Bewegingsstelsel 1 Flashcards

(53 cards)

1
Q

Wat zijn de drie soorten klachten bij musculoskeletale aandoeningen?

A

Pijn, functiestoornis, vormstoornis (zoals zwelling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de verschillen tussen inflammatoire en mechanische pijn?

A

Inflammatoire: Rustpijn, ochtendstijfheid (≥ 1 uur), beter bij beweging. Mechanisch: Pijn bij belasting, weinig ochtendstijfheid (≤ 15 minuten), erger in de avond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke structuren worden onderzocht bij musculoskeletale pijn?

A

Vasculaire structuren, arthron (gewricht), neurale structuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de Baighton-schaal en waarvoor wordt deze gebruikt?

A

Een schaal om hypermobiliteit te beoordelen, bijvoorbeeld bij Ehlers-Danlos syndroom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn tekenen van inflammatoire pijn?

A

Nachtelijke pijn, ochtendstijfheid, beter bij beweging, spontane pijn in rust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het doel van actieve en passieve bewegingsonderzoeken?

A

Actief: beoordelen van contractiele structuren (spieren/pezen). Passief: beoordelen van niet-contractiele structuren (gewrichten, kapsel, bursa).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een positieve test van Trendelenburg?

A

Het bekken zakt aan de niet-standzijde door insufficiëntie van de heupstabilisatoren aan de standzijde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het teken van Bakody?

A

Vermindering van nekpijn bij elevatie van de arm, wat kan wijzen op een cervicale radiculopathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vragen moeten altijd gesteld worden bij musculoskeletale klachten?

A

Nachtelijke pijn? Toename pijn bij hoesten/niezen? Verbetering bij beweging?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de stappen in een systematisch klinisch onderzoek?

A

Anamnese, inspectie, bewegingsonderzoek, palpatie, gewrichtstesten, spiertesten, neurologische testen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe onderscheid je tussen inflammatoire en mechanische rugpijn?

A

Inflammatoir: ochtendstijfheid, beter bij beweging. Mechanisch: pijn erger bij belasting, beter in rust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een voorbeeld van een pathologisch eindgevoel?

A

Een abrupt stopgevoel bij beweging door gewrichtsschade of ontsteking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het arthron?

A

Het arthron is de functionele eenheid van het gewricht en omvat kraakbeen, kapsel, synoviaal vocht, ligamenten en pezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe test je op een contractuur in een gewricht?

A

Door zowel actieve als passieve bewegingsbeperkingen te beoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent een beperkte actieve beweging, maar een normale passieve beweging?

A

Er is waarschijnlijk een probleem met de contractiele structuren (zoals spieren of pezen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen mono-, oligo- en polyarticulaire artritis?

A

Mono: Eén gewricht; Oligo: 2-4 gewrichten; Poly: ≥5 gewrichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn oorzaken van acute monoartritis?

A

Septische artritis, kristalartritis (jicht, CPPD), reactieve artritis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom is septische artritis een urgentie?

A

Het kan levensbedreigend zijn en leidt snel tot gewrichtsdestructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is kenmerkend voor kristalartritis (zoals jicht)?

A

Aanvallen van hevige pijn, vaak in het MTP-gewricht van de grote teen, veroorzaakt door kristalneerslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van chronische polyartritis?

A

Reuma artritis
Psoriasisch artritis
Kristalartritis (CPPD>jicht)
Systeemziekte
Paraneoplastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een teken van psoriatische artritis?

A

Asymmetrische gewrichtsontsteking en dactylitis (worstvorming van vingers of tenen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat onderscheidt jicht van pseudojicht?

A

Jicht: natriumuraatkristallen; Pseudojicht: calciumpyrofosfaatkristallen.

23
Q

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van oligoartritis bij jongere patiënten?

A

Reactieve artritis, vaak geassocieerd met eerdere infecties zoals gastro-intestinale of urogenitale infecties.

24
Q

Welke aanvullende onderzoeken zijn nuttig bij perifere artritis?

A

Bloedonderzoek (CRP, reumafactor, anti-CCP), beeldvorming, synoviaalvochtanalyse.

