Naar flow -> doorstroming in een proces Flashcards

1
Q

wat is een belangrijke vraag bij procesverbetering?

A

hoe beïnvloedt je de doorstroming van objecten (fysieke producten/halffabrikanten/materialen, mensen, informatie) zodanig dat er ‘ flow’ ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stromend object

A

In vrijwel alle processen stroomt er iets door het proces heen. Dat kunnen 1 of meerdere dingen zijn.

[fysieke objecten, levende objecten (dieren, mensen) of informatie]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

flow

A

een ongestoorde, ononderbroken gang van product of dienst door het proces richting klant. Het betekent dat verschillende processtappen nooit op elkaar hoeven te wachten en dat er een continue stroom richting klant is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke drie wetten hebben een grote invloed op de doorstroming in een proces?

A
  1. De wet van Little
  2. De wet van bottlenecks
  3. De wet van variatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

little’s formule

A

Doorlooptijd = aantal stroomeenheden in het proces x bewerkingstijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

procesefficiency formule

A

Procesefficiency = (totale (waardetoevoegende) bewerkingstijd) / doorlooptijd ) * 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

[little’s formule]

welke 2 verspillingen hebben een grote impact op de doorlooptijd?

A
  • Voorraden
  • Wachten (van producten of mensen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

[little’s formule]

wat kan je doen om een kortere doorlooptijd te bieden

A

tussenvoorraden verminderen en het wachten minimaliseren
[mbv LEAN]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bottleneck

A

het punt in een proces met de laagste productiecapaciteit (aantal eenheden per tijdseenheid) in vergelijking met andere activiteiten in het proces.

Een bottleneck is iets dat het gehele proces beperkt in het behalen van een hogere prestatie. Een bottleneck bepaalt hierdoor de totale doorstroming in een proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

theory of constraints

A

De Theory of Constraints is een procesverbeteraanpak die zich richt op het wegnemen of optimaal inzetten van bottlenecks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

[bottlenecks]

hoe moet je flow verbeteren?

A

bottlenecks proberen weg te nemen of er slim mee omgaan.
[mbv LEAN]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de wet van ongewenste variatie

A

ongewenste variatie en fouten zorgen voor extra werk en oponthoud. Door het verminderen van fouten en ongewenste variatie kun je de doorlooptijd verminderen: je wilt alles in 1 keer goed

Lean maar ook de verbeteraanpak Six Sigma levert hiervoor diverse technieken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly