Interviews Flashcards

1
Q

veranderkundige interventie

A

interviewen is niet alleen maar een techniek om gegevens te verzamelen en te valideren: het is ook een techniek om mensen te betrekken en te beïnvloeden

[met een interview kun je een band scheppen, mensen aan het denken zetten, bewust maken, betrekken en mee laten doen met de procesverbetering]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Om gegevens te verzamelen heb je verschillende technieken tot je beschikking, welke?

A
  • Desk research - informatie uit documenten halen
  • Workshops – met groep medewerkers gestructureerd aan de slag
  • Observeren – gestructureerd gaan kijken/luisteren
  • Immersion – zelf als klant of medewerker het proces gaan meemaken, meelopen
  • Interviews
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

interview

A

Een interview is een zakelijk gesprek waarbij je gegevens (feiten, meningen, gedrag, houding) van mensen probeert te achterhalen door ze vragen te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voordeel interviewen (in tegenstelling tot bijv. een enquete)

A

als interviewer kan je doorvragen en op basis van inbreng van de geïnterviewde ook informatie vinden waarvoor je qua thema’s en vragen niet direct naar zocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 4 typen interviews zijn er

A

intake interview
verkennend interview
discovery interview
design interview

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

als consultant zal je bewust moeten zijn van de gedachten en emoties van de mensen die je interviewt, waar zal je bv op moeten letten?

A
  • [open klimaat te scheppen] – aanmoedigen, ruimte te maken en begrip te tonen voor de gedachten en emoties die de gesprekspartner heeft rond het gesprek
  • [veilig klimaat te scheppen] – je interviewpartner moet het gevoel hebben dat zij of hij vrijuit kan praten en dat gespreksnotities voldoende anoniem blijven en niet tegen de persoon worden gebruikt.
  • [positief klimaat te scheppen] – in een proces waarin problemen zitten, gaan ook dingen goed. De focus hoeft niet alleen te liggen op problemen, maar ook op wat er goed gaat. En een schuldige zoeken is ook niet handig: problemen in processen liggen ook vaak meer aan het ‘systeem’ dan aan individuen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er als je je interview niet goed hebt voorbereid?

A
  • dat je weinig gegevens verzameld,
  • dat je wellicht je gesprekspartner irriteert
  • dat je een weinig professionele indruk achterlaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar bestaat een goede voorbereiding uit?

A
  • 1e oriëntatie op de persoon – wie is de persoon, waarom met die persoon praten, wat zijn je doelen
  • Met persoon even afstemmen om een gesprek te kunnen inplannen: achtergrond, doelen gesprek, beschikbaarheid van persoon, mogelijke datum/tijdstip/duur.
  • Gesprek tijdig inplannen
  • Gespreksopzet maken
  • Indien nodig, bepaalde vragen of gegevens tijdig naar persoon sturen (zodat persoon zich
    kan voorbereiden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gespreksopzet ziet er als volgt uit:

A
  • Wat is bekend over de organisatie?
  • Wie is de persoon die ik ga spreken?
  • Waarom is deze persoon relevant in dit project?
  • Wat zijn je doelen voor het gesprek met deze persoon?
  • Wat wil ik weten en welke vragen ga ik hiervoor stellen?
  • Bepaal een structuur/agenda voor het gesprek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

logische opbouw interview

A

o Een inleiding
 Opening
 Doelaanduiding
 Vooruitblik op gesprek
 Randvoorwaarden (bijv. tijdsduur, verslag)

o Kern van het gesprek

o Afsluiting
 Samenvatting hoofdpunten
 Vervolgafspraken
 Social talk en afscheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

doorvragen
[lateraal chunken]

A

De breedte “U noemde 2 problemen in het proces. Kunt u nog meer problemen aangeven?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

doorvragen
[downchunken]

A

De diepte “U noemde 2 problemen. Kunt u probleem 1 wat verder uitleggen?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

doorvragen
[upchunken]

A

De hoogte “U noemde 2 problemen. Wat is nou de achterliggende oorzaak, denkt u? En waarom zijn deze problemen voor u zo relevant?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

in welke lagen kan je een gesprek onderscheiden

A
  • De inhoud (waar het gesprek over gaat, bijv. over een bepaald proces en de problemen hierin)
  • De procedure (de stappen in het interview)
  • De relatie / interactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe verwerk je de gegevens na het interview

A
  • Verwerkt het verslag tijdig
  • Verstuur het verslag met een verzoek tot beoordeling
    o Geef een duidelijke deadline
    o Geef een aantal expliciete beoordelingscriteria, bijv.compleetheid, juistheid,
    duidelijkheid
  • Hou bij wie je wanneer welk verslag hebt gestuurd
  • Herinner de persoon evt. nog een keer
  • Bekijk de aanpassingen en stel evt. aanvullende vragen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke vervolgstappen zijn er?

A

Je deelt de belangrijkste bevindingen uit het gesprek in je team. Ook ga je als team de gegevens van het interviews verwerken middels andere technieken (zoals bijv. een procesmodel en documentatie, process issue lijst, e.d.,)