25
Hoe herken je een infectieuze artritis klinisch?
Acute zwelling, warmte, roodheid, hevige pijn, vaak koorts en verhoogde CRP.
26
Wat is het verschil tussen reactieve en post-infectieuze artritis?
Reactieve artritis ontstaat na infectie (zonder actieve infectie in het gewricht), post-infectieuze artritis kan later optreden door immuunreactie.
27
Wat zijn rode vlaggen bij artritis?
Koorts, nachtelijke pijn, onverklaarbaar gewichtsverlies, monoartritis met snelle progressie.
28
Wat zijn de belangrijkste risicofactoren voor osteoporose?
Leeftijd, vrouwelijke geslacht, menopauze, calcium-/vitamine D-tekort, roken, en gebruik van corticosteroïden.
29
Wat is osteomalacie en wat zijn de oorzaken?
Verstoorde botmineralisatie, meestal door vitamine D-tekort of nierproblemen.
30
Hoe kan osteoporose worden behandeld?
Calcium en vitamine D-supplementen, bisfosfonaten, en in sommige gevallen denosumab of PTH-analogen.
31
Welke rol spelen chondrocyten in kraakbeen?
Chondrocyten produceren collageen type II en proteoglycanen die essentieel zijn voor kraakbeenintegriteit.
32
Wat veroorzaakt kraakbeendegradatie bij reumatoïde artritis?
Ontstekingscytokines zoals IL-1 en TNF-α remmen kraakbeensynthese en stimuleren afbraak.
33
Wat zijn klassieke symptomen van reumatoïde artritis?
Symmetrische zwelling van kleine gewrichten, ochtendstijfheid >1 uur, en systemische symptomen zoals vermoeidheid.
34
Wat is de rol van pannus in RA?
Pannus is ontstoken synoviaal weefsel dat kraakbeen en bot vernietigt.
35
Welke autoantilichamen worden vaak gevonden bij RA?
Reumafactor (RF) en anti-CCP-antilichamen.
36
Wat zijn systemische manifestaties van RA?
Vasculitis, pericarditis, pulmonale fibrose, en oogontstekingen zoals scleritis.
37
Hoe wordt RA behandeld?
Methotrexaat als basis, vaak gecombineerd met andere DMARDs en biologicals, en symptomatische NSAIDs.
38
Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van NSAIDs?
Maagzweren, nierproblemen, en verhoogd cardiovasculair risico.
39
Waarom moet methotrexaat altijd met foliumzuur worden voorgeschreven?
Om bijwerkingen zoals macrocytaire anemie en mondulcera te voorkomen.
40
Welke medicijnen kunnen tijdens de zwangerschap worden gebruikt voor RA?
Hydroxychloroquine en sulfasalazine.
41
Wat is de functie van corticosteroïden bij musculoskeletale aandoeningen?
Snelle onderdrukking van ontstekingen, vaak als aanvalsbehandeling.
42
Wat zijn de verschillen tussen traditionele DMARDs en biologicals?
Traditionele DMARDs (zoals methotrexaat) beïnvloeden celmetabolisme, biologicals (zoals TNF-remmers) richten zich op specifieke cytokines.
43
Wat is scoliose en hoe wordt het gediagnosticeerd?
Een driedimensionale kromming van de wervelkolom, gediagnosticeerd bij een Cobb-hoek >10°.
44
Wat is een gibbus en bij welke aandoening komt dit vaak voor?
Een bult veroorzaakt door rotatie van de wervelkolom, vaak gezien bij scoliose.
45
Wat is het verschil tussen structurele en compenserende scoliose?
Structurele scoliose is niet corrigeerbaar door beweging; compenserende scoliose verdwijnt bij correctie van de oorzaak.
46
Wat is de ziekte van Scheuermann?
Een hyperkyfose veroorzaakt door onregelmatige groei van wervels bij adolescenten.
47
Wat zijn indicaties voor chirurgie bij scoliose?
Cobb-hoek >50°, progressieve kromming, of ernstige pijn en verminderde functie.
48
Wat is de Risser-grade en waarvoor wordt deze gebruikt?
Een schaal van 1-5 die de skeletrijpheid beoordeelt, belangrijk voor scolioseprognose.
49
Hoe onderscheid je tussen contractiele en niet-contractiele structuren in bewegingsonderzoek?
Actieve beperking maar normale passieve beweging: contractiele structuren. Beperking bij beide: niet-contractiele structuren.
50
Wat is het doel van de Lasègue-test?
Het opsporen van radiculaire pijn bij lumbale hernia door durale rek.
51
Hoe test je op een cervicale radiculopathie?
Test van Spurling: nek extensie, lateroflexie, en compressie, wat pijn veroorzaakt bij zenuwcompressie.
52
Wat is de betekenis van een positief teken van Trendelenburg?
Onvoldoende heupstabilisatie door zwakte van gluteus medius/minimus, wat leidt tot bekkenval aan de niet-standzijde.
53
Wat is het verschil tussen actieve en passieve bewegingen in klinisch onderzoek?
Actieve bewegingen worden door de patiënt uitgevoerd en testen contractiele structuren; passieve bewegingen testen niet-contractiele structuren.