Hoofdstuk 2 - Fysieke systemen van het lichaam Flashcards

(67 cards)

1
Q

Wat is de functie van het zenuwstelstel?

A

Aansturen van ons gedrag en reageren op situaties in de wereld.
Ontvangen van informatie van de zintuigen, aansturen van de spieren en interne organen over hoe te reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor typen neurotransmitters zijn er?

A

Er zijn veel tientallen verschillende neurotransmitters:
1. Neurotransmitters die het neuron prikkelen, waardoor de kans wordt vergroot dat een electrische impuls (ion) wordt gegenereerd.
2. Neurotransmitters die het neuron onderdrukken, waardoor de kans op een electrische impuls kleiner wordt
3. Neurotransmitters die beide effecten kunnen creeeren, afhankelijk van het ontvangende neuron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn gliacellen?

A

Cellen die de neuronen onderhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke tweedeling kun je maken in het zenuwstelsel? Leg uit

A
  1. Centrale zenuwstelsel - dit bestaat uit het brein en de ruggenmerg
  2. Perifere zenuwstelsel - dit bestaat uit de zenuwen die door de rest van het lichaam lopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet het cerebrum (high level)?

A

Controleert complexe motorische functies en mentale activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe is het cerebrum opgebouwd en wat stuurt wat aan?

A

Het cerebrum is het grootste deel van de hersenen en bestaat uit twee helften, de linker en rechter hersenhelft. Deze twee helften sturen verschillende processen aan:
- de motorische cortex in de linker hersenhelft, stuurt motoriek aan aan de rechterkant van het lichaam en vice versa
- de linkerhersenhelft bevat delen die zich bezighouden met redeneren, gesproken en geschreven taal, en numerieke vaardigheden (in de meeste mensen)
- de rechterhersenhelft bevat delen die zich bezighouden met visuele beeldspraak, emoties, patroonherkenning (bijv melodieen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zijn de helften van het cerebrum opgedeeld? En welk deel doet wat? Wat gebeurt er als het deel beschadigt raakt?

A
  • frontaal kwab - bevat de motorische cortex, en is betrokken bij belangrijke mentale activiteiten zoals associeren, plannen, zelfbewustzijn, en emotie.
    -> beschadiging - veranderingen in persoonlijkheid en emoties (phineas gage)
  • temporaal kwab - belangrijkste functie is gehoor, maar ook deels zien en geheugen
    -> beschadiging - aantasten van spraakbegrip (taal?) en lokalisatie van geluid
  • parietaal kwab - lichaamssensaties, zoals pijn, hitte, kou, tast, en lichaamsbeweging
  • occipitaal kwab - belangrijkste visuele gebied van het brein
    -> beschadiging - blindheid, aantasten van object herkenning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het limbisch systeem en hoe werkt het?

A

Het limbisch systeem is het deel van het telencephalon dat aan de binnenkant van het cerebrum ligt, naast het diencephalon.
Begrijpen nog niet goed wat het doet - heeft verschillende structuren die te maken lijken te hebben met het uitdrukken van emoties zoals angst, boosheid en opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is het diencephalon opgebouwd, welk deel doet wat?

A
  1. Thalamus - onmisbaar onderdeel in de stroom van informatie in het zenuwstelsel - stuurt informatie vanuit de zintuigen naar het juiste deel van het cerebrum en stuurt informatie naar de skeletspieren.
  2. Hypothalamus - kleine constructie onder de thalamus. Belangrijk bij emoties en motivatie. Invloed op eten, drinken, en seks. Als het lichaam water nodig heeft, dan detecteert de thalamus dat en creeert een dorstgevoel. Een andere functie is het behouden van homeostasis. (bijv. lichaamstemperatuur - rillen, zweten - en hartslag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van het cerebellum en hoe doet het dit?

A

Coordineren van bewegingen en balans houden. Cerebellum heeft connecties met de motorische cortex, en de meeste zintuigen in het lichaam. Dit doet het door:
1. Continue vergelijking van de intentie met de prestatie en bijsturen
2. Gladstrijken van bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de middenhersenen en wat doen die?

