Leçon 7: Soins infirmiers - spécialisation en pédiatrie Flashcards
(54 cards)
1
Q
medische zorg
specialisatie kindergeneeskunde
A
soins infirmiers
spécialisation en pédiatrie
2
Q
een tonsillectomie
A
une amygdalectomie
3
Q
een armband
A
un bracelet
4
Q
de pols
A
le poignet
5
Q
een (kleine) ketting
A
une chaîne(tte)
6
Q
een tablet
A
un comprimé
7
Q
(een kledingstuk) aantrekken
A
enfiler
8
Q
vastbinden
A
nouer
9
Q
uittrekken
uitdoen
A
enlever
10
Q
uitdoen
A
retirer
11
Q
laten smelten
A
faire fondre
12
Q
zich ontspannen
A
se détendre
13
Q
(iemand, iets)
meenemen
A
emmener
14
Q
overgeven
A
vomir
15
Q
zich ongerust maken
A
s’inquiéter
16
Q
in slaap brengen
verdoven
A
endormir
17
Q
wakker worden
A
se réveiller
18
Q
nuchter
A
à jeun
19
Q
het hangt af van…
A
ça depend de…
20
Q
de vordering van het programma
A
l’avancement du programme
21
Q
braakneigingen hebben
A
avoir des nausées
22
Q
tot je slaapt
A
jusqu’a ce que tu dormes
23
Q
water zonder koolzuur
plat water
A
de l’eau plate
24
Q
een korstje
A
une croûte
25
ijs
de la glace
26
warmte
la chaleur
27
het zonnebad
le bain de soleil
28
een voeding
une alimentation
29
de behandelend arts
(huisarts)
le médecin traitant
30
vermijden
éviter
31
zijn neus snuiten
se moucher
32
overgeven
vomir
33
het is beter om...
il vaut mieux
34
zacht (door voeding)
mou
35
lauw
tiède
36
overmatig
excessif
37
binnen
à l'interieur
38
de long
le poumon
39
neusdruppels
des gouttes nasales
40
slijm
des glaires
41
een inlichting
un renseignement
42
houden
garder
43
hoesten
tousser
44
een beetje diarree hebben
faire un peu de diarrhee
45
een dagje langer
un jour de plus
46
zonder dank!
il n'y a pas de quoi!
47
de wonde
la plaie
48
omhoogdoen
opheffen (voor kleren)
oprichten
relever
49
onderzoeken
examiner
50
ontsmetten
désinfecter
51
prikken
piquer
52
ontstoken raken
s'infecter
53
het zal een beetje koud aanvoelen
ça va faire un peu froid
54
het was niet zo erg
ce n'etait pas si grave
