Ruggenmerg somatosensibiliteit Flashcards

(35 cards)

1
Q

Receptoren in de huid voor gnostische sensibiliteit

A
  • lichaampje van Meissner
  • Lichaampje van Pacini
  • Lichaampje van Ruffini
  • Merkels schijven

Pacini + Ruffini zijn voor ruw receptief veld

Merkel + Meisner voor fijn receptief veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

receptie

A

ontvangen van informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

perceptie

A

waarnemen van informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rapidly adapting receptor

A

wordt alleen actief bij verandering van input, bij constante stimulus niet actief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

slowly adapting receptor

A

zijn actief bij continue prikkeling, blijven constant vuren bij verandering in prikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mechanische receptor

A

Geeft rekking van membraan waardoor ionkanaal opent: mechanische energie wordt omgezet in elektrische energie. Als de potentiaalverandering genoeg is ontstaat de actiepotentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Piezo 1 en 2 eiwitten

A

Verantwoordelijk voor een groot aantal vormen van mechanotransductie. Het zijn mechanosensitieve eiwitten die in verschillende structuren van het lichaam aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tweepunts discriminatietest

A

Hiermee kan je de grootte van de receptieve velden vast stellen. Hoe groter een receptief veld, hoe minder nauwkeurig men weet waar op de huid de prikkel precies zit/terecht komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

C-vezels

A

ongemyeliniseerde vezels voor pijn, temperatuur en jeuk. Zijn dun en langzaam. Dit zijn vrije zenuwuiteinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

A-delta vezelfs

A

Dun gemyeliniseerde vezels voor pijn en temperatuur, zijn sneller en hebben vrije zenuwuiteinden. Pijnprikkels worden relatief niet zo snel geleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

A beta vezels

A

Gemyeliniseerde vezels voor tast en proprioceptie, zijn dikker en nog sneller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

A alfa vezels

A

Dikke, gemyeliniseerde spierspoel afferenten voor proprioceptie, dit zijn snelle vezels omdat de reflex snel moet gebeuren.

Zijn belangrijk voor motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Plexus

A

Is een rangeerterrein en iedere zenuw wordt gevormd uit soms meerdere segmenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kan het verzorgingsgebied van een zenuw meerdere dermatomen beslaan?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Segment

A

Het gebied waar de vezels doorheen lopen. Wat voor segment het is hangt af van de ganglia.

In één segment eindigen de vezels uit één ganglion.

17
Q

Dermatomen

A

Zijn gekoppeld aan de segmenten van het ruggenmerg. Als een perifere zenuw wordt doorgesneden dan is het innervatiegebied van die zenuw uitgevallen.

18
Q

Wat gebeurt er bij druk op één ganglion?

A

Uitval in één dermatoom

19
Q

spinaal ganglion

A

vezels uit de dorsale hoorn hebben allemaal een eindiging in het ganglion, hier liggen zowel viscerosensibele vezels als somatosensibele vezels

20
Q

Waar eindigen vitale vezels?

21
Q

Waar stijgen de gnostische vezels op?

A

In dorsale funiculus

22
Q

Waar liggen motoneuronen?

A

Ventrale zijde en treden ventraal uit ruggenmerg

23
Q

Fasciculus

A

bundel van vezels met dezelfde eindiging

24
Q

fasciculus gracilis

A

hier komt de informatie uit het been

25
fasciculus cuneatus
hier komt de informatie uit de romp en arm vandaan
26
proprioceptie
inschatten waar je eigen ledematen zitten
27
Problemen dorsale funiculus
Mensen weten niet wanneer voet de grond raakt doordat proprioceptieve informatie niet meer doorkomt.
28
Fasciculus anterolateralis
gaat over pijn, temperatuur, jeuk en grove tast
29
Hoe gaat gnostische informatie?
Ipsilateraal omhoog, eindigt in nucleus gracilis en cuneatus. In hersenstam zit de eerste synaps
30
Wat ontstaat uit de spinale zenuw?
ramus dorsalis en ramus vertebralis wortels van spinale zenuw liggen altijd in het ruggenmerg
31
dorsale ramus
loopt richting rug en nek
32
ventrale ramus
loopt naar thorax, abdomen en de ledematen en vormt diverse plexi
33
cauda equina
hier lopen alleen wortels
34
ascensens medullae
relatief stijgen van de wervelkolom (door groei)
35