Hoorcollege 6: Acceptance and Commitment Therapy (ACT) Flashcards

(65 cards)

1
Q

Act is een vorm van deze therapiestroom:

A

CGT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de eerste CGT golf?

A

gedragstherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer begon gedragstherapie?

A

1960’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wie is bekend van gedragstherapie?

A

Skinner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar gaat gedragstherapie over?

A
  • niet over binnenin, maar het waarneembare gedrag
  • straffen van ongewild gedrag en belonen van gewild gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de tweede CGT golf?

A

CGT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer begon CGT?

A

1980’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wie is er bekend van CGT?

A
  • Beck
  • Ellis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar gaat CGT over?

A
  • zowel gedachten, overtuigingen en emoties worden meegenomen
  • als je deze beïnvloedt en veranderd kan ook gedrag worden veranderd
  • In therapie wordt er onderzocht waar mensen disfunctionerende cognities over zichzelf of de wereld in hebben
  • technieken worden ingezet om deze cognities te veranderen met het idee dat ze functioneel gaan worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer kwam de derde CGT golf?

A

2000’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke therapievormen zijn onderdeel van de 3e CGT-golf?

A
  • ACT
  • MBSR
  • MBCT
  • DBT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar gaat de derde CGT-golf over?

A
  • verschuiving van symptomen/ziekte naar holistische bevordering van welzijn en geestelijke gezondheid
  • integreert focus op bijv. acceptatie, persoonlijke waarden, mindfulnessvaardigheden om persoon te helpen ten volle te leven in aanwezigheid van tegenspoed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een verschil tussen ACT en CGT?

A

bij ACT wordt ook de omgeving meegenomen, naast dat er (zoals bij CGT) alleen de medische en specifieke klachten worden meegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

op welk model is ACT gebaseerd?

A

psychologisch flexibiliteitsmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

door wie is ACT ontwikkeld?

A

door Hayes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe heeft ACT zich ontwikkeld?

A

Hayes had last van angstaanvallen, ging ertegen vechten, hielp niet –> omarmen, hielp wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoe kan je ACT omschrijven?

A
  • Acceptatie van negatieve interne ervaringen: bijv. laag zelfbeeld, gedachten, angst, woede, pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is het gevolg/doel van ACT?

A
  • meer tijd voor wat je belangrijk vind en ernaartoe bewegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

bij welke pathologie helpt ACT goed?

A

bij chronische pijnproblematiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is de prevalentie van chronische pijnklachten?

A

15-20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

volgens de DSM, hoe lang moet iemand last hebben van pijnklachten om de diagnose te kunnen krijgen?

A

pijn > 3 tot 6 maanden of langer dan de verwachte genezingstijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoeveel % van de mensen met chronische pijnproblemen heeft een comorbide depressie?

A

40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hoeveel % van de mensen met chronische pijnproblemen heeft comorbide angst?

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

waarvan is catastrofeerproblematiek een voorbeeld?