A

Bovenste deel van de hersenstam, zit vast aan de thalamus. De middenhersenen krijgen informatie van de visuele en auditieve systemen, en is belangrijk bij spierbeweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de reticulaire formatie en wat doet die? Wat gebeurt er als deze beschadigd?

A

Netwerk van neuronen dat van de onderkant van de hersenstam tot in de thalamus loopt.

Belangrijk bij verschillende gedragstoestanden zoals slaap, waken en attentie.

Bij beschadiging raken mensen in een coma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de pons en wat doet die?

A

Grote uitstulping aan de voorkant van de hersenstam, die betrokken is bij oogbewegingen, gezichtsuitdrukkingen en kouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de medulla en wat doet die? Bij welke ziekte kwam beschadiging van de medulla voor?

A

Deel van de hersenstam, bevat vitale centra voor ademhalen, hartslag, en de diameter van bloedvaten.

Het kwam voor dat bij Polio het deel dat de ademhaling aanstuurt beschadigd raakte, waardoor mensen continue beademing nodig hadden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het ruggenmerg? Hoe werkt het, wat is de opbouw?

A

Een van de omvangrijkste neurale paden dat van de hersenen langs de ruggengraat naar beneden loopt.
Verstuurd berichten van het brein naar verschillende delen van het lichaam (efferent) en sturen signalen van de zintuigen naar het brein (afferent).
De organisatie van het ruggenmerg is hetzelfde als de opbouw van het lichaam. Hoger gelegen gebieden ontvangen signalen van en sturen signalen naar hoger gelegen gebieden in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uit welke delen bestaat het perifere zenuwstelsel? Leg uit

A
  1. Somatische zenuwstelsel - stuurt signalen van ruggenmerg naar gegroefde skeletspieren (efferent) en signalen van tastzintuigen naar de ruggenmerg (afferent)
  2. Autonome zenuwstelsel - activeert de interne organen, en laat de hersenen weten wat de huidige staat van activiteit is van de organen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de functie van het autonome zenuwstelsel? Hoe is het opgedeeld?

A

Activeert de interne organen en geeft feedback over hun werking aan de hersenen.
Dit systeem is op zijn beurt onderverdeeld in 2 divisies:
- Sympathetische zenuwstelsel: bij stressvolle stimulatie, helpt voorbereiden op ‘fight of flight’.
- Parasympathische zenuwstelsel: bij effecten tegenovergesteld aan stress, voor regeneratieve, groei-bevorderende en energie-besparende functies.

Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit zenuwen die het centraal zenuwstelsel verbinden met de zintuigen, spieren en klieren.
Er zijn 2 soorten zenuwen en die bestaan in paren, links en rechts:
- Craniale zenuwen: komen voort direct vanuit het brein (12 paar bij mensen).
- Spinale zenuwen: komen voort uit het ruggenmerg (31 paar bij mensen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het endocriene (hormonale) stelsel? Wat zijn de belangrijkste onderdelen? Hoe werkt dit samen met het zenuwstelsel?

A

Bestaat uit een aantal klieren die nauw samenwerken met het autonome zenuwstelsel. Deze klieren scheiden hormonen af die naar verschillende delen van het lichaam worden gestuurd via het bloed.

  1. Hypofyse
  2. Schildklier
  3. Thymus
  4. Bijnier
  5. Alvleesklier
  6. Eierstokken (vrouw)
  7. Testikels (man)

Het zenuwstelsel is met het endocrien systeem verbonden door connecties tussen de hypothalamus en de hypofyse die net daaronder ligt.
De hypothalamus stuurt elektrische signalen naar de hypofyse, waardoor deze hypofysehormonen loslaat in het bloed.

Ook het endocrien systeem speelt een belangrijke rol in onze reacties op noodsituaties, via de hypothalamus-hypofyse-bijnieren-as.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er in een noodsituatie in het endocriene systeem?

A

De hypothalamus stuurt een hormoon naar de hypofyse dat heet corticotropin-releasing factor. Hierdoor gaat de hypofyse een hormoon afscheiden dat heet ACTH (adrenocorticotropic hormone - bijnierschorsstimulerend hormoon)
De ACTH gaat door het lichaam en stimuleert het afscheiden van verschillende hormonen, met name in de bijnieren die je reactie op de noodsituatie beinvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de bijnieren?

