Hoorcollege 0: Introductie Flashcards

(73 cards)

1
Q

verschillende vormen van therapie:

A
  1. individuele psychotherapie
  2. groeps[sychotherapie
  3. farmacologische behandeling
  4. creatieve therapie
  5. biologische therapieën
  6. etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat wordt verstaan onder common factors?

A

factoren die bij elke soort psychotherapie voorkomen, zoals een psychotherapeut die je ondersteunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie is de grondlegger van de klassieke psychotherapie?

A

Sigmund Freud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

van welke stroming kennen we Sigmund Freud?

A

klassieke psychotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welk jaartal hoort bij Sigmund Freuds klassieke psychotherapie?

A

1890’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat voor beeld wordt geassocieerd met klassieke psychotherapie?

A

de cliënt ligt op de bank en de therapeut zit erachter en stelt af en toe een vraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoelang duurt een klassieke psychoanalyse als behandeling?

A

jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke techniek hoort bij klassieke psychoanalyse?

A

vrije associatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tot welke stroming behoort de term vrije associatie?

A

klassieke psychoanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is vrije associatie (klassieke psychoanalyse?)

A

cliënt ligt op de bank en vertelt wat er in hen opkomt en mogen dan vrij doorassociëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat hoopt de psychotherapeut te bereiken met klassieke psychoanalyse/vrije associatie?

A

meer inzicht krijgen in wat er op onbewust niveau gebeurt in de cliënt, waardoor die cliënt klachten heeft gekregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn veronderstellingen in de klassieke psychoanalyse?

A
  1. dat er een onbewustzijn en bewustzijn is
  2. dat een cliënt zich niet bewust is van wat er zich in hun onderbewuste afspeelt
  3. door vrije associaties en droomanalyses kan de therapeut er wel inzicht in krijgen –> beter welbevinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe is de relatie tussen cliënt en therapeut in de klassieke psychoanalyse?

A

best hiërarchisch: therapeut weet meer dan de cliënt en maakt de analyses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer ontstond humanistische cliënt-gerichte therapie?

A

1940’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wie kan je associeren met de humanistische cliënt-gerichte therapie?

A

Rogers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke stroming hoort bij Rogers?

A

humanistische cliënt-gerichte therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoe wordt de cliënt gezien in de humanistische cliënt-gerichte therapie?

A

als iemand die zelf weet wat hij/zij nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is het doel van humanistische cliënt-gerichte therapie?

A

als therapeut moet je een steunende, empathische en rustige aanwezigheid moet zijn voor de cliënt zodat de cliënt zelf het proces kan doorlopen (de cliënt weet immers zelf wat het beste werkt voor hem/haar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

waar of niet waar: in de humanistische cliënt-gerichte therapie is de therapeut directief?

A
  • niet waar, in de humanistische cliënt-gerichte therapie is de therapeut niet-directief
  • de therapeut geeft heel veel terug aan de cliënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waar moet de therapeut bij humanistische cliënt-gerichte therapie voor zorgen?

A
  • dat de therapeut een band heeft met de cliënt en onvoorwaardelijke steun geven
  • de cliënt ondersteunen in het proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wanneer is de emotion-focused therapy opgekomen?

A

1980’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wie staat bekend bij de emotion-focused therapy?

A

Greenberg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

welke stroming past bij Greenberg?

A

emotion-focused therapy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

waarom wordt in de emotion-focused therapy gefocust op de emoties van de cliënt?

