HC Tendinopathie Flashcards

(43 cards)

1
Q

Wat is tendinopathie?

A

Een overkoepelende term voor aandoeningen aan pezen zoals tendinitis, tendinosis, partiële scheuren, rupturen, calcificaties, en tenovaginitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen tendinitis en tendinosis?

A

Tendinitis is een acute ontsteking (minder dan 3%) met infiltratie van granulocyten. Tendinosis is een chronische, degeneratieve aandoening zonder ontsteking met gedesorganiseerde vezels, necrose en neovascularisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is tenovaginitis en waar komt het voor?

A

Een ontsteking van de peesschede. Komt niet voor bij de patellapees, wel bij pezen in de vingers (zoals extensoren). Therapie verschilt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke therapie is aangewezen bij tendinitis?

A

Anti-inflammatoir: NSAIDs, ijs. Geen kinesitherapie tijdens inflammatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke therapie bij tendinosis?

A

Specifieke excentrische oefeningen om de pees te versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zie je bij echografie van een pees met tendinopathie?

A

Verdikking, hypoechogeniciteit, tears, neovascularisatie (Power Doppler).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het effect van excentrische training op een pees?

A

Verhoogt kracht en loadcapaciteit van de pees. Structurele en cellulaire veranderingen versterken de pees.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn intrinsieke risicofactoren voor tendinopathie?

A

Leeftijd >35, obesitas, anatomische afwijkingen, geslacht, medicatie, co-morbiditeiten, eerdere peesletsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn extrinsieke risicofactoren voor tendinopathie?

A

Improper training, slechte bewegingstechniek, ergonomie, slechte uitrusting zoals versleten loopschoenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 4 stadia van tendinopathie?

A

1: pijn na activiteit, 2: pijn bij begin, 3: pijn in rust en tijdens activiteit, 4: ruptuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn typische symptomen bij klinisch onderzoek van tendinopathie?

A

Pijn bij gebruik, rek, aanspanning, palpatie (drukpijn, verdikking, knobbels, krepitus bij tenovaginitis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het eerste beeldvormend onderzoek bij tendinopathie?

A

Echografie. MRI alleen als diagnose onduidelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn indicaties voor ijs en warmte bij tendinopathie?

A

IJs bij inflammatie (tendinitis), warmte bij tendinosis voor spierontspanning en bloeddoorstroming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer wordt een brace gebruikt bij tendinopathie?

A

Bij tenovaginitis, De Quervain, tenniselleboog. Niet bij rotator cuff. In acute fase bij inflammatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn goede trainingsprincipes bij peesproblemen?

A

Controlled loading. Excentrisch trainen = gouden standaard. Geen rust, geen overload.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is shockwave therapie (ESWT)?

A

Niet-invasieve therapie die calcificaties vermindert, angiogenese en collageensynthese bevordert. Enkel bij tendinopathie zonder ruptuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn mogelijke bijwerkingen van shockwave therapie?

A

Blauwe plekken, zwelling, pijn na de behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de risico’s van corticosteroïdeninjecties?

A

NOOIT in de pees zelf. Risico op ruptuur, collageenremming. Enkel peritendineus of in bursa bij inflammatie.

19
Q

Wat is PRP en waarvoor wordt het gebruikt?

A

Bloedplaatjesrijke plasma-injecties stimuleren genezing via groeifactoren. Wordt nog onderzocht.

20
Q

Wanneer is chirurgie nodig bij tendinopathie?

A

Bij volledige ruptuur. Bij partiële of geen ruptuur: afwachten met andere therapieën eerst.

21
Q

Waarom duurt herstel bij tendinopathie lang?

A

Pees heeft slechte vascularisatie. Herstel kan maanden tot een jaar duren.

22
Q

Wat zijn de belangrijkste behandelingsstappen bij tendinopathie?

A

1: Risicofactoren aanpakken, 2: Excentrische training, 3: Shockwave, 4: Injecties, 5: Chirurgie indien nodig.

23
Q

Wat zijn typische sporten bij achillespees tendinopathie?

