Ouders en kinderen Flashcards
(61 cards)
Benaderingen voor effect van ouder-kind relatie op socialisatie kind
- typologische aanpak
- dimenionele aanpak
- ouder-kind interactie
Typologische aanpak
Mensen indelen in typen
- vier belnagrijke verschillende typologieëm van opvoeding kunnen worden geidentificeerd
- gelijktijdig onderzoeken van meerdere opvoedingsdimensies
- macro-benaderingen MAAR hoe (welke micro-processen)?
4 Typologieën van opvoeding
- Baumrind
- autoritair (hoge controle, lage emotie)
- autoratief (hoge controle, hoge emotie)
- laissez-fair/afwezig (lage controle, lage emotie)
- permissief (lage controle, lage emotie)
Kritiek Baumrind’s typologische opvoeding
- geen onderscheidt tussen opvoedingsstijl en opvoedingspraktijken
- geeft uniderectioneel effect, maar is bidirectioneel
Opvoedingsstijl
Algemeen emotioneel klimaat van ouder-kind relatie
- beinvloedt aard van relatie die de opvoedpraktijken beinvloedt
- hangt af van doelen en waarde van ouders
Opvoedpraktijken
Specifiek gedrag gericht op het socialiseren van het kind
Dimensionele aanpak
- Steinberg
Opvoedingsstijlen: algemeen emotioneel klimaar van ouder-kind relatie
Opvoedingspraktijken: specifiek gedrag gericht op het socialiseren van het kind
- meer diepgaande foucis op verschillende opvoedingsdimensies
- zijn alle vormen van controle goed
Responsiviteit
Meer diepgaan focus op verschillende opvoedingsdimensies
- war, vriendelijk, affectief
- support, comfort, onvoorwaardelijke acceptaties
Controle van ouders
Gedragscontrole
Psychologische controle
Consequenties gedragscontrole vs. psychologische controle
Gedragscontrole van ouders
- duidelijke verwachtingen
- monitoring
- discipline/regels
Psychologische controle van ouders
- Voorwaardelijke liefde
- schuldgevoel oproepen
- voorwaardelijke aandacht
Consequenties gedragscontrole vs. psychologische controle
- gedragscontrole leidt tot minder externaliserende problemen
- psychologische controle leidt tot meer internaliserende problemen
Ouder kind interacties
Een beter begrip van de mechanismen
- affect-management vaardigheden
- aandachtregulatie
- cognitieve respresentaties
Affect-management vaardigheden
Vermogen om emoties te kunnen/mogen uiten, eroop te reageren en erover te praten
Ouder kind interacties kunnen affect-management vaardigheden vergroten door:
- emoties te uiten
- te reageren op emoties van kind
- emoties te bediscussiëren
–> encoderen en decoderen van sociale cues
Aandachtregulatie
Vermogen om prikkels te volgen, aandacht vast te houden en te verplaatsen
- volgehouden aandacht
- aandacht verplaatsen
- ontwikkeling van executieve aandacht
* 8-10 maanden vermogen om aandacht te richten
* 9-18 maanden aandacht wordt vrijwilliger
* 30 maanden verbetering in aandacht verplaatsen
Cognitieve representaties
De manier waarop ouders de wereld zien wordt overgenomen door het kind
- interne mentale respresentaties
- werkmodellen
- cognitieve scripts
Tripartite model
- parent child interaction
- parent as direct instructor
- parent as providor of opportunities
–> invloeden op peer competence
Wat zijn de basale psychologische behoeften
- competentie
- autonomie
- verbondenheid
- behoefte frustratie
–> self-determination theory
Competentie
Je competent voelen om een activiteit uit te voeren, om doelen te bereiken en om je vaardigheden te ontwikkelen
- focus op ontwikkeling en vaardigheden
- trial and error
- structuur en verwachtingen
- procesgerichtheid
Autonomie
Ervaren dat je jezelf mag zijn, vrij mag handelen, denken en voelen en dat je psychologische vrijheid hebt
-kind als ujitgangspunt
- intrinsieke waarden stimuleren
- negatieve emoties accepteren
- onvoorwaardelijke acceptatie
- input en dialoog aanmoedigen
Verbondenheid
Een warme, hechte en authentieke verbinding met andere ervaren, zorgen voor anderen en geliefd zijn
- behoefte vervulling
- liefde, zorg en oprechte steun
- aanwezigheid en betrokkenheid
- quality time
- warmte en sensitiviteit
Behoefte vervulling
Competentie, autonomie en verbondenheid leiden tot groei en welzijn
Behoefte frustratie
Inferieur voelen, gecontroleerd voelen en eenzaam voelen leiden tot mentale gezondheid problemen
- inferieur: niet competent
- eenzaam: niet verbonden
- gecontroleerd: niet autonoom
Behoefte ondersteunend opvoeden
- Competentie ondersteunend/structuur vs. chaotisch
- autonomie-ondersteunend vs. controlerend
- relatie ondersteunend/betrokken vs. afwijzing