A

2 klieren, bevinden zich bovenop de nieren. Deze klieren scheiden een aantal belangrijke hormonen af in reactie op noodsituaties en stress:
- cortisol
- epinefrine of adrenaline
- noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de thymus of zwezerik?

A

Een klier die in de borst zit. Is vrij groot in de kindertijd en neemt na de puberteit in grootte af. Speelt een belangrijke rol bij het aanmaken van antilichamen, en immuniteit tegen ziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de schildklier? Welke problemen kunnen ontstaan?

A

Een klier die in de nek zit, en die hormonen produceert zoals thyroxine. Thyroxine reguleert het algehele activiteitsniveau van het lichaam en de groei.

  1. Onderactieve schildklier (hypothyreoïdie) - produceert te weinig hormonen -> lage energie niveaus, gewichtstoename, kan ook resulteren in dwerggroei en verstandelijke beperking (aangeboren en onbehandeld)
  2. Overactieve schildklier (hyperthyreoidie) - produceert teveel hormonen -> high energy, kort aandachtsspanne, trillingen, slapeloosheid, gewichtsverlies. Ziekte van Graves.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de alvleesklier? En wat doet die? Wat gebeurt er als die niet goed werkt?

A

Een klier die in de buik zit. De hoofdfunctie is het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Dit doet de alvleesklier door twee hormonen te produceren - glucagon en insuline. Glucagon verhoogt de concentratie glucose in het bloed en insuline verlaagt de concentratie glucose in het bloed.

Als de alvleesklier niet voldoende insuline kan aanmaken ontstaat diabetes en resulteert in een te hoge bloedsuikerspiegel. Dat noemen we hyperglykemie. Als dat langdurig onbehandeld blijft, kan het resulteren in coma en dood.

Diabetes kun je behandelen mbv medicatie of insuline injecties en dieet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de functie van het spijsverteringsstelsel?

A

Het spijsverteringsstelsel zorgt ervoor dat het lichaam voldoende voedingsstoffen tot zich kan nemen voor de energie om het lichaam op temperatuur te houden en te bewegen, om te groeien, om weerstand tegen ziekten op te bouwen en te behouden, enzovoort. Daarnaast zorgt het voor een belangrijk deel van de afvoer van afvalstoffen uit het lichaam.

