Hfst 12 - Omgaan met en controleren van pijn Flashcards

(28 cards)

1
Q

Wat is klinische pijn?

A

Elke pijn die professionele verzorging vraagt. Deze pijn kan acuut of chronisch zijn en kan het gevolg zijn van gekende of ongekende oorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het van belang om acute klinische pijn te bestrijden?

A

De meeste acute pijn heeft een lage overlevingswaarde. Als medische zorg beschikbaar is, is het voelen van deze pijn niet nuttig. Pogingen om acute pijn te verminderen vinden zowel om humanitaire als praktische redenen plaats. Bijvoorbeeld om medische ingrepen gemakkelijker te laten verlopen, om stress bij de patiënt te verminderen, en om patiënten te helpen sneller en zonder complicaties te herstellen.

Veel patiënten hebben na een operatie te veel pijn. Postoperatieve pijn die niet voldoende gereduceerd is, kan fysiologische reacties teweegbrengen die tot complicaties en zelfs de dood kunnen leiden. Veel pijn en daaraan gerelateerde stress na een operatie tast het immuunsysteem en de endocriene functie aan, vertraagt de wondgenezing en verhoogt de waarschijnlijkheid van infectie of dat de pijn chronisch wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is er sprake van een chronisch pijnsyndroom?

A

Chronische pijn is pijn die langer standhoudt dan drie maanden, of langer dan je van de aandoening zou mogen verwachten. In aanvulling op het boek vermelden we de definitie van het chronisch pijnsyndroom volgens de International Association for the Study of Pain (IASP). De IASP gaat uit van een chronisch pijnsyndroom als sprake is van daadwerkelijk weefselschade of als de pijn persisteert ondanks een succesvolle behandeling van de oorzaak die de pijn initieel heeft veroorzaakt, of als de onderliggende medische conditie niet succesvol kan worden behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen van chronische klinische pijn?

A

Als de pijn aanhoudt en chronisch wordt, gaan patiënten de soort pijn anders zien.
* Ze raken ontmoedigd en boos.
* Gevoelens van hulpeloosheid en psychologische aandoeningen, zoals depressie.
* Verlies van self-efficacy en angst dat sommige gedragingen de pijn verergeren. Ze gaan minder zelf doen.
* De neurotische driehoek (hypochondrie, hysterie, depressie) wordt dan vaak een onderdeel van de persoonlijkheid.
* Overwegen zelfmoord.
* Lange termijn psychosociale problemen en verstoorde interpersoonlijke relaties
* Excessief medicijnen en ervaren slaapstoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vormen van medische pijnbehandeling zijn er?

A
  • Chirurgisch
  • Chemisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn chirurgische methodes voor pijnbehandeling? Wanneer worden die gebruikt?

A
  • Neuro-ablatie: delen van het perifere zenuwstelsel of ruggenmerg verwijderen of loskoppelen om te voorkomen dat pijnsignalen de hersenen bereiken. Wordt niet meer gebruikt, nadelen: soms verdoving of verlamming en zelden een permanente oplossing.
  • Spinal fusion: procedure waarbij twee of meer ruggenwervels aan elkaar worden gekoppeld om ernstige rugpijn te behandelen.
  • Laminectomy: een deel van een ruggenwervel verwijderen zodoende druk op spinale zenuwen te verlichten.

Chirurgische methodes worden alleen gebruikt op het moment dat een persoon ernstig gehandicapt is en andere pijn behandeling niet werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn standaard manieren voor het toedienen van pijnstilling bij acute pijn?

A

Bij het voorschrijven van pijnstillers houdt de arts rekening met de intensiteit van de pijn, de plaats en de oorzaak van de pijn. Standaard manieren van toedienen zijn:
* Injecties of pillen - volgens een schema of op basis van noodzaak. Belangrijk hierbij is dat kinderen en minderheden vaak te weinig pijnstilling toegediend krijgen (undermedicated)
* epidural block (ruggenprik, bij het membraan rond de ruggengraat) - dit verhindert dat een pijnsignaal doorgestuurd wordt naar de hersenen.
* Patient gecontroleerde verdoving (analgesie) - waarbij de patient zelf mag bepalen hoeveel hij/zij toedient. Dit wordt steeds meer standaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is patiënt-gecontroleerde analgesie? Hoe goed of slecht werkt dit?

A

De patiënt bepaalt zelf met een druk op de knop hoeveel en wanneer een pijnstiller via een infuus wordt toegediend.

Vlak na de operatie dient men zichzelf wat meer toe, maar men heeft dan ook betere pijnbestrijding. Daarna neemt het gebruik af ten opzichte van de reguliere methoden. De kans op misbruik is laag, omdat acutepijnpatiënten de pijnstillers slechts kort gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke manier worden pijnstillers gebruikt bij chronische pijn?

