Palliatieve behandeling van gemetastaseerd mammacarcinoom Flashcards

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klachten door metastasen

A
  • Algemeen: moe, malaise
  • Botmetastasen: pijn
  • Longmetastasen: dyspnoe
  • Huidmetastasen: bloeding, ontsteking
  • Levermetastasen: slechte eetlust, vol gevoel
  • Hersenmetastasen: neurologische uitval, insult, hoofdpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oligometastatische ziekte

A
  • 3 metastasen in max 2 verschillende plaatsen
  • onafh van locoregionaal recidief
  • heel zeldzaam
    Indien prognostisch gunstig: poging tot in opzet curatieve behandeling  systemische therapie icm optimale lokale therapie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Behandeling curatieve intentie

A

Lokaal zonder afstandsmetastasen, locoregionaal zonder afstandsmetastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

prognostische factoren op moment van diagnose gemetastaseerd

A
  • leeftijd: >70 jaar gunstig, <35 ongunstig
  • histologie
    gunstig: mucineus
    ongunstig: metaplastisch
  • ziektevrije interval > 5jaar gunstig, <2 jaar ongunstig
  • triple negatief mammacarcinoom is ongunstig
  • oestrogeenreceptor: ER+ is gunstig
  • Her2 receptor: op zichzelf ongunstig, door goede behandeling nu gunstig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Doel behandeling van op afstand gemetastaseerde ziekte

A

levensverlengend met kwaliteit van leven. Risico’s moeten lager zijn dan de te behalen winst. Toxiciteit moet beperkt blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HR+, Her2-

A

CTx en HTx

geen anti-her2 therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HR+, Her2+

A

CTx, HTx en anti Her2 therapie kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hr-, Her2+

A

CTx kan, Htx niet, anti her2 wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Triple negatief

A

alleen chemotherapie mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

systemische behandelingsmogelijkheden

A

o Chemotherapie: alle pte
o Anti-hormonale therapie: pt met HR+ tumoren
o Anti-Her2 therapie: pte met Her2+ tumpren
o Botversterkende medicatie: alle pte met botmetastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

lokale behandelingsmogelijkheden

A

o Radiotherapie: alle pte
o Chirurgie: alle pte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom voorkeur eerst anti-hormonale therapie bij gemetastaseerd BrC?

A
  • Effectiviteit is vergelijkbaar met chemotherapie.
  • Indien het effectief is houdt het effect langer aan.
  • Meestal minder bijwerkingen
  • Steeds delende tumoren kunnen ER verliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is uitzondering op anti-hormonale therapie bij gemetastaseerd BrC?

A

visceral crisis = als je veel levermetastasen of longmetastasen hebt > chemotherapie want effect snel zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom voorkeur systemische boven lokale therapie bij gemetastaseerd BrC?

A
  • Op afstand gemetastaseerde ziekte: via bloed en/of lymfebanen gedissemineerd
  • Zelden oligometastatisch (topje van ijsberg?)
  • Zelden alleen lokaal progressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Definitie hormoongevoelig mammacarcinoom

A
  • EU: meer dan 10% ER- of PR positieve cellen
  • VS: meer dan 1% ER of PR positieve cellen
    Hoe hoger %, hoe groter de kans op effectiviteit

incidentie hormoongevoelig bij 1e presentatie is 70%

17
Q

tamoxifen

A

Tamoxifen lijkt voor een deel op oestrogeen, gaat op ER zitten en blokkeert de receptor voor oestrogeen. Cel wordt niet aangezet tot deling. Er moet genoeg tamoxifen (endoxifen is metaboliet) geven. Dit betekent dat de dosering tamoxifen goed moet zijn om competitie met oestrogenen goed aan te kunnen.
- Drug monitoring nodig

18
Q

Aromataseremmer

A

Kan alleen postmenopauzaal gegeven worden, anders moeten eerst eierstokken verwijderd worden. wanneer dit niet gebeurt worden de oestrogeenspiegels heel hoog. Aromataseremmers remmen aromatase > oestrogeenspiegel daalt tot een niveau waarop de kankercel niet meer kan groeien.

19
Q

Waardoor kun je resistentie krijgen?

A
  • Farmacologisch (medicament bereikt kankercel niet)
    o (verminderde compliance)
    o Comedicatie (SSRI’s bij tamoxifen)
    o ‘’poor metaboliser’’ voor bijv tamoxifen (TDM nodig)
  • Verandering van tumorcellen
    o Opregulatie van alternatieve pathways
    o Verlies van ER/PR receptor expressie (tot 30%)
20
Q

Bijwerkingen selectieve oestrogeen receptor modulator (tamoxifen)

A

veneuze trombose, uterusproliferatie

21
Q

bijwerkingen aromataseremmers

A

gewrichtsklachten, haaruitval, botontkalking

22
Q

progestativa bijwerkingen

A

gewichtstoename, oedeem, trombose, acne, hoofdpijn (overgangsklachten heel erg versneld)

23
Q

GnRH agonist bijwerking

A

climateriele klachten

24
Q

Werking chemotherapie

A

Chemo geeft ook DNA schade in gezonde cellen  kunnen alles wel herstellen. DNA schade geeft wel bijwerkingen van chemo.

25
Q

Bijwerkingen chemo, korte termijn

A
  • Misselijkheid, braken  anti memetica
  • Haaruitval  coldcap, alleen bij M+
  • Beenmergremming (kortdurend)  groeifactoren (pegfilgastrim)
  • Slijmvliestoxiciteit: pijnlijke mond, diarree
  • Menstruatiestoornissen (uitval eierstokken)  GnRH agonist
  • Vermoeidheid  lichamelijke activiteit
26
Q
A
26
Q

Bijwerkingen chemo, zeldzaam

A
  • Zenuwbaantoxiciteit (taxanen)
  • Huid- en nageltoxiciteit (taxanen)
  • Pompfuntiestoornis hart (anthracyclines)
  • Vochtretentie (taxanen)
27
Q

Hoe kun je bijwerkingen bij chemo beperken?

A

targeted therapy > trastuzumab en PARP remmers

28
Q

Her2 positief mammacarcinoom

A

Prognostisch ongunstig, maar tegenwoordig goed door goede middelen. Her2 zit in weinig gezonde cellen dus sparing van gezonde weefsels bij behandeling. Voorbeeld: trastuzumab en lapatinib.

29
Q

Ondersteunende therapie

A

Botversterkers geven. Tumor produceert vaak stoffen die osteoblasten remmen en clasten stimuleren.
- Bisfosfanaten doorbreken dit
- RANK ligand remmers verminderen activatie osteoclasten

30
Q
A