Het spijsverteringsstelsel breekt het eten en drinken af wat we binnenkrijgen en zet het meeste om in chemische stoffen die het lichaam kan gebruiken en de rest wordt uitgestoten. chemische stoffen die je lichaam gebruikt worden geabsorbeerd in het bloed en die transporteert het naar alle lichaamscellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de belangrijkste onderdelen van het spijsverteringsstelsel?
mondholte speekselklieren Keelholte Slokdarm Maag lever twaalfvingerige darm Alvleesklier Galblaas dikke darm dunne darm Rectum Anus
26
Op welke manieren breekt het spijsverteringsstelsel voedsel af?
* Mechanisch – bijv. door op het voedsel te kauwen * Chemisch - door enzymen
27
Welke klieren zitten er in het spijsverteringsstelsel die verteringsenzymen produceren?
De belangrijkste spijsverteringsklieren zijn de lever en de alvleesklier (pancreas). Daarnaast heeft de mond speekselklieren en hebben de maag en de dunne darm ook eigen klieren.
28
wat is een enzym?
Een enzym is een eiwit die als katalysator werkt voor het versnellen van chemische reacties in cellen
29
Hoe werkt de benaming van enzymen?
In de meeste gevallen eindigen de namen van enzymen op –ase. En de rest van de naam zegt iets over het TYPE stof waar ze iets mee doen. Bijvoorbeeld lactase werkt op lactose fosfatase werkt op fosfaatgroepen Sucrase werkt op sucrose
30
Welke weg volgt eten door het spijsverteringsstelsel?
1. In de mond wordt het voedsel niet alleen gekauwd, het verteringsproces wordt er opgestart door de speekselklieren. 2. Door peristaltische bewegingen wordt de voeding door de slokdarm naar beneden geduwd. 3. Vervolgens worden in de maag grote hoeveelheden maagsappen vrijgelaten. Na 3-4 uur duwt de maag het mengsel in het duodenum (twaalfvingerige darm) en verder naar de dunne darm waar absorptie verhoogt. De binnenkant van de dunne darm bestaat uit een membraan dat bepaalde molecules doorlaat. Om het absorptie oppervlak te vergroten, is de binnenkant van de dunne darm geplooid. In deze plooien bevinden zich: – haarvaatjes die aminozuren, eenvoudige suikers en water absorberen en – lacteale buizen die zorgen voor de opname van glycerol, vetzuren en vitamines. 4. Vervolgens zakt wat overblijft verder naar de dikke darm.
31
Wat gebeurt er als je een banaan eet?
Na het kauwen slik je de banaan door. De banaan komt via de slokdarm in je maag. In de maag vermengt de banaan zich met maagsap. Dit maagsap is vooral belangrijk voor de afbraak van eiwitten. Een banaan bevat echter bijna geen eiwit. Daarom gaat de banaan, of wat daar nog van over is, vervolgens vlot naar de twaalfvingerige darm. (In Sarafino staat dat voedsel 3-4 uur in de maag blijft. Dit geldt voor een flinke maaltijd met vet en eiwitten. Een banaan gaat sneller. Vet- en eiwitarm voedsel wordt in het algemeen sneller verteerd.) In de twaalfvingerige darm worden koolhydraten die nog niet tot suiker zijn afgebroken, gesplitst. De banaan gaat verder naar de dunne darm waar de suikermoleculen door de darmwand in de bloedcapillairen komen, vervolgens via de bloedbaan naar de beenspieren worden getransporteerd, waar ze door de spier worden opgenomen en als brandstof worden gebruikt.
32
Wat is pepsine?
Een enzym dat eiwitten afbreekt. Wordt geproduceerd in de maag.
33
Wat is metabolisme en wat zijn de drie resultaten?
Alle chemische reacties die in de lichaamscellen plaatsvinden 1. Synthese van nieuw celmateriaal van proteïne en mineralen om het lichaam op te bouwen en te repareren 2. Regulatie van lichaamsprocessen door de productie van enzymen en hormonen 3. Energie om het lichaam op te warmen en te activeren
34
Hoe wordt de energie in voedsel gemeten?
de hoeveelheid energie in voeding wordt gemeten in calorieën. 1 cal is de hoeveelheid hitte die nodig is om een gram water 1 °C te verwarmen.
35
Wat is de basale metabolische snelheid ook wel de stofwisseling snelheid genoemd?