A

omdat emoties veel informatie bevatten over wat je eigenlijk nodig hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat is het doel van emotion-focused therapy ?
vanuit cliëntgerichte manier kijken naar verstorende processen op emoties zodat de emoties weer beter hun werk kunnen doen
26
waarin verschillen bijvoorbeeld emotion-focused therapy en humanistische cliënt-gerichte therapie van klassieke psychoanalyse?
1. duur: korter dan klassieke psychoanalyse 2. hiërarchie: meer cliëntgericht dan klassieke psychoanalyse
27
waar gaan psychodynamische benaderingen van uit?
- dat er onderliggend conflicten zijn in iemands persoonlijkheid en dat die bijdragen aan psychopathologie
28
wat zijn verschillen tussen de klassieke psychoanalyse en moderne psychodynamische benaderingen?
- moderne zijn meer gefocust op bepaalde processen - moderne zijn meer tijdgebonden - moderne zijn beter onderzocht
29
welke twee therapieën vallen onder de moderne psychodynamische benaderingen?
1. tranference-focused psychotherapy 2. mentalization based treatment
30
welke therapie werd ontwikkeld door Beck?
cognitieve therapie
31
in welke tijd werd cognitieve therapie ontwikkeld?
1960's
32
wie ontwikkelede de cognitieve therapie?
Beck
33
Is Beck de hele tijd een cognitieve therapeut geweest?
nee
34
wat voor soort therapeut was Beck eerst?
- eerst psychoanalyticus
35
waardoor veranderde Beck van psychoanalyticus naar cognitief therapeut?
- observatie: mensen met depressie vertellen heel bewust wat ze dwarszit, wat tegenover Freuds assumptie staat dat psychische kwalen in het onderbewuste zitten --> mensen met depressie en angst maken denkfouten
36
welke therapie werd bedacht door Skinner en Wolpe?
gedragstherapie
37
in welke tijd werd gedragstherapie onwtikkeld?
1950's
38
door wie werd gedragstherapie bedacht?
Skinner en Wolpe
39
waar gaat gedragstherapie over?
- het gedrag dat mensen echt laten zíén - en hoe die kunnen bijdragen aan psychische klachten
40
waarop is gedragstherapie gebaseerd?
op leertheorieën
41
wat is het doel van gedragstherapie?
veranderen van gedrag zodat klachten afnemen
42
wat is een van de belangrijkste principes van gedragstherapie?
exposure
43
welke was meer effectief: cognitieve therapie of gedragstherapie?
allebei ongeveer even effectief
44
wanneer ontstond cognitieve gedragstherapie?
1980's - 1990's
45
hoe verbind CGT de cognitieve- en gedragstherapie?
- dmv gedragsexperimenten die je doet (gedragstherapie), pas je ook de cognities aan (cognitieve therapie)
46
wat is habituatie?
wennen aan gedrag, omdat er geen straf komt
47
wat is op dit moment een van de meest populaire therapieën?
cognitieve gedragstherapie
48
kenmerken van CGT-achtige therapieën?
- kortdurend - specifieke focus - grijpen in op gedrag of gedachten
49
voorbeelden van CGT-achtige therapieën?
focus op: - zelfwaarde stimuleren - emotie's reguleren - metacognities (piekeren)
50
Welke therapie ontwikkelde Hayes?
Acceptance and Commitment Therapy
51
in welke tijd is ACT ontwikkeld?
1980's
52
wie ontwikkelde ACT?
Hayes
53
waarvandaan haalde Hayes invloeden voor ACT?
vanuit een oosterse filosofie
54
wat is het idee binnen ACT?
- niet zo knokken tegen de negativiteit en alles wat je zou willen veranderen --> kan zorgen voor extra stress en gedoe --> minder ruimte in je hoofd voor positieve dingen
55
wat leer je met ACT?
- meer richten op dingen die je waardevol vind in het leven - negatieve dingen observeren zonder oordeel
56
wanneer wordt ACT vaak ingezet?
- bij lichamelijk onverklaarbare klachten - als iemand al meerdere therapieën heeft gehad - bij depressie of angstklachten
57
waarvan is schematherapie een voorbeeld?
integratieve therapie
58
wanneer werd schematherapie ontwikkeld?
1980's
59
wat combineert schematherapie om tot schematherapie te komen?
- inzichten vanuit psychodynamische theorieën - emotiegerichte therapieën - cognitieve gedragstherapie - (soms ook ACT-elementen)
60
wanneer wordt schematherapie vaak toegepast?
- persoonlijkheidsstoornissen - bij mensen met langdurige klachten
61
Welke therapievorm ontwikkelde Shapiro?
EMDR
62
wanneer werd EMDR ontwikkeld?
1988
63
hoe is EMDR ontwikkeld?
Shapiro merkte tijdens een wandeling dat het volgen van blaadjes met haar ogen haar rustig maakte, gedachten gingen meer naar de achtergrond --> onderzoeken
64
wie ontwikkelde EMDR?
Shapiro
65
op welke therapie lijkt Ellis's rational emotive behavior therapy?
CGT
66
hoelang duurt een "korte" therapie ongeveer?
- enkele weken - 8-15 sessies
67
hoelang duurt een "lange" therapie ongeveer?
- bijvoorbeeld een jaar of langer
68
voor wie worden vaak de "lange" therapieën gebruikt?
- mensen met chronische psychopathologie - mensen met zeer ernstige psychopathologie - mensen met een persoonlijkheidsstoornis
69
welke 3 therapie"scholen" zijn er?
1. psychoanalytisch/psychodynamisch 2. humanitisch/cliënt-gefocust 3. CGT
70
waarom wordt ACT wél als CGT-stroming gezien, ondanks het feit dat er gezegd wordt dat je niet je cognities moet veranderen?
er wordt beargumenteerd dat je met Act een alternatieve emotieregulatiestrategie aangereikt krijgt --> gedragsverandering is mogelijk hierdoor
71
waarom wordt EMDR nog níét onder CGT geschaard?
- er is nog niet duidelijk hoe EMDR precies werkt - er is een traumabehandeling vanuit de CGT: imaginaire exposure
72
onder welke stroming val imaginaire exposure?
CGT
73
wat is imaginaire exposure?
in gedachten teruggaan naar traumatische gebeurtenis en leren dat je angst afneemt --> habituatie