Hoorcollege 3: Zelfbeeld en autonomieversterking (COMET en autonomiebevorderende therapie) Flashcards

(70 cards)

1
Q

waar staat COMET voor?

A

COMpetitive MEmory Training

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waaraan werk je bij COMET?

A

zelfwaardering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bij welke psychopathologie wordt COMET vaak ingezet?

A

bij eetstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uit welke fasen bestaat de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A
  1. pre-therapie
  2. deeltijdbehandeling
  3. nazorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat gebeurt er in de pre-therapie-fase van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A
  1. vergroten van motivatie en inzicht
  2. voelen dat er nadelen zijn aan de eetstoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoelang duurt de pre-therapie-fase van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A

ongeveer 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe vaak per week zijn patiënten bezig met behandeling in de pre-therapie-fase van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A

1 dagdeel per week (9-5)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe lang duurt de deeltijdbehandeling van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A

3x3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe vaak per week zijn patiënten bezig met behandeling in de deeltijdbehandeling-fase van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A

2-5 dagen in de week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurt er in de deeltijdbehandelingsfase van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A
  • voedingsmanagement
  • CGT
  • psychomotorische therapie
  • dramatherapie
  • therapie over instandhoudende factoren (perfectionisme, rigiditeit, zelfbeeld )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe lang duurt de nazorgfase van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A

meestal een half jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe vaak zijn patiënten bezig met behandeling in de nazorgfase van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A

1-2 dagen in de week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er in de nazorgfase van de driefasenbehandeling van eetstoornis?

A
  • afbouwen van de modules van de deeltijdfase
  • re-integratie
  • ## autonomieversterking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat houdt de ijsbergmetafoor in?

A

het idee dat het eten enkel het topje van de ijsberg is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat kan je halen uit het model van Fairburn?

A

hierin staan mechanismen die aangepakt moeten worden bij mensen met een eetstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de kern van het model van Fairburn?

A

(lage) zelfwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke 3 factoren spelen een rol in het model van Fairburn?

A
  1. moodintollerantie
  2. zelfwaarde
  3. perfectionisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn twee redenen om het model van Fairburn te gebruiken?

A
  1. aanpakken wat er onder het wateroppervlak aan ijsberg zit
  2. transdiagnostisch model: je kant het op alle eetstoornissen toepassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

op welke 2 manieren kan je transdiagnostisch behandelen?

A
  1. tussen stoornissen (bijvoorbeeld angst en depressie)
  2. binnen stoornissen (bijvoorbeeld anorexia en boulimia nervosa)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat betekent transdiagnostische factor?

A
  • iets wat overeenkomstig is tussen verschillende stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

aan welke 4 eisen moet een transdiagnostische factor voldoen?

A
  1. Risicofactor voor ontwikkeling en terugval = factor blijft bestaan ook wanneer het even beter gaat (bijv. laag zelfbeeld)
  2. Speelt rol bij comorbiditeit: te maken met andere stoornissen
  3. Theoretisch model: je kan niet zomaar iets een transdiagnostische factor noemen
  4. Behandeling geeft reductie van klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is een voorbeeld van een transdiagnostische factor?

A

laag zelfbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat houdt transdiagnostisch behandelen in?

A

behandeling gericht op onderliggende mechanismen (ook gericht op verschillen tussen stoornissen hoor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

COMET: wat is een mogelijk gevolg als je de transdiagnostische factor negatief zelfbeeld niet behandelt?

