HC 2.1 Diagnostiek in de MDL Flashcards

1
Q

Hoeveel mensen zijn er met MDL klachten?

A

2 miljoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel procent van de ziekenhuisopnames en polikliniekbezoeken is MDL gerelateerd?

A

15-20% van de ziekenhuisopnames en polikliniekbezoeken is MDL gerelateerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de veel voorkomende MDL klachten?

A
  • Buikpijn
  • Winderigheid
  • Obstipatie
  • Maagzuur
  • Diarree
  • Misselijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De MDL aandoeningen kunnen zich acuut en chronisch presenteren. Hoe presenteren acute aandoeningen zich een wat zijn voorbeelden van acute aandoeningen?

A

Acute aandoeningen presenteren zich vaak met acute symptomen zoals ernstige buikpijn, misselijkheid en braken. Voorbeelden:
- Bloedingen in het maagdarmstelsel
- Ontstekingen (acute pancreatitis, acute cholecystitis of galsteenlijden)
- Inname van vreemde voorwerpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De MDL aandoeningen kunnen zich acuut en chronisch presenteren. Hoe presenteren chronische aandoeningen zich een wat zijn voorbeelden van chronische aandoeningen?

A

Chronische aandoeningen presenteren zich met chronische symptomen. Deze klachten kunnen ook misselijkheid en braken zijn. Voorbeelden:
- Infecties (virale hepatitis, Helicobacter Pylori)
- Prikkelbare darm syndroom (IBS)
- Inflammatoir (IBD, pancreatitis, auto-immuun hepatitis)
- Functionele aandoeningen (IBS, motoriekstoornissen, achalasie)
- (pre-) maligne tumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor aanvullend onderzoek kunnen we doen bij MDL aandoeningen?

A
  • Laboratoriumonderzoek (bloed, urine, faecies (kweken) en ademtesten (helicobacter/pancreasaandoening))
  • Pathologie (nemen biopten)
  • Microbiologie
  • Radiologie (passagefoto’s, buikoverzichtsfoto’s, CT-scan, MRI-scan, echografie)
  • Endoscopie
  • Functionele onderzoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe breng je het bovenste gedeelte van het maagdarmstelsel in beeld met behulp van endoscopie?

A

Het bovenste gedeelte: slokdarm, maag en duodenum, breng je in beeld met een gastroscopie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe breng je de dunne darm in beeld met behulp van endoscopie?

A

De dunne darm breng je in beeld met een videocapsule of met een (spiral) enteroscopie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe breng je de dikke darm in beeld met behulp van endoscopie?

A

Het colon breng je in beeld met een colonoscopie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen we de galwegen en pancreas in beeld krijgen met behulp van endoscopie?

A

En we hebben hele specifieke endoscopische mogelijkheden waarbij we de galwegen of de pancreas in kunnen: ERCP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Met welke techniek kunnen we inwendige echografie doen?

A

EUS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een manometrie onderzoek?

A

Je kunt de motiliteit meten met behulp van een catheter waarop allerlei druksensoren zitten en daarmee kun je in de slokdarm de gehele slikfunctie zijn. Dit heet een manometrie onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer doe je een pH-metrie onderzoek en wat kun je ermee zien?

A

Er zijn best veel mensen die reflux klachten houden ondanks dat ze maagzuurremmers gebruiken. Bij deze mensen kun je een pH-metrie doen om te kijken of er wel degelijk sprake is van reflux of het gewoon eten is dat omhoog komt en daarmee kun je ook bepalen wat voor behandeling je voor de patiënt gaat inzetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat waren de uitdagingen van de endoscopie?

A

De uitdaging van de endoscopie: zichtbaar maken van de binnenkant van het lichaam, flexibiliteit (starre buizen die werden gebruikt zorgden voor veel complicaties, bijv. perforatie slokdarm), beeldkwaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor soorten preventief onderzoek kunnen we doen?

A

Bevolkingsonderzoek (naar bijv. darmkanker) en surveillanceonderzoek (naar bijv. Barrett slokdarm, pancreascysten, levercirrose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werkt het bevolkingsonderzoek naar darmkanker?