A

Hardlopen, dansen, tennis. ‘Runner’s heel’. Wordt vaak gecombineerd met fascia plantaris.

24
Q

Wat zijn de stadia van pijn in de geschiedenis van tendinopathie?

A

Begin: pijn bij start activiteit en na belasting. Later: pijn tijdens hele activiteit en in rust. Ruptuur: plots ‘snap’ met pijn.

25
Wat is de Thompson-test?
Test voor achillespeesruptuur. Geen plantairflexie bij knijpen in kuit = positief.
26
Wat zijn belangrijke elementen van fysiek onderzoek bij peesproblemen?
Inspectie (verdikking), palpatie (tenderness), krachtverlies, pijn bij passieve stretch, endurance testen (bv. 30x kuitverhoging).
27
Wat is het effect van hielverhoging in schoenen?
Verlaagt tractie op pees, vermindert stretchpijn, niet voor langdurig gebruik wegens verkorting pees.
28
Verschil tendinits en tendinosis
Tendinitis < 3% Acuut Inflammatie → enkel maar een paar dagen > maar meestal komen pt pas als inflammatie over is = tendinosis Infiltratie van granulocyten Zwelling, pijn, warmte Tendinosis: Chronisch, Degeneratie Gedesorganiseerde vezels Necrose Neovascularisatie Degeneratief, chronische overload (sporten > zwemmen (swimmer-schouder), beroeps > schoonmakers) > Repetieve microinjuries Kan ook post-traumatisch; Zwelling, tenderness (geen roodheid)
29
IntrinsiekeRisicofactoren tendinopathie
- Gewicht capaciteit (load capacity) - Herstelcapaciteit (recovery capacity) o Ieder mens heeft een herstelvermogen dat eigen is aan de mens in kwestie o Sommige mensen hebben een hoger herstelvermogen, andere mensen moeten heel veel moeite doen om beter te worden, maar worden nooit beter Klinische risicofactoren voor overuse tendinopathy – intrinsieke: (EX!) => belangrijk bij pt met tendinopathie - Leeftijd boven de 35 jaar - Obesitas o Ook meer peesproblemen in bovenste lidmaten (vb ratio cuff disease en artrose in handen) - Anatomie en biomechanische abnormaliteiten o Bv. pes planus subtalair joint stiffness, reduces ankle dorsiflexie o Biomechanica naar zoeken bij tendinopathie - Gender (vrouwen) - Medicatie o Bv. fluoroquinolones, statines, aromatase inhibitoren - Co-morbiditeiten o Bv. Diabetes mellitus, reumatologische disease, hartaandoening, lipid disorders, collageen vasculaire disease - Eerdere pees injury
30
Extrinsieke risicofactoren tendinopathie
- Gewicht (load) Klinische risicofactoren voor overuse tendinopathy – extrinsieke: (EX!) - Improper training (onjuist trainen) o Bv. abrupt, grote stijging in training volume o Belangrijk dat het wel progressief en gelijk verdeelt over de week - Zwakke beweging patronen (poor movement patterns) o Bv. abnormaal loopgang, slechte gewichthef techniek - Slechte ergonomics o Bv. overmatige beweging of ongemakkelijke gewrichtspositie tijdens activiteit - Slechte uitrusting (poor equipment) o Bv. loopschoenen met slijtage o Barefoot lopen – speciale schoenen > looptechniek moeten veranderen (klassiek hiel loop > meer impact > belangrijker klacht over deze schoen van fracturen en tendinopathie) > met deze schoenen moet je op je forefoot lopen > geen problemen o => moeten navragen + waar lopen (beste bos, straat minder goed)
31
Timing tendinopathie
Stage 1: pijn na de activiteit = eerste teken van tendinopathie Stage 2: pijn bij het begin van de activiteit Stage 3: pijn bij rust en (volledige) tijdens de activiteit => hier al een belangrijke tendinopathie Stage 4: belangrijke tendinopathie, ruptuur
32
Klinisch onderzoek tendinopathie
