en spontane abortus
- Neonataal (CRS): huiduitslag, trombocytopenie, hep, hepatosplenomegalie, meningo-encefalitis, botafwijkingen, oogafwijkingen, cardiovasculaire afwijkingen
- Vroege kinderleeftijd en later: trias oogafwijkingen, doofheid, cardiovasculaire afwijkingen
Stadium zwangerschap x infectie moeder rubellavirus bepaalt gevolg
- Voor conceptie: minimale risico’s
- Eerste 12 weken: 100% foetus congenitaal geïnfecteerd, enorme congenitale problemen en 20% spontane abortus
- 13-16 weken: kans op doofheid en retinopathie 15%
- Na 16 weken: normale ontwikkeling met klein risico op doofheid en retinopathie
- Later: geen complicaties
Principe: infectie eerder geeft grotere complicaties behalve bij toxoplasmose waarbij later stadium schade geeft
Diagnostiek congenitale rubella
- Weinig mogelijkheden voor behandeling
- Bij klachten (exantheem) wordt IgM en IgG voor rubella bepaald
- Keeluitstrijkje of rubellavirus PCR om diagnose definitief te stellen
Wat doen bij infectie moeder <20 weken zwanger?
- Intra-uterien een vruchtwaterpunctie om rubella PCR uit te voeren
- Wel risico op mislukte zwangerschap
- Postnataal IgM bij kind bepalen en keel en urine uitstrijk doen voor kweek/PCR
Beloop congenitale infectie
- Therapeutische abortus
- Geen overdracht virus
- Overdracht virus: via placenta, kan miskraam, vroeggeboorte, kind met congenitale afwijking of geen afwijking
Congenitale cytomegalovirus (CMV)
- Veel mensen hebben latente die kan reactiveren
- Als moeder een primo-infectie of opvlamming kan ze het kind infecteren
- Primo-infectie: kans op infectie is groter
- Overdracht moeder op kind is in 90% asymptomatisch
- Hiervan blijft 75% asymptomatisch
- 15% ontwikkelde blijvende (gehoor)schade
- 10% symptomatisch geboren
- Waarvan 50% blijvende stade
- 5% overlijden
Symptomen CMV
- Hepatosplenomegalie
- Trombocytopenie
- Neurologische schade
- Meningo-encefalitis
- Chorioretinitis (gehoorschade veroorzaken)
Therapie CMV
- Geen vaccin
- (Val)ganciclovir (anti-herpes virus middel waarmee gehoorschade beperkt kan worden)
Congenitale HSV
- Seroprevalentie HSV 60-75%
- Incidentie is 3.2 per 100.000 pasgeborenen
- Merendeel heeft herpes neonatorum HSV1
- Agressief en destructief virus
- Moeder besmet met herpes genitalis, herpes labialis, asymptomatisch
Manifestaties HSV kinderen
- Binnen 4 weken, 40% al binnen een week
- Gelokaliseerde huid-, oog- en mondinfecties: groepjes blaasjes en lineaire distributies op extremiteiten zichtbaar
- CZS-infectie, slecht drinken, geprikkeld, suf, slap, convulsies, luierpijn
- Gedissemineerde infectie: visceraal (hep)
Transmissie HSV
- Perinataal (genitaal)
- Postnataal (koortslip): zoen
- Vrouwen kunnen herpes uitscheiden in geboortekanaal zonder ulcera te hebben
- Kans op transmissie bij vaginale bevalling is bij primaire herpes genitalis 50%
- Bij reactieve HSV kans veel kleiner