A

dit belemmert het herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
COMET: wat is kort uitgelegd de theorie en behandeling van Beck?
1. negatieve, disfunctionele gedachten veroorzaken (bijv.) depressie 2. disfunctionele gedachten activeren schema’s 3. behandeling = uitdagen van gedachten, het vervangen van disfunctionele gedachten
26
COMET: wat is een probleem met de theorie en behandeling van Beck?
je kan gedachten niet vervangen of ontleren
27
COMET: wat zegt Brewin over de behandeling van een negatief zelfbeeld?
behandelen is NIET het vervangen van gedachten, maar het aanmaken van nieuwe representaties
28
COMET: waar of niet waar: Brewin zegt dat Beck's methode niet werkt?
niet waar, Brewin zegt niet dat Beck’s methode niet werkt, maar heeft een andere verklaring voor hoe deze werkt
29
COMET: welk metafoor werd in het college gebruikt voor het ontwikkelen van nieuwe representaties?
een bospad, dat vaak bewandelt moet worden
30
COMET: welk zinnetje wordt bijvoorbeeld heel veel herhaald en geactiveerd bij COMET?
"ik kan het wél"
31
COMET: wat zijn de drie randvoorwaarden?
1. individueel vs groep 2. denken vs voelen 3. geheugen = database
32
COMET: wat wordt er bedoelt met de randvoorwaarde individueel vs groep bij COMET?
- COMET is bedoelt om individueel te doen en zo de vaardigheden aan te leren - het kan in een groep, maar dan krijg je individuele therapie in een groep
33
COMET: wordt COMET in individueel of groepsverband gegeven?
- bedoelt om individueel te doen - het kan in een groep, maar dan krijg je individuele therapie in een groep
34
COMET: wat wordt er bedoelt met de randvoorwaarde denken vs voelen bij COMET?
"ik weet het wel, maar ik voel iets anders"
35
COMET: wat wordt er bedoelt met de randvoorwaarde geheugen = database bij COMET?
- je geheugen is een database van geheugenpaden - "ik" = gelinkt aan allerlei betekenissen (dochter, vriendin van etc.), maar er is maar één betekenis tegelijk geactiveerd - bij een stoornis triggeren veel contexten een een negatief zelfbeeld
36
wat houdt COMET dus in?
- COMET bevordert de activatie van functionele betekenissen
37
COMET: hoe wordt de actibatie van funcyionele betekenis bevorderd?
- emotionele saillantie verbeteren (= waarde die je ergens aan hecht) - herhaling - negatieve triggers koppelen aan positief zelfbeeld
38
De rationale van COMET voor lage zelfwaardering bestaat uit deze 3 elementen:
1. reële zelfwaardering, naast de niet-verwijderbare negatieve paden 2. "voelen dat" ipv "weten dat" 3. gericht op positieve dan wel negatieve eigenschappen
39
wat zijn de 7 stappen/sessies van COMET?
1. vaststellen van negatief zelfbeeld 2. bepalen van een incompatibel positief tegenbeeld 3. illustreren van positief zelfbeeld (verhaaltjes) 4. imaginatie en zelfspraak 5. lichaamshouding en gelaatsuitdrukking 6. muziek 7. contraconditionering
40
COMET: voorbeeld van incompatibel positief tegenbeeld bij waardeloos?
- waardevol = goede incompatibele positieve tegenbeeld - slim = GEEN goed incompatibel positief tegenbeeld in dit geval
41
COMET: wat doe je tijdens imaginatie en zelfspraak?
het verbeteren van emotionele saillantie
42
COMET: wat is contraconditionering?
het koppelen van negatieve triggers aan een positief zelfbeeld
43
COMET: welke twee vormen van contraconditionering zijn er?
1. Geconcentreerde afleiding (makkelijke versie): door het afwisselen van een positief en negatief zelfbeeld wordt je immuun 2. alleen herinnering van negatieve context naar boven brengen, waar je positieve zelfbeeld plaatst (lastiger)
44
COMET: wat is de effectiviteit van COMET?
- effecten op zelfwaardering en depressie: middelgroot tot groot - ondanks de klinisch significant verandering (27%), was de zelfwaardering in vergelijking met de populatie nog steeds nog steeds laag
45
wat betekent autonomie?
vermogen tot zelfsturing, in verbondenheid met anderen in de samenleving
46
voorbeelden van autonomieproblemen:
- schuldgevoelens - onzekerheid/geen keuzes maken - zichzelf wegcijferen - Problemen met conflicten aangaan, moeite met boosheid toestaan en uiten - Zich oververantwoordelijk voelen voor anderen, gevoelens van anderen ‘overnemen'