A

Darmkanker komt heel vaak voor 12.000 nieuwe mensen per jaar. De doelgroep van het onderzoek is 55-75 jarigen daarvan doet 70% mee aan de ontlastingstest, dat zijn er 1.6 miljoen. 5,3% heeft uiteindelijk een positieve test, dat zijn mensen waarbij er bloed wordt gezien bij de ontlasting en dat is een reden om een colonoscopie te doen. 85% daarvan doet dan ook mee aan de endoscopie. Met als gevolg veel endoscopieën voor de MDL artsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom doen we surveillanceonderzoek bij mensen met een Barrett syndroom? En wat voor onderzoek doen we?

A

Dit doen we bij mensen met een Barrett slokdarm. Die mensen hebben reflux en kunnen intestinale metaplasie ontwikkelen wat kan leiden tot dysplasie en uiteindelijk slokdarmkanker. Die mensen krijgen eens in de tijd een gastroscopie om te kijken of daar afwijkingen zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom doen we surveillanceonderzoek bij mensen met pancreascysten? En wat voor onderzoek doen we?

A

Dit doen we ook bij mensen met pancreascysten, omdat we weten dat een groot deel van deze cysten premaligne afwijkingen zijn. Dit doen we met een EUS of MRI.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom doen we surveillanceonderzoek bij mensen met levercirrose? En wat voor onderzoek doen we?

A

Bij mensen met levercirrose doen we ook onderzoek naar HCC (hepatocellulaircarcinoom). Deze mensen krijgen elk half jaar een echo of MRI om te kijken of er laesies zijn ontstaan in de lever wat kan duiden op HCC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn naast de endoscopie andere technieken om de bovenste tractus in kaart te brengen?

A
  • CT-scan
  • Met de manometrie en de pH-metrie kun je goed de functionaliteit van de slokdarm in kaart brengen.
  • X-slokdarm passage (‘slikfoto’)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat kun je zien op een CT-scan van de bovenste tractus? En wat is een nadeel?

A

Je kunt veel verschillende structuren zien, maar hele subtiele afwijkingen (zoals vormen van kanker) kun je missen met een CT-scan. Omdat bijv. de maag kan samenvallen als die leeg is dan kun je op de CT-scan moeilijk onderscheidt maken of het een verdikte plooi is of een tumor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een X-slokdarm passage?

A

X-slokdarm passage (‘slikfoto’): dan slikt iemand contrast in en dan zie je mooi hoe dat door de slokdarm heen beweegt, je kunt hier dus de anatomie beoordelen en de functionaliteit.

23
Q

Aan de hand van welk aanvullend onderzoek kun je iemand gaan behandelen?

A

Maar vaak heb je toch een gastroscoop nodig om aan de binnenkant te kijken. Het is ook het enige aanvullende onderzoek waarmee je uiteindelijk iemand kan gaan behandelen.

24
Q

Wat zijn de indicaties voor een gastroscopie?

A
  • Reflux (bij mensen onder de 60 jaar is dat eigenlijk geen indicatie, je vindt dan zelden wat afwijkends)
  • Passageklachten
  • Anemie (met name ferriprieve anemie (ijzergebrek))
  • Melena (zwarte ontlasting, dit wijst vaak op een bloeding in je bovenste tractus digestivus)
  • Ulcus
  • Coeliakie
25
Q

Wat zien we op dit plaatje?

A

Onder in de slokdarm kan er door reflux ontsteking ontstaan en kunnen er dit soort zweren (ulcera) ontstaan. Dit noem je oesofagitis.

26
Q

Hoe kun je ulcera classificeren? En waar kunnen ulcera toe leiden?

A

Afhankelijk van de mate van ulceratie kun je ingedeeld worden in een klasse (LA classificatie). Graad A is weinig en Graad D is heel veel ulcera. De ulcera kunnen ook een reden zijn voor bloedingen bij mensen.

27
Q

Wat zien we op deze afbeeldingen? En wat is hiervoor de behandeling?

A

Dit is een plaatje van een tumor in de slokdarm. Deze is erg obstructief, maar je kunt ook tumoren hebben die meer oppervlakkig zijn. Deze tumoren zijn heel subtiel, daarom surveilleren we ook mensen met Barrett syndroom. Die tumoren kunnen we dan ook endoscopisch verwijderen. Voor zo’n grote tumor wordt chemoradiatie gegeven en kan er chirurgie te pas komen.