De hoeveelheid calorieën die we verbranden wanneer ons lichaam in rust. De basale metabolische snelheid wordt uitgedrukt in termen van calorieën per lichaam oppervlakte per uur. * De grootte van het lichaam * Hoe oud iemand is, Hoe ouder hoe lager de metabolische snelheid * Geslacht, mannen verbranden meer energie dan vrouwen * Stress * Het klimaat, in koude klimaten verbrand je meer energie * Actieve schildklier verbrand je ook meer energie
36
wat zijn de twee functies van het ademhalingssysteem?
Chemische reacties van het metabolisme hebben zuurstof nodig Soms wordt er Bij metabolisme CO2 gevormd, het ademhalingssysteem zorgt ervoor dat we dit kwijt kunnen.
37
Waar bestaat het ademhalingsstelsel uit?
1. Lucht komt binnen via de neus of de mond 2. Lucht loopt langs het strottenhoofd door de luchtpijp. 3. Komt dan in de longen die bestaan uit bronchien. De bronchien vertakken zich in kleiner en kleinere vertakkingen die bronchioli genoemd worden. Deze vertakkingen eindigen in miljoenen kleine luchtzakjes die longblaasjes genoemd worden. Ieder longblaasje ziet eruit als een kleine bel gemaakt van een membraan dat dun genoeg is om zuurstof CO2 en andere gassen door te Laten. De longblaasjes zijn omringd door bedden van haarvaten zodat de Gassen makkelijk van en naar het bloed kunnen.
38
Beschrijf de twee processen of fasen van het ademhalingssysteem.
Het proces dat het ademhalingssysteem verzorgt, bestaat uit twee fasen: ademhalen: het periodieke in- en uitlaten van lucht in de longen de uitwisseling van gassen tussen de longen en het bloed: zuurstof diffundeert in de kleine bloedvaten (haarvaten of capillairen) die de longblaasjes omsluiten en kooldioxide diffundeert in de tegenovergestelde richting.
39
Welke mechanisme zijn er om te voorkomen dat er vreemde deeltjes in de longen en het bloed terechtkomen?
Reflexen zoals niezen en hoesten Mucociliare roltrap
40
Hoe werkt de mucociliaire roltrap?
Het ademhalingssysteem is aan de binnenkant bedekt met een laagje slijm die de vreemde deeltjes opvangt. De lucht passages die lijden van de mond naar de longen bevatten kleine haarachtige structuren die cilia genoemd worden. Die duwen het slijm richting de mond waar het ingeslikt wordt.
41
Wat is bronchitis?
Ontsteking en overtollig slijm in de bronchien veroorzaken hoesten dat maanden aanhoudt.
42
Wat is een longontsteking?
Ontsteking van de longblaasjes die ook met vloeistof vullen.
43
Wat is longemfyseem?
De wanden van de longblaasjes worden vernietigd waardoor het oppervlakte van de long om gassen uit te wisselen en de elasticiteit om CO2 uit te ademen verminderd.
44
Wat is pneumoconiose?
Mensen die chronisch lucht inademen waar hoge concentraties stof inzitten. Die stof accumuleert zich in dikke lage rondom de longblaasjes en de bronchioli.
45
Wat is de functie van het cardiovasculaire systeem?
Transport van stoffen die nodig zijn in de cellen via de bloedbaan. Zuurstof moet van de longen naar alle delen van het lichaam worden getransporteerd en kooldioxide moet vanuit alle delen van het lichaam de longen kunnen bereiken. Dit systeem is ook verantwoordelijk voor het transport van voedingsstoffen van het maagdarmkanaal door het lichaam en de afvoer van afvalstoffen van het lichaam naar bijvoorbeeld de nieren. Ook worden hormonen via het bloed door het lichaam getransporteerd.
46
Hoe werkt het cardiovasculaire systeem?
