Hoorcollege 4: Schematherapie Flashcards
(140 cards)
door wie is schematherapie ontwikkeld?
Jeffrey Young
welke therapievormen worden geïntegreerd bij schematherapie?
- CGT
- Client-gerichte psychotherapie en Gestalttherapie
- psychodynamisch
- gehechtheidstheorie
waarin breidt schematherapie de traditionele CGT uit?
grotere nadruk op onderzoeken van kindertijd en adolescente oorsprong van psychologische problemen, emotieve technieken, therapeut-patiënt relatie en onaangepaste copingstijlen
voor welke psychopathologie is schematherapie voornamelijk effectief?
voor persoonlijkheidsstoornissen of significante karakterologische problemen die de as-I stoornis (angst- en stemmingsstoornissen) onderliggen
karakteristieken van cliënten van schematherapie:
- willen/kunnen niet meedoen aan CGT-procedures
- kunnen geen toegang krijgen tot condities en emoties, vermijden veel
- hebben verstoorde, negatieve gedachten en zelf-saboterende gedragingen die extreem resistent zijn voor CGT-technieken
- hebben problemen met het vormen van een therapeutische samenwerking en hebben levenslange verstoringen in relaties
- hebben vage, chronische en aanhoudende problemen/klachten (gedragsproblemen die niet perse in een hokje vallen)
wat is de betekenis van vroege maladaptieve schema’s?
zelfvernietigende emotionele en cognitieve patronen die vroeg in onze ontwikkeling beginnen en zich gedurende ons hele leven herhalen
hoe ontwikkelt maladaptief gedrag zich volgens de schematheorie?
als reactie op een schema
waardoor blijven mensen hangen in (maladaptieve) schema’s?
het voelt ‘goed’ en ‘juist’ aan, ze zijn het gewend
waarom komt disfunctionaliteit pas later in het leven voor?
want voorheen kon het schema als adaptief gevonden worden om te dealen met situaties van vroeger
wat zijn de 4 kernbehoeftes in de kindertijd?
- connectie en acceptatie
- gezonde autonomie en prestaties
- realistische normen en verantwoordelijkheid
- realistische grenzen
wat zijn 4 vroege levenservaringen die kunnen leiden tot maladaptieve schema’s?
- Toxische frustratie van behoeften, bijv. gebrek aan stabiliteit, begrip of liefde
- Traumatisering, slachtofferschap: wantrouwen/ misbruik, gebrekkigheid/schaamte, kwetsbaarheid voor schade
- te veel van het goede: te veel vrijheid of te veel overbezorgdheid
- Selectieve internalisatie of identificatie met significante anderen
waardoor ontstaan schema’s?
- kernbehoeftes uit de kindertijd
- vroege levenservaringen
- emotioneel temperament
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van labiel?
nonreactief
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van passief?
agressief
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van dysthemisch?
optimistisch
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van prikkelbaar?
vrolijk
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van angstig?
kalm
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van verlegen?
sociaal
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van obsessief?
afleidbaar
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van nonreactief?
labiel
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van agressief?
passief
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van optimistisch?
dysthemisch
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van vrolijk?
prikkelbaar
wat is het tegenovergestelde emotionele temperament van kalm?
angstig