28
Q

Wat kun je ook zien in de slokdarm naast ulcera en tumoren? En wat is daarvan de oorzaak?

A

Wat je ook kunt zien zijn spataderen (varices) in je slokdarm, dit zie je vaak bij mensen met levercirrose. Kenmerkend aan levercirrose is de verlittekening van de lever (de lever wordt heel nodulair). Doordat de lever zo verlittekend is wordt de druk ook hoog in de vena porta en alle bloedvaten daarvoor, dit noem je portale hypertensie. En als gevolg daarvan kunnen zich allerlei lateralen ontwikkelen meestal rondom de distale slokdarm en ook rondom de maag.

29
Q

Wat is een white nipple?

A

White nipple = fibrineplugje op een varices (spatader), hier heeft recentelijk een bloeding plaatsgevonden.

30
Q

Hoe kun je het bloeden van de varices behandelen?

A
  • Met elastieke bandjes, je op de scoop een cap plaatsen en om die cap zitten elastieke bandjes, zo’n varices kun je in de cap zuigen en dan plaats je er een elastiek bandje omheen. Die varices sterft dan vervolgens af. Er ontstaan dan een ulcus en op een gegeven moment geneest dat weer.
  • Wat je ook kan doen is lijm injecteren, dat doen we vaak als de varices in de maag zitten omdat je daar niet zo makkelijk kan banden.
31
Q

Hoe kun je maagzweren behandelen? En hoe werd dat vroeger gedaan?

A

Wat ook een oorzaak kan zijn van bloedingen zijn maagzweren, vroeger werd daar chirurgie voor gedaan. Tegenwoordig kunnen we dat endoscopische behandelen of met maagzuurremmers.

32
Q

Hoe kun je een ulcus classificeren?

A

Met behulp van de Forrest classificatie: daarmee bekijk je hoe groot de kans is als je dit ulcus laat zitten dat daar opnieuw een bloeding uit optreedt.

33
Q

Wat is Forrest klasse 1?

A

Je ziet er actief bloed uitkomen (als je dit niet behandeld gaat iemand dood), je kunt een clip plaatsen of coaguleren (dichtbranden)

34
Q

Wat is forrest klasse 2

A

Als er stigmata zijn, bloedvaatjes die hebben gebloed maar nu niet meer (als je dit ziet moet je het ook behandelen): je kunt er een clip opzetten of het dichtbranden (coaguleren). Ook als je tekenen ziet van hematine maar je ziet geen bloedvat, dan geef je mensen PPI (protonpompremmers) en dan geneest het vanzelf.

35
Q

Wat is forrest klasse 3?

A

Een mooi ulcus, behandel je ook met PPI

36
Q

Wat doe je als een een arteriebloeding vanuit een ulcus ziet op een endoscopie?

A

Als je zo’n arteriebloeding ziet op een endoscopie, dan injecteren we meestal eerst adrenaline rondom het ulcus. Met die adrenaline zorg je voor vasoconstrictie. Daarmee stopt dan het bloeden en dan heb je tijd om het ulcus goed te behandelen.

37
Q

Wat zie bij achalasie op een manometrie?

A

Bij achalasie zie je hoge drukken boven de onderste sphincter en geen contractiliteit. Dus je ziet niks op een manometrie.

38
Q

Wat doe je verder voor onderzoek als de slikfoto afwijkend is?

A

Als je ziet dat de slikfoto afwijkend is dan moet je meestal ook nog een manometrie doen om te zien wat het onderliggende probleem is, en meestal afhankelijk van de leeftijd is er ook nog een gastroscopie nodig.

39
Q

Wat gebeurt er eigenlijk bijna altijd bij plots gewichtsverlies?

A

Bij gewichtsverlies ontkom je eigenlijk bijna niet aan een gastroscopie.

40
Q

Hoe kun je de dunne darm bekijken?