A
  • Pijnstillers gebruiken tegen kankerpijn is tegenwoordig alom geaccepteerd.
  • Bij chronische pijn die niet door kanker wordt veroorzaakt, kijken behandelaars vaak eerst naar ander methodes omdat ze bang zijn dat patienten verslaafd raken aan de pijnstillers.
  • Als er geen andere methodes zijn dan wordt pijnstilling onder zorgvuldig toezicht toegepast.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom volstaat het bij chronische pijn vaak niet om alleen chemische pijnbestrijding te geven?

A
  • Vanwege de (vermeende) verslavende werking en eventuele overige bijwerkingen van verschillende pijnstillers.
  • Naast pijnbestrijding zelf moeten ook misconcepties die bij de patiënt kunnen leven over medicijngebruik worden besproken. Angst voor de verslavende werking van de medicatie kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de patiënt onvoldoende medicijnen gebruikt of vraagt.
  • Bij de ontwikkeling en handhaving van pijn spelen ook psychosociale factoren een rol (placebo-effect, contraproductieve vormen van coping, gevoelens van hulpeloosheid) die om andere vormen van pijnbestrijding vragen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom werken artsen vaak samen met andere professionals bij pijnbestrijding? Wat is hierbij van belang?

A
  • Omdat psychologische factoren een belangrijke rol spelen, wordt vaak in teams met psychologen gewerkt. De arts blijft actief deel uitmaken van het team, maar de andere teamleden (psycholoog, fysiotherapeut) kunnen de patiënt leren om pijn zelf te controleren.
  • Het doel van psychologische behandelingen is het verminderen van de frequentie en intensiteit van pijn, het verbeteren van de emotionele aanpassing, het verhogen van sociale en fysieke activiteit en het verminderen van pijnstillers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de voordelen van groepstherapie bij pijnbestrijding?

A
  • Efficientie -> Veel mensen hebben hetzelfde soort advies nodig
  • Verminderde isolatie voor patienten
  • Geloofwaardige adviezen van groepsleden
  • Een nieuwe referentie groep voor patienten - mensen die allemaal eenzelfde soort iets ondergaan
  • Ander perspectief voor de therapeut.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de belangrijkste doelen van gedragsmatige en cognitieve methodes van pijnbestrijding? Welke worden genoemd?

A

Deze methodes hebben twee doelen:
1. Het verminderen van afhankelijkheid van medicatie
2. Het verminderen van de invaliditeit die chronische pijn met zich meebrengt

Gedragsmatige methodes zijn:
* Operante benadering
* Angst vermindering - systematic desensitisation
* Relaxatie
* Biofeedback

Cognitieve methodes zijn:
* Actieve coping technieken - afleiding, nonpain imagery, herdefinieren van pijn
* Promotie van pijnacceptatie - ACT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt een operante benadering van pijnbestrijding? En wat zijn de limitaties?

A

De operante benadering maakt gebruik van operante conditionering:
* Extinctie voor de uitdoving van pijngedrag
* Bekrachtiging voor het goede gedrag.

Limitaties zijn:
1. Als de behandeling ophoudt is terugval mogelijk
2. Werkt ws goed voor mensen met terugkerende of aanhoudende goedaardige chronische pijn. Minder geschikt voor mensen met chronisch-progressieve pijn.
3. Werkt niet goed als mensen niet willen of als mensen een uitkering krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welk idee is angstreductie, relaxatie en biofeedback gebaseerd bij pijnbestrijding?

A

Veel mensen hebben chronische pijnepisodes door onderliggende fysiologische processen, die versterkt kunnen worden door angst en stress. Indien deze patiënten de fysiologische processen die pijn of de angst en stress veroorzaken, zouden kunnen beheersen, kan de frequentie of intensiteit van het ervaren ongemak verlagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vormen van angstreductie worden genoemd?

A

Vormen van angstreductie zijn:
Systematische desensitisatie kan waarbij mensen gradueel steeds meer aan hun angstsituatie worden blootgesteld terwijl ze zich ontspannen.
In vivo exposure - is een gelijksoortige procedure alleen zonder de relaxatie component.

17
Q

Waarom en hoe wordt relaxatie en biofeedback gebruikt bij pijnbestrijding?

A

Het is duidelijk dat stress verschillende pijncondities verergert bijv. hoofdpijn, hoe dit precies werkt is onbekend, maar de volgende technieken worden gebruikt om stress en andere fysiologische processen te verminderen die leiden naar pijncondities (zoals hoofdpijn):
1. Progressieve spier ontspanning (relaxatie)
2. Meditatie - iemand geeft aandacht aan de pijn maar koppelt dit los van gedachten en gevoelens erover.
3. Biofeedback -> bijv. bij hoofdpijn wordt patienten geleerd om bepaalde spieren te ontspannen dmv een EMG apparaat dat de spanning in deze spieren meet.

