HC05 - Antibiotica Flashcards

(25 cards)

1
Q

Wat is een antibioticum?

A

Een stof die van nature afkomstig is van schimmels of bacteriën, vaak synthetisch geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem enkele bekende voorbeelden van antibiotica.

A
  • Penicillines
  • Cefalosporines
  • Macroliden
  • Aminoglycosiden
  • Tetracyclines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe functioneren antibiotica in de natuur?

A

Als biologische wapens om andere micro-organismen te doden of hun groei te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een antibacterieel chemotherapeutisch middel?

A

Een volledig synthetisch geproduceerd product, zoals fluoroquinolen en sulfonamiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent selectieve toxiciteit in de context van antibiotica?

A

Toxisch voor bacteriën maar niet voor de patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke verschillen in structuur maken antibiotica selectief voor bacteriën?

A
  • Verschillen in membraanstructuur
  • Verschillen in stofwisselingsprocessen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat blokkeert tetracyclines?

A

Bacteriële ribosomen, maar niet de menselijke ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem twee manieren waarop antibiotica de synthese in bacteriën remmen.

A
  • Celwand synthese
  • Eiwit synthese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn beta-lactams?

A

Antibiotica zoals penicillines, cefalosporines, carbapenems, en monobactams

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is inherente gevoeligheid?

A

Natuurlijke gevoeligheid of ongevoeligheid van een bacteriesoort voor een bepaald antibioticum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef een voorbeeld van inherente ongevoeligheid.

A

Gram-negatieve bacteriën zijn ongevoelig voor vancomycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is verworven resistentie?

A

Het vermogen van een bacterie om resistent te worden tegen een antibioticum waar het oorspronkelijk gevoelig voor was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem een manier waarop bacteriën resistentie kunnen ontwikkelen.

A
  • Effluxpompen
  • Immunity & bypass
  • Inactiverende enzymen
  • Targetmodificatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de minimale inhibitoire concentratie (MIC)?

A

De concentratie waarbij de bacteriegroei wordt geremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de diskdiffusietest?

A

Een methode waarbij schijfjes met antibiotica op een agarplaat worden gelegd om bacteriegroei te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat meet de Etest?

A

De minimale remmende concentratie (MIC) van een antibioticum

17
Q

Wat is het belang van tijds-afhankelijke antibiotica?

A

De concentratie moet zo lang mogelijk boven de MIC blijven

18
Q

Noem een voorbeeld van tijds-afhankelijk antibioticum.

A

Beta-lactams zoals penicilline

19
Q

Wat is het effect van concentratie-afhankelijke antibiotica?

A

Hoe hoger de piekconcentratie, hoe sterker het effect

20
Q

Wat zijn PKPD-kengetallen?

A

Farmacokinetisch-farmacodynamische parameters die de effectiviteit van een antibioticum voorspellen

21
Q

Wat betekent ‘Cmax/MIC’?

A

De verhouding van de piekconcentratie ten opzichte van de MIC, belangrijk voor aminoglycosiden

22
Q

Wat is de richtlijn voor Cmax bij aminoglycosiden?

A

Cmax moet 8-10 keer hoger zijn dan de MIC

23
Q

Wat is de richtlijn voor time above MIC bij β-lactams?

A

De concentratie moet minstens 50% van het doseerinterval boven de MIC blijven

24
Q

Wat is AUC/MIC?

A

De verhouding van totale blootstelling (AUC) in verhouding tot de MIC

25
Wat is de AUC/MIC richtlijn voor fluoroquinolonen?
De AUC/MIC moet 100-125 zijn