Toetsen van hypothesen Flashcards

1
Q

Verdeling van steekproefgemiddelden

A
  1. Als individuele scores in de populatie normaal verdeeld zijn: normaal verdeeld (ook bij kleine n).
  2. Als individuele scores in de populatie NIET normaal verdeeld zijn, steekproefgrootte is redelijk groot (n>30): bij benadering normaal verdeeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe toets je in algemeen?

A
  1. Formuleer de nulhypothese H0
  2. Verzamel gegevens
  3. Bereken de toetsingsgrootheid
  4. Beoordeel de waarde van de toetsingsgrootheid: is deze waarde aannemelijk als H0 waar is? Hoe aannemelijk, dat is de P-waarde.
    a. Als P-waarde groter is dan 0,05: H0 behouden.
    b. Als P < 0,05: H0 verwerpen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Z/T toets
A

gemiddelden tussen 2 groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

F-toets

A

bij 3 of meer variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

U

A

als iets niet normaal verdeeld is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

X2

A

bij norminale variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

R (correlatie)

A

kijk naar verbanden tussen variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

type 1 fout

A

nulhypothese verwerpen als deze in werkelijkheid correct is
o Alpha = kans op het maken van een type 1 fout
o Alpha = P (H0 verwerpen| H0 waar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Type 2 fout

A

nulhypothese niet verwerpen als deze in werkelijkheid NIET correct is.
o Beta = kans op het maken van een type 2 fout
o Beta = P(H0 behouden | H0 niet waar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

power

A

1-beta (kans op maken type 2 fout) > is vaak 80%

ook wel onderscheidings-/verwerpingsvermogen genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

meta-analyse

A

Bestaat uit het middelen van de resultaten van verschillende onderzoeken. Er kan hierbij een dichotome uitkomst zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Effectmaten

A
  • Riskdifference
  • Risk ratio
  • Odds ratio
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kun je resultaten poolen?

A

In een forest plot
Op het moment dat het gepoolde effect volledig aan één zijde van de 1 of de 0 ligt, kan de nulhypothese verworpen worden. in een forrest plot wordt vaak ook een weging gegeven aan de studies, afhankelijk van de grootte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fixed model

A

variatie in uitkomsten komt alleen door steekproefvariatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Random model

A

verschillen kunnne ook ontstaan door verschillende onderzochte populaties, definities van ziektes etc.

wordt toegepast om verschillen na te gaan TUSSEN studies

heeft een groter BI dan fixed, maar is eerlijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

heterogeniteit

A

de variatie tussen de verschillende studies kan met een subgroepanalyse en meta-regressie opgespoord worden.
- Meta-regressie: ordenen op onderliggend risico

17
Q
A