A

dat je pijn invloed kan hebben op je cognities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
welke 3 factoren vallen onder catastrofeerproblematiek?
1. rumineren 2. uitvergroten 3. hulpeloosheidsgevoel
26
wat is rumineren?
blijven piekeren
27
op wel moment van de dag is rumineren het ergst?
in de nacht
28
waarom is piekeren het ergst in de nacht?
dan 'slaapt' je prefrontale cortex, die het een en ander inhibeert
29
waar of niet waar: bij ACT verander je cognities?
niet waar, je verandert je gedrag of cognities niet, je neemt er afstand van en kiest zelf wat je opvolgt
30
wat houdt het psychologische flexibiliteitsmodel in?
Het psychologisch flexibiliteitsmodel is een model over hoe gedachten en emoties het gedrag beïnvloeden, en over hoe een gezonde en duurzame gedragsverandering tot stand kan worden gebracht. Er wordt niet zozeer gefocust op hetgeen wat is mis is, maar juist op hetgeen wat je wilt creëren met de cliënt, zodat dat beter wordt.
31
psychologische flexibiliteitsmodel: defussie en acceptatie worden ook nog wel eens ondergebracht onder de term:
unhooken
32
wat verstaan we onder acceptatie?
- het toestaan van innerlijke ervaringen zonder hun aanwezigheid proberen te veranderen of te verminderen - een actie: niet een attitude of gevoel, maar hoe je je gedraagt
33
wat verstaan we onder experiëntiële vermijding?
- niet in contact willen blijven met negatieve gedachten of emoties - proberen te veranderen of zich te ontdoen van deze ervaringen
34
waar werkt ACT vaak mee?
met metaforen
35
wat is een voorbeeld van een ACT metafoor?
de ongewenste gast
36
wat is toegezegde actie/committed action?
acties ondernemen in overeenstemming met waarden
37
wat zijn twee stappen van het proces van ACT?
1. accepteren/het stoppen van experiëntiële vermijding 2. waarden vinden
38
wat is het eerste doel bij ACT?
ontdek je favoriete manieren om pijn/andere ongewenste negatieve ervaringen te vermijden
39
wat is het verschil tussen ACT en CGT wat betreft coping?
- CGT: inhoud/vorm van coping - ACT: functie van coping
40
waar of niet waar: effectgroottes van ACT zijn positief en vergelijkbaar met traditionele CGT
waar
41
ACT is effectiever voor: milde vs majeure depressie?
milde
42
ACT is effectiever voor: kinderen of volwassenen?
volwassenen
43
wat houdt het begrip 'waarden' in?
- het is een soort kompas - het geeft richting en motivatie
44
zijn waarden en doelen hetzelfde?
nee
45
wat is het verschil tussen waarden en doelen?
waarden kan je gebruiken om doelen te vormen
46
hoe verschillen ACT en CGT qua doelen?
- CGT geeft doelen, maar hoe kan je die later zelf maken? - ACT geeft handvaten om zelf doelen op te stellen
47
wat heeft Russ Harrsi bijgedragen aan ACT?
The Bull's Eye
48
wat staat er in The Bull's Eye van Russ Harris?
- er staan 4 primaire levensgebieden op - in hoeverre leef je in je waarden?
49
wat is het meest centrale idee van ACT?
cognitieve defusie
50
wat is cognitieve defusie?
- iets zien zoals voor wat het is "gewoon een gedachte" - niet zien als de waarheid - afstand nemen en het observeren/opmerken, niet gelijk integreren als waarheid of iets waar je iets mee moet doen
51
wat zijn 4 defusietechnieken?
1. spreek gedachten langzaam hardop uit 2. hardop gedachten uitspreken met een grappig stemmetje 3. gedachtenboek bijhouden 4. 'maar' vervangen door 'en'
52
Literatuur: wat is de westerse psychologische overtuiging?
lijden moet behandeld worden
53
Literatuur: waar of niet waar: een van de doelen van ACT is symptoomreductie?
niet waar: symptoomreductie geen doel van ACT: van ‘symptomen’ afkomen kan klinische stoornissen veroorzaken
54
Literatuur: hoe werd ACT vroeger genoemd?
existentieel humanistische cognitieve gedragstherapie
55
Literatuur: bij welke pathologieën is ACT bewezen effectief?
1. depressie 2. OCD 3. stress op werk 4. chronische pijn 5. stress van terminale kanker 6. angst 7. PTSS 8. anorexia 9. heroïnemisbruik 10. marihuanamisbruik 11. schizofrenie
56
Literatuur: wat is het doel van ACT?
je leert om minder vast te zitten in je gedachten die vermijdingsgedrag veroorzaken, en in plaats daarvan een nieuwe context te vinden waarin je doet wat echt belangrijk voor je is
57
Literatuur: wat is het proces van ACT?
cyclus van: 1. het detecteren van cognitieve fusie en vermijding, 2. onschadelijk maken en loslaten (opzetten van nieuwe, meer flexibele functies voor deze gebeurtenissen) 3. en verhuizen in gewaardeerde richting op een manier die steeds grotere patronen van effectief gedrag opbouwt
58
Literatuur: wat verstaan we onder mindfulness?
bewust maken van je hier-en-nu ervaring met openheid, interesse en ontvankelijkheid
59
Literatuur: wat verstaan we onder gezonde normaliteit?
zijn van nature psychisch gezond, gelukkig en tevreden
60
Literatuur: hoe kijkt ACT tegen gezonde normaliteit aan?
onjuist, want: 1. Heel veel mensen maken depressie mee: het is dus normaal/psychisch lijden is overal om ons heen 2. Veel psychisch lijden vormen geen ‘klinische stoornissen’: eenzaamheid, verveling, vervreemding, zinloosheid, laag zelfbeeld, existentiële angst en bijbehorende pijn met thema's als racisme, pesten, seksisme, huiselijk geweld en echtscheiding
61
Literatuur: wat is destructieve normaliteit?
psychisch lijden creëren is normaal voor de mens volgens ACT
62
Literatuur: wat zijn 6 kernprincipes van het ontwikkelen van psychologische flexibiliteit?
1. cognitieve defusie 2. acceptatie 3. contact met het huidige moment 4. observerende zelf 5. waarden 6. toegewijd handelen
63
Literatuur: wat is een anomalie?
verschijnsel in een theorie die binnen bepaald model/paradigma niet verklaard kan worden
64
Literatuur: wat zij 4 kenmerken van functioneel contextualisme?
1. focus op de héle gebeurtenis 2. gevoeligheid voor de rol van context in de gebeurtenis 3. nadruk op pragmatisch waarheidscriterium: wat als waar wordt beschouwd, is wat werkt 4. specifieke wetenschappelijke doelen
65
Literatuur: wat zijn 6 technieken bij ACT?
1. confrontatie aangaan met het systeem 2. controle is het probleem 3. cognitieve defusie en mindfulness 4. transcendent gevoel van eigenwaarde 5. acceptatie en bereidheid 6. toewijding