* Het hart pompt bloed doorheen het lichaam Aders en slagaders zorgen voor de af- en aanvoer van CO2 en O2. Slagaderen vervoeren bloed van het hart en aderen vervoeren bloed naar het hart. De complete cyclus duurt bij een gezonde persoon ongeveer een minuut. * De rechterboezem (atrium) krijgt zuurstofarm (blauw) bloed terug van het lichaam. –> Van daaruit stroomt het naar de rechterkamer (ventrikel) die het bloed, via de longslagader, naar de longen pompt. Daar neemt het bloed weer zuurstof op. Dit traject is de kleine bloedsomloop. * Vanuit de longen stroomt het zuurstofrijke bloed naar de linkerboezem (atrium) en naar de linkerkamer die het zuurstofrijke bloed naar het lichaam pompt via de grote lichaamsslagader (aorta). Die vertakt zich naar alle organen en weefsels die het bloed opnemen om te functioneren. * Dit noemen we de grote bloedsomloop. Nadat het bloed de organen en weefsels passeerde, is het weer zuurstofarm en zal het weer naar het rechterkant stromen, om zo opnieuw naar de longen te gaan om zuurstof op te nemen. * Om de bloedsomloop in de juiste richting te laten verlopen en er dus voor te zorgen dat het bloed maar in 1 richting stroomt, is er tussen elke voorkamer (atrium/boezem) en kamer van het hart een klep die verhindert dat het bloed bij het samentrekken van de kamers terugvloeit naar de voorkamers. Om te vermijden dat het bloed, dat uit het hart naar de longslagader en naar de lichaamsslagader (aorta) wordt gepompt terug in het hart zou vloeien, zijn ook daar kleppen.
47
Wat is de hartspier? Hoe wordt dit ook wel genoemd?
Het gespierde gedeelte van de hartwand. Ook wel myocardium genoemd.
48
Hoe is het hart opgebouwd?
Het hart heeft vier kamers. De bovenste twee kamers worden **atrium** genoemd. De onderste twee kamers worden **ventrikels** genoemd. Bij beiden is er een rechter en een linkerkamer.
49
Wat is de functie van de nieren?
De nieren maken het bloed schoon en halen er afvalstoffen uit. Deze afvalstoffen worden vervolgens via de urine naar buiten gestuurd.
50
Wat is de functie van de lever?
De lever ontvangt bloed dat vol met voedingsstoffen zit. Het maakt het bloed schoon, haalt er bacteriën uit. Het haalt de voedingsstoffen uit het bloed en slaat ze op. Veel van deze voedingsstoffen blijven in de lever totdat het lichaam zo nodig heeft.
51
Wat is bloeddruk? Welke vijf aspecten van de vloeistof dynamica hebben invloed op de bloeddruk?
* De kracht die het bloed op de wanden van de bloedvaten zet. De bloeddruk wordt in twee maten gemeten: 1. De druk wanneer het hart in rust is, dus tussen samentrekkingen in. Diastolische druk. 2. De maximale druk als het hart pompt. Systolische druk. * Bloeddruk wordt uitgedrukt in het aantal millimeters dat de druk een kolom van kwik omhoog kan duwen. De 5 aspecten van vloeistofdynamica die invloed hebben op de bloeddruk zijn: * Het volume bloed dat per minuut wordt gepompt door het lichaam * Het totaal volume van het bloed * Restricties in de aderen * Elasticiteit van de aderen * De viscositeit van het bloed
52
Welke factoren in het leven van mensen beïnvloeden de bloeddruk?
1. De buitentemperatuur, een hoge buitentemperatuur zorgt voor een lagere bloeddruk en zorg ervoor dat we ons slaperig voelen. 2. Hoeveelheid activiteit, Sporten verhoogde bloeddruk gedurende en ook nog een tijdje erna. 3. Onze houding of we liggen of staan 4. Emotionele opwinding verhoogt de bloeddruk
53
Wat is hypertensie? Wat zijn risico factoren?
Langdurige hoge bloeddruk boven de 130 (systolisch) over 80 (diastolisch). Er is een risico hierbij dat bloedvaten scheuren waardoor een hart of herseninfarct ontstaat. Risicofactoren voor een hoge bloeddruk zijn: * Overgewicht * Ouderdom, maar dan vaak gekoppeld met overgewicht * Mannen hebben eerder hypertensie onder de 60 en vrouwen eerder boven de 60 * Genetische factoren, als er in de familie hypertensie voorkomt, heeft iemand meer kans om het te krijgen
54
Waaruit bestaat je bloed?