18
Q

Hoe effectief zijn relaxatie en biofeedback in het reduceren van pijn? Wat zijn kanttekeningen hierbij?

A

Deze methodes werken om pijn te verminderen.

Hierbij moet in ogenschouw genomen worden dat:
1. Werkt het best bij hoofdpijn en lage rugpijn, andere soorten pijn zijn niet erg uitvoerig getest
2. Biofeedback lijkt effectiever te zijn dan relaxatie
3. Er zit grote variabiliteit tussen hoe effectief deze methodes zijn voor verschillende mensen. Het lijkt erop dat dit effectief is voor kinderen en mensen van alle leeftijden waarbij pijn en EMG uitslag sterk gecorreleerd is.
4. Hoewel vermindering van pijn door deze methodes wordt veroorzaakt door specifieke vaardigheden die de patient heeft geleerd, lijkt het er ook op dat psychologische factoren een rol spelen. (placebo werkt vaak beter dan monitoring van pijn, massages, tai chi en yoga lijken ook te werken)

19
Q

Hoe effectief is relaxatie en biofeedback op de lange termijn in pijnbestrijding?

A

Effectief, het lijkt erop dat de effecten nog minimaal een jaar doorwerken.

20
Q

Welke cognitieve methoden voor pijnbestrijding worden in het boek genoemd?

A
  1. Actieve coping mechanismes: afleiding, nonpain imagery, herdefinieren van pijn
  2. Promotie van de acceptatie van pijn: ACT
21
Q

Welke twee soorten coping gebruiken mensen bij acute of chronische pijn? Wat zijn mogelijke consequenties?

A

Bij acute of chronische pijn gebruiken mensen 2 soorten coping:
* Passieve coping: bvb in bed blijven en zich sociaal terugtrekken, waardoor het risico op beperking verhoogt. Een vicieuze cirkel kan ontstaan van chronische pijn en passieve coping die leidt to helplessness en depressie, wat weer leidt tot meer passieve coping,..
* Actieve coping: blijven functioneren met pijn en actief bezig zijn.

22
Q

Welke actieve coping mechanismes worden in het boek genoemd? Leg uit.

A
  • Afleiding: focussen op een niet pijnlijke stimulus in de onmiddellijke omgeving om de aandacht af te leiden van het ongemak. Dit is effectiever bij milde dan bij sterke pijn.
    3 aspecten beïnvloeden de werking van distraction:
    – De hoeveelheid aandacht die de taak vraagt: hoe groter de nodige aandacht, hoe lager de pijn.
    – De mate waarin een taak interessant of boeiend is.
    – De geloofwaardigheid van de taak.
    De therapeut kan door uitleg van de techniek aan de patient, de effectiviteit en kans dat de patient de techniek gaat gebruiken, verhogen.
  • Nonpain imagery of ‘guided imagery’: strategie om ongemak te verlichten door een mentaal beeld op te roepen dat ongerelateerd en onverenigbaar is met pijn, denken aan iets ‘leuks’. Dit is dus anders dan afleiding in dat het gaat om iets dat niet fysiek aanwezig is maar alleen in het hoofd van de patient. Werkt ook beter voor milde dan sterke pijn en als het veel van de aandacht van de patient vraagt. Het hangt af van hoe goed iemand zich zaken kan inbeelden.
  • Pain redefinition: Gevoelens die bedreiging oproepen vervangen door constructieve en realistische gedachten over de pijnervaring.
    Hier worden 3 aanpakken genoemd:
    1. Client leren om interne dialoog aan te gaan met positieve zelf-statements: a. coping statements (ik kan dit), b. reinterprative statements (zo erg is het niet)
    2. Therapeut geeft de patient informatie mbt tot de sensaties die iemand gaat voelen tijdens procedures of laat de patient een realistischer beeld vormen van pijn in het verleden
    3. Therapeut helpt een client om te zien dat sommige overtuigingen niet logisch zijn en de pijn erger maken
23
Q

Wat is pijnacceptatie en wat doet het met pijn? Welke therapievorm wordt vaak gebruikt om pijnacceptatie en actieve coping te versterken?

A

Mensen accepteren pijn en leven ondanks de pijn gewoon door, waardoor ze actiever blijven. Dit is gerelateerd aan beter functioneren en de kans is bijv. groter dat mensen terug aan het werk kunnen.

ACT - Acceptance and Commitment Therapy wordt vaak gebruikt hierbij.

24
Q

Wat is ACT?

