HC04 - Shock Flashcards

(19 cards)

1
Q

Wat is shock?

A

Een complex van pathofysiologische stoornissen waarbij circulatie, organen en weefsels/cellen betrokken zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definieer cardiovasculaire shock.

A

Een syndroom dat veroorzaakt wordt door een insufficiëntie van de circulatie, wat leidt tot inadequate weefselperfusie en functieverlies van cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan cardiovasculaire shock worden ingedeeld?

A

In twee manieren: klassieke klinische indeling en hemodynamische indeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de vier groepen van hemodynamische indeling van shock.

A
  • Hypovolemische shock
  • Cardiogene shock
  • Obstructieve shock
  • Distributieve shock
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de fases van hypovolemische, cardiogene en obstructieve shock?

A
  • Compensatiefase
  • Vroege decompensatiefase
  • Late decompensatie-/terminale fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de fases van distributieve shock.

A
  • Hyperdynamische fase
  • Hypodynamische fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is hypovolemische shock?

A

Een type shock waarbij er te weinig volume in het vaatbed is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn oorzaken van hypovolemische shock?

A
  • Uitwendig vochtverlies via maagdarmkanaal, urinewegen of huid
  • Inwendig vochtverlies naar lichaamsholten of interstitium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er tijdens de compensatiefase van hypovolemische shock?

A
  • Druk in het systemische vaatbed daalt
  • Vermindering van veneuze return
  • Verlaging van voorbelasting
  • Afname van einddiastolische druk en volume
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de gevolgen van meer dan 40% vochtverlies in de decompensatiefase?

A
  • Weefselhypoxie
  • Vasodilatatie
  • Daling van gemiddelde arteriële bloeddruk
  • Verminderde weefselperfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is cardiogene shock?

A

Een type shock veroorzaakt door een probleem van het hart, niet door hypovolemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem oorzaken van cardiogene shock.

A
  • Systolische disfunctie
  • Diastolische disfunctie
  • Klepgebreken
  • Ritmestoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is obstructieve shock?

A

Shock veroorzaakt door een obstructie in het veneuze systeem, hart of arteriële systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef voorbeelden van obstructieve shock.

A
  • Maagdilatatievolvulus (MDV)
  • Pericardovervulling
  • Longembolie
  • Tensie-pneumothorax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de oorzaken van distributieve shock?

A

Aandoeningen die leiden tot verstoring in de normale distributie van hartminuutvolume door ontstekingsreacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de fases van septische shock?

A
  • Hyperdynamische fase
  • Hypodynamische fase
17
Q

Wat zijn de algemene effecten van shock op organen?

A
  • Hersenen
  • Hart
  • Longen
  • Maagdarmkanaal
  • Pancreas
  • Nieren
  • Bloed
18
Q

Wat zijn klinische verschijnselen van shock?

A

Niet specifiek voor type of stadium van shock, maar kunnen indicaties geven.

19
Q

Wat zijn therapeutische basisprincipes voor het behandelen van shock?

A
  • Behandelen van de oorzaak
  • Behandelen van de gevolgen
  • Vloeistoftherapie
  • Zuurstoftherapie
  • Vaso-actieve middelen