A

Om echt aan de binnenkant van de dunne darm te kijken moet dat met een dubbelballon-enteroscopie of met een spiraal enteroscopie.
- Dubbelballon-enteroscopie: door de ballon op te blazen en de scoop terug te trekken kun je steeds een stukje verder komen in de darm.
- De spiraal-enteroscopie: nieuwere techniek, zit een spiraal omheen die zich zo naar binnen draait, we zien er wel meer complicaties bij.

41
Q

Wat zijn de indicaties voor een enteroscopie?

A
  • Als er sprake is van rectaal bloedverlies en je hebt niks gevonden bij de dikke darm en niks aan de bovenkant, dat je dan gaat kijken in de dunne darm.
  • Ferriprieve anemie
  • IBD (zoals de ziekte van Crohn)
  • Tumoren: gist-, neuroendocrienetumor of een adenocarcinoom.
42
Q

Hoe kun je het colon afbeelden?

A
  • Colonoscopie
  • CT-colografie: contrast met een catheter, bij mensen met een te hoog risico om een colonoscopie te ondergaan. Met deze techniek kun je goed kijken of er tumoren of kleine poliepen zichtbaar zijn.
43
Q

Wat zijn de indicaties voor een colonoscopie?

A
  • Bevolkingsonderzoek darmkanker
  • IBD (Crohn, collitis ulcerosa)
  • Ferriprieve anemie
  • Iemand van boven de 50 jaar met een veranderd defaecatiepatroon
44
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Op dit plaatje zie je de opening van de appendix vermiformis.

45
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Dit is de colon transversum, kenmerkend is de driehoekachtige structuur.

46
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Dit is het colon sigmoïd, herkenbaar aan de vele contracties.

47
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Dit is een retroflexie naar de anus.

48
Q

Wat voor soort poliepen zijn er? Welke komt het meest voor?

A

Adenomateuze poliepen komen het vaakst voor (67%), ze nemen ook toe met de leeftijd. Bij de kankertest (bevolkingsonderzoek) hebben mensen in de meeste gevallen adenomen en geen kanker. Serrated poliepen zijn hele vlakke poliepen. Inflammatoire poliepen ontstaan als je een ontsteking hebt gehad of bij IBD. Poliepen kunnen ontzettend groot zijn of met een steel.

49
Q

Hoe verwijder je poliepen? Zit er verschil tussen het verwijderen van kleine en grote poliepen?

A

Het verwijderen van poliepen doen we meestal met een snaartje, dit is voor de kleinere poliepen. De grote poliepen kunnen we weghalen met behulp van EMR: in de submucosa injecteren we een vloeistof met een blauwe kleur en dan kan je met de snaar de poliep wegsnijden. Door de vloeistof onder de poliep te spuiten voorkom je het risico op perforatie.

50
Q

Hoe verwijder je gesteelde poliepen?

A

Bij de gesteelde poliepen zitten meestal bloedvaten in de steel. Je kunt er een soort tiewrap omheen plaatsen (endoloop). Dan kun je de snaar eromheen doen en doorbranden, je kunt namelijk ook coaguleren met de snaar.

51
Q

Wat doe je als iemand in het colon een obstructie heeft als gevolg van een tumor?

A

Bij mensen die een obstructie hebben als gevolg van de tumor, kunnen we een stent plaatsen. Dit zorgt ervoor dat de ileus wordt opgeheven. De stent dient als bridge to surgery of als palliatief. Deze stent kan ook complicaties meebrengen.

52
Q

Hoe kun je collitis ulcerosa behandelen en kan dit ook bij de ziekte van Crohn?

A

Collitis ulcerosa kun je compleet behandelen met een colectomie, ziekte van Crohn niet.

53
Q

Wat is de diagnostiek van de pancreas en galwegen?

A
  • Echografie en fibroscan (techniek waarmee je de stijfheid van de lever kunt meten)
  • CT-scan
  • MRI/MRCP
  • Endoscopische echografie
  • ERCP (hiermee kan je in de galwegen en de pancreas): galstenen, stricturen, chronische pancreatitis, gallekkage.
  • EUS
54
Q

Welke twee soorten EUS heb je en wat is het verschil?

A

Radiaire EUS (360 graden rondom), lineaire EUS (je kijkt naar beneden, hiermee kan je gemakkelijk interventies verrichten)