A

Acceptance and commitment therapy: methode die cliënten leert om hun hun aandoeningen en emoties direct te ervaren zonder de negatieve implicaties die er meestal mee gepaard gaan. Patiënten leren omgaan met obstakels (acceptance) zodat ze kunnen investeren in de dingen die ze echt belangrijk vinden (commitment).

ACT maakt gebruik van mindfullness meditation, discussies over gedachtes en gevoelens gerelateerd aan de ervaren pijn, in vivo exposure aan beangstigende activteiten, en assessment van waarden en doelen.

25
Hoe effectief zijn cognitieve methodes bij pijnbehandeling?
Actieve coping strategieën werken goed bij acute pijn, vooral distraction en imagery. Redefinition is meer effectief voor chronische pijn. Programma’s voor chronische pijnpatiënten combineren vaak gedrags- en cognitieve strategieën. Soms volstaan enkel gedragsmethoden, maar vaak is de combinatie beter. Voor lage rugpijn blijven de resultaten gemiddeld 3 jaar merkbaar, relapse kan voorkomen worden door een automatische telefooninterventie.
26
Geef een korte beschrijving van het gebruik van hypnose en interpersoonlijke therapie in de behandeling voor (chronische) pijn.
* Hypnose: de patiënt wordt in een staat van onderbewustzijn gebracht. Uit onderzoek blijkt dat het een kleine groep patiënten helpt de pijn te verlichten en dat cognitieve strategieën in wakkere toestand net zo effectief zijn. * Interpersoonlijke therapie: gebruikt psychoanalytische en cognitieve gedragsperspectieven om mensen te leren omgaan met emotionele problemen die verband houden met de pijn. Psychotherapie voor pijnpatiënten kan inhouden dat patiënten zich bewust worden van de pijnspelletjes die ze spelen of hoe anderen denken over hun pijntoestand.
27
Benoem de verschillende fysieke methoden en stimulatietherapieën voor de behandeling van (chronische) pijn en geef hiervan een korte beschrijving.
Stimulatie therapieen zijn: * **Contra-irritatie** is een procedure waarbij een korte en matige pijn een langdurende of sterkere pijn doet stoppen. Een techniek om pijn te controleren gebaseerd op deze procedure, is de transcutane elektrische zenuwstimulatie waarbij een lichte elektrische stimulatie wordt toegepast op de huid van het pijnlijke gebied. Deze techniek is effectief voor het verlichten van en sommige vormen van chronische pijn. Een vorm hiervan is **Spinal cord stimulation**: milde elektrische impulsen door het ruggenmerg door een intern toestel. Lijkt te werken. * **Acupunctuur** is een oude oriëntaalse procedure voor het verminderen van pijn. Deze techniek blijkt bij sommigen, maar niet bij alle patiënten, een sterke pijnstillende werking te veroorzaken. Acupunctuur lijkt niet te werken bij chronische pijn. Hoe werkt het? * Het zou kunnen dat mensen aandacht afleiden van de sterke naar de milde pijn * Gate control theory - signale over milde irritaties sluiten de poort en zorgen voor minder pijngevoel. **Fysiotherapie**omvat benaderingen zoals oefeningen, massage, tractie en het toepassen van warmte en koude op pijnlijke gebieden. Deze methoden kunnen helpen pijn te verminderen en beschadigde of verzwakte weefsels in spieren en gewrichten te herstellen. Precieze oefeningen kunnen helpen om bijvoorbeeld lage rugpijn te voorkomen.
28
Wat is een pijnkliniek? Omschrijf waardoor de specifieke zorg voor patiënten in pijncentra zich kenmerkt (doelen) en of deze specifieke zorg positieve effecten heeft.
**Pijnklinieken** (pijncentra). Deze centra zijn speciaal ontwikkeld voor de behandeling van pijn. Er is veel variatie in structuur, methodes, en kwaliteit maar de pijnklinieken met de beste resultaten zijn die die multidisciplinaire programma's aanbieden. Assessment (diagnose) en behandeling hebben zowel betrekking op de medische als op de psychosociale factoren die met de pijn verband houden. Globaal genomen streeft men de volgende doelen na: * reductie van de pijnervaring * verbeteren van functioneren op lichamelijk en leefstijlgebied * verminderen van of stoppen met chemische pijnbestrijding * ondersteunen social support en familiebetrekkingen * verminderen van gebruik van zorg door patiënten. De behandeling bestaat uit een integratie van specifieke programmacomponenten die elk aansluiten bij een specifiek doel (zie de hierboven beschreven doelen). Uit diverse studies en meta-analyses blijken de positieve effecten van deze vorm van pijnbehandeling, met name bij mensen met chronische ziekten. Het blijkt dat deze mensen na de behandeling minder pijn rapporteren, minder pijnmedicatie gebruiken, eerder en vaker terugkeren naar arbeid, actiever zijn en minder angstig zijn.