Het centrale gehoor Flashcards

(18 cards)

1
Q

Hoe lokaliseren van geluid, monauraal (een oor)

A

Door de groeven en vouwen van de pinna gedraagt het buitenoor zich als een richting-afhankelijk filter. Ieder oor is uniek met eigen groeven. Dit bevordert richtinghoren m.n. in het verticale vlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

binauraal richting horen

A

is belangrijk voor lokalisatie m.n. in het horizontale vlak. Het heeft 2 verschillende systemen:
- Een systeem maakt gebruik van verschillen in intensiteit (amplitude, interaural level difference) van het geluid aan beide oren
- Het andere systeem maakt gebruik van verschillen in fase van het geluid aan beide oren
o Verschillen in aankomsttijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

systemen voor geluidslokalisatie

A
  • fasesysteem
  • intensiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fasesysteem

A

vooral relevant voor laag frequente geluiden. Van beide kanten projecteert de ventrale nucleus cochlearis naar de mediale kern van de oliva superior, beide exciteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

intensiteit systeem

A

bij hoogfrequente geluiden. Aan beide kanten ventrale nucleus cochlearis. Geluid wat van contralateraal komt gaat eerst naar mediale kern van corpus trapezodium, die zorgt voor omkering van signaal.

Laterale kern van oliva superior wordt gestimuleerd door ipsilaterale geluid en geremd door geluid door contralateraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rol mediale oliva superior in geluidslokalisatie

A

Er zijn 2 dendrieten, op elke komt geluid van een oor binnen. Die tellen op in het soma en als die groot genoeg zijn voor een AP dan ontstaat dat (ze tellen op als ze beide tegelijkertijd aankomen in het dendriet). Voor sommige cellen kunnen geluiden eerder aankomen, maar nemen ze een langere weg naar de dendriet. Dit zorgt ervoor dat het nog wel tegelijkertijd op de dendriet kan aankomen met het signaal van het andere oor. Dit werkt vooral bij laag frequente geluiden.
- Coincidence detection
- Delay lines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

rol laterale oliva superior in geluidslokalisatie

A

Van contralateraal is er een remmend signaal, van ipsilateraal een exciterend signaal. Remming is wel dominant, dus als er een luid geluid komt van contralateraal wordt het stil. Als er van ipsilateraal een luid geluid komt wordt dit meer geexciteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mediale oliva superior

A

o Contralterale imput exciterend
o Detecteert ITD (faseverschillen)
o Vooral < 1.5 kHz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Laterale oliva superior

A

o Contralaterale input inhiberend
o Detecteert ILD (intensiteitsverschillen)
o Vooral >3 kHz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tonotopie

A

Cellen die dichtbij elkaar liggen zijn gevoelig voor dezelfde toonhoogte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

route gehoor

A

Cochlea > nucl. cochlearis dorsalis > nucleus lensinisei lateralis > colliculus inferior > corpus geniculatum mediale > auditieve schors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

centrale geluidsverwerking

A

Er zijn veel parallele systemen, bijv. apart systeem voor richting horen. Op veel plekken zijn er commissurale verbindingen (bijv. coll. Inf cortex) dit betekent dat doofheid/slechthorendheid i.h.a. wijst op een perifeer defect.

Er zijn maps voor o.a. toonhoogte, periodiciteit, FM en geluidsrichting. Spraak en gehoor zijn nauw verheven in de cortex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan je een gesprek voeren in een drukke ruimte?

A
  • Sorteren van geluiden (stream segregation) op basis van spectrotemporele overlap (dus gebruik makend van richting horen, toonhoogte, klankkleur etc.)
  • Centrale mechanismen (bijv. laterale inhibitie, afdalende projecties) helpen om selectieve aandacht voor geluiden die weinig spectrotemporele overlap hebben met achtergrondgeluiden mogelijk te maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er bij slechthorendheid?

A

Bij slechthorendheid wordt het repertoire van cues dat je tot je beschikking hebt beperkter. Het verlies van buitenste haarcellen leidt tot verlies van compressie (en evt. tot loudness recruitment)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

probleem cocktailparty

A

Probleem is dat het achtergrond geluid het gesprek wat je voert maskeert. Dit is sterker naarmate de spectrale inhoud meer overlap vertoont (dwz het achtergrondgeluid moet vallen binnen de kritische bandbreedte van de frequenties waarin je geïnteresseerd bent).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

middenoorreflex

A

contractie van vooral de m. stapedius en in mindere mate m. tensor tympani maakt de keten van de beentjes stijver. Geluid beneden de 2 kHz wordt daardoor verzwakt (tot 25 dB)

17
Q

functie middenoorreflex

A
  • bescherming tegen overstimulatie van de cochlea door laag-frequent geluid
  • ook contractie als je zelf geluid maakt

reflex is binauraal