Integratiecollege sensomotoriek Flashcards

(9 cards)

1
Q

Hoe worden sensorische stimuli gecodeerd?

A
  • Temporal code (tijdscode): wanneer actief
  • Rate code (vuurfrequentiecode): hoe actief  intensiteit van stimulus
  • Spatial code (plaatscode): wat is actief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Plaatscode

A

Is een afbeelding van het receptoroppervlak:
- Retinotopie
- Tonotopie
- Somatotopie
Labeled line code, want informatie blijft behouden in volgende stations. De plaatscode blijft behouden in de eerste hogere centra, omdat het anders een rommel wordt in de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

motorisch systeem organisatie

A

Organisatie motorisch systeem is als die van het sensorische, maar dan omgekeerd. Hoe dichter bij de spier, des te duidelijker wordt de plaatscode per spier. Complexe representatie homunculus in primaire motorische schors.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

receptief veld organisatie

A

Gebiedje waarin zich de receptoren van 1 afferent neuron bevinden. Receptieve velden/tuning worden steeds complexer naarmate je verder van de receptor komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sensorisch systeem

A

Sensorische systemen hebben een groot dynamisch bereik. Dit komt door:
- Receptoren zijn zeer gevoelig
- Gevoeligheid receptoren kan aangepast worden door o.a. adaptatie
- Verschillende typen receptoren/verbindingen hebben verschillende gevoeligheid
o Bijv kegeltjes en staafjes
o Verschillende afferente vezels op dezelfde haarcel hebben verschillende gevoeligheid
- Centrale mechanismen (o.a. adaptatie)
Contrasten/veranderingen zijn belangrijk bij sensorische systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

timing actiepotentialen

A

Voor frequenties tot 4 kHz kan een bundel N. VIII vezels voor iedere cyclus een volley (burst van meerdere synchrone AP verdeeld over meerdere vezels) genereren. Het interval tussen de volleys is een maat voor de frequentie: het volleyprincipe voor frequentiecodering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de werkelijkheid

A

Wij filteren onze waarnemingen, er is geen sprake van eenrichtingsverkeer. Descenderende projecties spelen daarbij een belangrijke rol. Sensorische neuronen krijgen ook niet-sensorische informatie uit andere systemen om ons in staat te stellen om gezichten te herkennen, te zien of een situatie gevaarlijk is, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is somatotopie motorische schors flexibel?

A

Ja, Enkele minuten na doorsnijden zenuw is motorische schors gereorganiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly