Theorieën Flashcards
(21 cards)
Klassieke theorieën voor baby’s
- psychoanalytische theorie
- hechtingstheorie
- sociale leertheorie
- cognitieve ontwikkelingstheorie
- gedrag en genen theorie
- evolutionaire theorie
Psychoanalytische theorie
- baby
Bij babys domineert het ID, waardoor zij emotionele beperkingen hebben
- sociale interacties zijn pas later belangrijk
- peerrelaties zijn helemaal niet belangrijk voor de ontwikkeling
Hechtingtheorie
- baby
Baby’s zijn biologisch geprogrammeerd om relaties aan te gaan met hun primaire verzorgers een deze relatie vormt een basis voor latere relaties
- relaties met andere mensen en peers zijn nog niet belangrijk
Sociale leertheorie
- baby
Ouders zijn belangrijk in de ontwikkeling van sociale relaties, omdat zij via imitatie belangrijke sociale vaardigheden aan de baby leren
- peerrelaties zijn later pas belangrijk
Cognitieve ontwikkelingstheorie
- baby
Baby’s hebben cognitieve beperkingen waardoor zij nog geen peerrelaties kunnen aangaan
- pas wanneer kinderen verbale interacties aan kunnen gaan, verminderen deze cognitieve beperkingen wat peerrelaties mogelijk maakt
Gedrag en genen theorie
- baby
Baby’s hebben een aangeboren temperament dat de ontwikkeling beïnvloedt, en zowel ouders als peers hebben hier een kleine rol in
Evolutionaire theorie
- baby
Baby’s zijn biologisch gebouwd om naast primaire zorgverleners aandacht aan anderen te schenken
Sociaal emotionele selectiviteits theorie
Grootte van iemands netwerk hangt af van welke doelen die persoon heeft
- emotieregulatie doelen
- kennis doelen
Sociale konvooi theorie
Sociaal input model
Self determination theorie
Tripartite model
Direct effect model
Indirect effect model
Compensatie hypothese
Spillover hypothese
Social system theorie
Sociale leermodellen
Hechtingstheorie
Sociale leertheorie
- Bandura