47
welke 3 onderdelen zorgen samen voor autonomie(gehechtheid)?
1. zelfbewustzijn 2. gevoeligheid voor anderen 3. omgaan met nieuwe situaties
48
Autonomie: wat betekent zelfbewustzijn?
weten wat je eigen meningen, wensen en behoeften zijn
49
Autonomie: wat betekent gevoeligheid voor anderen?
vermogen tot intimiteit en seperatie
50
angst-, stemmings-, eet-, en persoonlijkheidsstoornissen lijken mede te worden veroorzaakt en/of in stand gehouden door deze transdiagnostische factor:
autonomieproblemen
51
hoger of lager: mensen met angst-, stemmings-, eet-, en persoonlijkheidsstoornissen hebben een ... zelfbewustzijn:
lager
52
hoger of lager: mensen met angst-, stemmings-, eet-, en persoonlijkheidsstoornissen hebben een ... gevoeligheid voor anderen:
hoger
53
hoger of lager: mensen met angst-, stemmings-, eet-, en persoonlijkheidsstoornissen hebben een ... vermogen om nieuwe situaties te hanteren:
lager
54
Autonomie bevorderende therapie: welke 4 stappen?
1. introductie 2. 'overlevingsstrategieën' 3. autonomie-gerelateerde schema's 4. terugvalpreventieplan
55
Autonomie bevorderende therapie: welke 2 onderwerpen vallen onder de introductie?
1. psycho-educatie 2. autonomiedoelen
56
Autonomie bevorderende therapie: wat is een 'overlevingsstrategie'?
strategieën die vroeger goed hielpen, maar nu disfunctioneel zijn
57
Autonomie bevorderende therapie: welke oefeningen komen elke week aan bod?
- aandachtsoefening - goed nieuws (focus op positieve) - voorzitter
58
Autonomie bevorderende therapie: welke onderwerpen vallen onder 'overlevingsstrategieën'?
- familiegeschiedenis - schema's over jezelf en anderen - herlabelen/valideren - nieuwe strategieën exploreren
59
Autonomie bevorderende therapie: welke onderwerpen vallen onder autonomie gerelateerde schema's?
- grenzen - communicatie - lichaam en seksualiteit - gedachten en emoties - individuele tijd
60
Autonomie bevorderende therapie: uit welk van de 4 gedeeltes bestaat het grootste gedeelte?
autonomie-gerelateerde schema's
61
Autonomie bevorderende therapie: welke onderwerpen vallen onder terugvalpreventie?
- terugvalpreventie - afscheid
62
Autonomie bevorderende therapie: waar of niet waar: deze therapie heeft géén effecten op agorafobie?
niet waar, heeft juist wél effecten op agorafobie
63
Autonomie bevorderende therapie vs CGT, welke effectiever?
allebei even effectief
64
Autonomie bevorderende therapie: kan autonomie bevorderen helpen bij eetstoornissen?
ja: - autonomie en mentaliseren bleken herstel te voorspellen – patiënten profiteerden van therapie door een versterking van hun autonomie!
65
Literatuur: wat is emotionele saillantie?
positieve waardering van zichzelf
66
Literatuur: waardoor kan je emotionele saillantie stimuleren?
1. schrijven van verhalen met jezelf in een positieve rol en herhalen van bijpassende positieve uitspraken 2. luisteren naar muziek specifiek geselecteerd door patiënt zelf 3. bewuste manipulatie van lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en beeldspraak
67
Literatuur: is COMET met treatment as usual effectiever dan alleen TAU?
ja
68
Literatuur: uit de resultaten kwam dit wel naar voren, waar rekening mee gehouden moet worden:
gemiddelde eigenwaarde score na COMET nog steeds onder de scores van de functionele Nederlandse bevolking
69
Literatuur: wat zijn de 5 beperkingen aan het gedane onderzoek?
1. Diagnoses & in- en uitsluitingscriteria vastgesteld in niet-gestandaardiseerde klinische interviews 2. Geen formeel controleren of patiënten huiswerkopdrachten hebben uitgevoerd (= essentieel onderdeel van COMET) 3. Mogelijkheid Hawthorne-effec 4. vraag of resultaat therapeut effect of behandelingseffect was, waarschijnlijk niet 5. TAU-therapeuten kregen de opdracht geen focus te leggen op zelfwaardering, maar COMET werkte alsnog beter dan alleen TAU.
70
Literatuur: wat is het Hawthorne-effect?
resultaten weerspiegeling van enthousiasme van patiënten/therapeuten om deel uit te maken van iets nieuws