**Rode bloedcellen**: +/- 5 miljoen per mm3 bloed, worden gevormd in het beenmerg en leven zo’n 3 maanden. Ze bevatten voornamelijk hemoglobine, een proteïne die aan zuurstof hecht en het zo transporteert naar cellen en weefsels. Patiënten met anemie of bloedarmoede hebben een tekort aan rode bloedcellen of hemoglobine. **Leukocyten of witte bloedcellen**: hebben een beschermende functie, bvb het bestrijden van bacteriën. Ze worden gevormd in het beenmerg en verschillende organen. Patiënten met leukemie hebben een extreme productie van abnormale witte bloedcellen. **Bloedplaatjes**: granulaire fragmenten, geproduceerd in het beenmerg, die in geval van wondes bloedverlies tegengaan. Patiënten met hemofilie hebben te weinig bloedplaatsjes, waardoor hun bloedstolling niet optimaal functioneert. **Plasma**: +/-55% van ons bloed bestaat uit plasma. +/-90% van het plasma bestaat uit water aangevuld met proteïnes en andere organische (hormonen, enzymen, vitamines, mineralen, aminozuren, suikers, vetten,..) en anorganische elementen. Twee onderdelen van vet (lipiden) in ons bloed zijn triglyceriden en cholesterol.
55
Wat is Leukemie?
Bloedkanker - Een ziekte waarbij abnormaal grote witte bloedcellen worden geproduceerd in grote hoeveelheden, die daardoor de normale witte bloedcellen en rode bloedcellen wegdrukken.
56
Wat zijn triglyceriden?
Triglyceriden zijn de stoffen die we normaal vet noemen. Ze bestaan uit glycerol en vetzuren. er bestaan 3 soorten vetzuren: Verzadigde vetzuren, Deze kunnen niet meer waterstof opnemen. deze zijn meestal vast bij kamertemperatuur en worden gemaakt van dierlijke vet. Onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren, deze kunnen nog wel waterstof opnemen, zijn meestal vloeibaar bij kamertemperatuur en komen van planten.
57
Wat is de functie van het immuunsysteem?
Dit systeem vecht om het lichaam te verdedigen tegen vreemde bacteriën en virussen.
58
Wat zijn antigenen? Welke zaken roepen nog meer immuunreacties op?
Elke stof die een immuun reactie oproept zoals bacteriën en virussen die herkend worden aan hun proteïne en die DNA opbouw. **Bacterieën**: micro-organismen die in grote aantallen aanwezig zijn in onze omgeving. Sommige bacteriën kunnen ziektes veroorzaken, bvb tuberculose, voedselvergiftiging,.. Behandelingen met antibiotica worden steeds minder effectief door overgebruik en resistentie. **Schimmels**: organismen die zich hechten aan een organische host en daarvan voedingsstoffen absorberen. Sommige schimmels zijn nuttig, bvb penicilline. Andere zijn dan weer schadelijk, bvb protozoa wanneer ze drinkwater besmetten en ameubische dysenterie veroorzaken. **Virussen**: partikels van proteïnen en aminozuren die kleiner zijn dan een cel en genetische informatie bevatten die vermenigvuldiging mogelijk maakt. Het dringt een cel binnen en start een ‘virus-fabriek’. Ze zijn verantwoordelijk voor vele ziektes bvb herpes, mazelen, polio. **Getransplanteerde organen** kunnen een immuunreactie oproepen omdat ze aanzien worden als niet-lichaamseigen. **Allergieën**: als het immuunsysteem reageert op normaal onschadelijke invloeden, bvb pollen. Deze allergie opwekkers noemt men allergenen
59
Wat zijn lymfocyten?
Specifieke witte bloedcellen die de belangrijkste soldaten zijn in onze lichaam, verdediging tegen de invasie van vreemde deeltjes.
60
Wat zijn de verschillende onderdelen van het immuunsysteem?
Het immuunsysteem beschermt tegen indringers van buitenaf. Het verdedigt het lichaam tegen lichaamsvreemde stoffen. De organen van het immuunsysteem zijn verspreid over het lichaam en worden lymphoid organen genoemd. Ze zorgen voor de aanmaak en verspreiding van lymfocyten. De belangrijkste organen zijn: * beenmerg: lymfocyten ontstaan hier, sommige migreren naar organen waar ze uitgroeien. * zwezerik: de lymfocyten die hiernaar migreren groeien meestal uit voor de geboorte en tijdens de kindertijd. * lymfeknopen: bevatten filters die antigenen opvangen en compartimenten gevuld met lymfocyten en witte bloedcellen. Ze zijn met elkaar verbonden door een netwerk van lymfevaten gevuld met lymfevocht. * milt: functioneert als een grote lymfeknop, alleen vloeit er bloed doorheen ipv lymfevocht. De milt filtert antigenen en is ook verantwoordelijk voor de afvoer van verouderde rode bloedcellen.
61
Wat is het verschil tussen lymfocyten en fagocyten? Wat zijn verschillende fagocyten?