- Onderzoek o **Pijn bij gebruik** => activatie spier en pees o **Pijnlijk stretchen o => typisch voor tendinopathie** o De kracht kan worden verminderd - Palpatie o Kan pijnlijk zijn o Verdikking o Tenderness o (Knobbeltjes) o (Krepitus) – meest in tenovaginatis => Wanneer je vraagt voor een weerstandtest voor de spier/pees  zal pijnlijk zijn => Geen peesprobleem zonder aanspanningspijn!! => Drukpijn, rekpijn en aanspanningspijn!!! - Functionele tests (rektesten) o Squattest met één been voor patellatendinopathie o Hieldrop voor achillespeesontsteking (vaak meermaals testen + hierop trainen) => pijnlijke test want stretch
33
Technisch onderzoek tendinopathie
Ultrasonische standaard onderzoek voor pees = 1ste onderzoek
34
Wat niet doen bij tendinopathie?
Want and see → geen evidentie; bij tendinitis sporten, in pees zelf steroïden
35
Brace of niet?
Correctie van risicofactoren; tenovaginitis wel een brace (juiste brace) => selectief rust geven - Quevin, tenniselleboog - NIET rotator cuff/// Rust door immobilisatie (in acute fase) => bij inflammatie én biomechanische factoren => controleren, want belangrijke predespositie factor (steunzolen, >= 1cm beenlengte verschil)
36
Hoe trainen pees?
- Excentrisch trainen is de gouden standaardtherapie voor pees (!) EX! o Origo en insertie verder van elkaar brengen o <-> Concentrisch trainen: origo en insertie dichter bij elkaar brengen  niet doen bij tendinopathie
37
Steroïden en pezen
NOOIT in de pees zelf
38
PT mte tendinopathie
1. Risicofactoren → Als biomechanische factoren niet corrigeren → gaat later terugkomen 2. Gouden standaardbehandeling: excentrische training 3. Shockwave 4. Injecties 5. Chirurgie
39
Achillespees tendinopathie (Runner's heel): predisponerende factoren
- Overmatige belasting, bijvoorbeeld minimale schoenen (ok als forefoot loper dan geen shock absorptie nodig) of onjuiste training - Mannen => geslacht afh – veel bij vrouwen in bovenste lidmaat door beroep, onderste lidmaat meer mannen > door sport meer voorkomend - > 60 jaar (verminderde vasculariteit) - Biomechanische afwijkingen > checken o Hyperpronatie o Pes cavus o Subtalaire gewrichtsimobiliteit o Veranderde spiercontrole van glutei- of voetspieren o Veranderde loopmechanica
40
Geschiedenis tendinopathie
- Pijn verergert met laden - Vroeg stadium: o Pijn en stijfheid aan het begin van de activiteit en na inspannende activiteiten - Later stadium: o Pijn tijdens volledige activiteit o Pijn in rust - Scheuren o Plotselinge klik/snap in het hielgebied, gevolgd door pijn en moeite met het dragen van het gewicht
41
Behandeling achillespees tendinopathie
> Minstens 6 maanden - Aanpassingen activiteit/schoeisel/biomechanica o Verlaag de loading tijdens de training o Wijzigingen in schoenartikelen o Steunzolen o Hiel liften  In beide schoenen hielkussentjes  origi en insertie van de pees zullen dichter bij elkaar gaan  je gaat de spierpees niet stretchen en dit zal voor de patiënt een goed gevoel zijn (verminderen van stretchpijn)  => minder tractie, niet lange termijn want dan verkort je de pees o Tape > meeste in de inflammatoire fase of tijdens sporten - Maatregelen in acute fase o NSAID o IJs Stretching - Fysiotherapie o Excentrische belasting om de pees te versterken o Stretching - Interventioneel o ESWT (insertie, zeker als therapie resistent) o Infiltraties Hyaluronzuur, PRP o GEEN injectie met cortisteroïden tenzij bij bursitis o Chirurgie (zelden)
42
Patella tendinopathie
Voorste kniepijn o Bij een knie is er geen gerefereerde kniepijn - Vaak pijn aan de inferior/onderpool van de patella na een periode van verhoogde activiteit (overmatig gebruik)
43
Fysiek onderzoek patellapees tendinopathie
- Palpatie van pees, vooral proximaal uiteinde