Het zijn allebei witte bloedcellen. Lymfocyten hebben een specifieke rol bij het aanvallen van specifieke antigen. Fagocyten hebben een algemene rol bij het aanvallen van antigen en vallen alles aan wat er ook maar enigszins vreemd uitziet. Dit noemen we niet specifieke immuniteit. Verschillende fagocyten zijn: * Macrofagen, Deze maken zich vast aan weefsel en blijven daar * Neutrofielen, Circuleren in het bloed
62
Hoe werkt het specifieke immunsysteem?
De afweer die je gedurende je leven ontwikkelt. Het systeem richt zich dmv gespecialiseerde afweercellen op telkens een bepaalde ziekteverwekker. Het grote voordeel is dat dit systeem geheugencellen kent die ervoor zorgen dat bij nieuw contact met een zelfde antigen een snelle tegenaanval mogelijk is. Dit is ook het principe achter immunisering en vaccinatie. Contact met een antigen is hiervoor wel eerst noodzakelijk. 2 specifieke immuunprocessen: - Cellulaire afweer - T-cellen - Anti-lichaam / humorale afweer - B-cellen
63
Welke type T cellen zijn er?
Cytotoxische of killer T-cellen, Vallen direct aan en vernietigen getransplanteerd weefsel, kankercellen en cellen die al overgenomen zijn door antigenen Geheugen T-cellen. Onthouden eerdere antigenen en zorgen ervoor dat toekomstig invasies makkelijker verslagen worden. T-cellen die te maken hebben met vertraagde overgevoeligheid. Zijn betrokken bij vertraagde immuun reacties. Produceren eiwitten die lymfokinen genoemd worden en die andere T-cellen stimuleren om te groeien, reproduceren en antigenen aan te vallen Helper T-cellen. Zijn soort boodschappers die reproductie van lymfocyten stimuleren en zorgen dat ze gaan aanvallen. Remming T-cellen. Vertragen of stoppen cellulaire dan wel humorale immuniteitsprocessen wanneer een infectie afneemt of is overwonnen.
64
Hoe werkt de humorale afweer (B-cellen)?
B-cellen geven aanleiding tot plasmacellen die antilichamen produceren. Antilichamen zijn eiwitmoleculen die immuno globine genoemd worden. Deze doen drie dingen: 1. Vertragen van antigen waardoor het makkelijker wordt voor fagocyten om ze te vernietigen 2. Rekruteren van andere proteïne die de membranen van de antigenen doorboren, waardoor de cel kapot gaat 3. Vinden van nieuwe antigen en het vormen van geheugen B cellen die in de toekomst als geheugen T cellen opereren. Er zijn vijf klassen van antilichamen die allemaal hun eigen functie en territorium hebben.
65
Hoe werkt het immuunsysteem?
De **eerste verdedigingslinie** begint bij de huid en de membranen die de longen en het maagdarmkanaal beschermen. Deze barrières zijn maar beperkt doorlaatbaar en houden de meeste lichaamsvreemde stoffen tegen. De **tweede verdedigingslinie** zijn specifieke en non specifieke immuun processen. Fagocyten vallen een antigen aan en daarnaast laten ze de B cellen en helper T-cellen weten dat de antigeen er zijn. Dan worden er antilichamen geproduceerd door plasma. De antilichamen helpen de fagocyten bij het verslaan van de antigenen. De **derde verdedigingslinie** bestaat uit killer T-cellen die besmette cellen vernietigen. Fagocyten initiëren dit proces en zijn belangrijk zeker bij antigen die nieuw zijn. Op het moment dat de infectie bijna voorbij is zorgen remming T-cellen ervoor dat de immuun processen vertragen. Geheugen B en T-cellen blijven in het bloed en de lymfe om weer aan te vallen op het moment dat het antigeen opnieuw verschijnt
66
Wat zijn auto immuun ziekten en welke worden benoemd?
Auto immuun ziekte zijn ziekte waarbij het afweersysteem het eigen lichaam aanvalt. Voorbeelden zijn: * Reumatoïde artritis, Het immuunsysteem valt hierbij weefsel en botten aan bij de gewrichten * Acuut reuma, Het immuunsysteem valt hierbij de hartspier aan * Multiple sclerose, Waarbij het lichaam myeline schede van neuronen aanvalt * SLE is de afkorting voor de ziekte Systemische Lupus Erythematodes. Hierbij valt het lichaam verschillende delen van het lichaam aan bijvoorbeeld de huid en het hart.
67
Wat zijn antilichamen?
Een product van afweercellen