Prostaatkanker Flashcards

1
Q

Wat doet de prostaat?

A

Eiwit (PSA) maakt ejactulaat meer vloeibaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zit prostaat?

A

Prostaat zit tussen de blaas en plasbuis.
- Apex: urethrazijde van de prostaat
- Basis: blaaszijde van de prostaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Top 3 prostaat aandoeningen

A
  • Benigne prostaat hyperplasie
  • Prostatitis
  • Prostaatcarcinoom: geeft zelden klachten
    Kunnen alle 3 wel verhoging van PSA geven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt prostaatca ontdekt?

A
  • <10% symptomatisch
  • Helft bij toeval: mictieklachten
  • Helft door screening/checkups
    De kans dat iemand prostaatkanker heeft in procenten, is de leeftijd -10.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Screening

A
  • Eerder ontdekken = eerder patient
  • Eerder behandelen = eerder en langer bijwerkingen
  • Niet-agressieve pca zullen vrijwel nooit klachten gaan geven
  • Agressieve pca komen best vaak terug ondanks behandeling
  • En toch is de kans op genezing groter als je behandelt in een beperkter ziektestadium!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe spoor je prostaatca op?

A
  • PSA meten in bloed.
  • Rectaal toucher: voelen aan prostaat, voor patiënt minder prettig
  • Transrectale echo: als iemand een grotere PSA heeft mag PSA ook hoger zijn. We willen dus ook volume van prostaat weten
  • Prostaatbiopten: om diagnose kanker te stellen. Indicaties zijn:
    o Kans op PCA 12,5-20%
    o Kans op agressieve tumor 4-7%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stadiërende scans

A
  • Laag risico: geen aanvullende scans, te kleine kans metastasen
  • Verhoogde kans op metastasen bij:
    o PSA > 20
    o Gleason >4+3
    o Stadium T3 of hoger
  • Intraductale of cribriforme groei
  • Op basis van een rekenmodel/nomogram
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

traditionele scans voor aantonen/uitsluiten meta’s

A
  • Botscan
  • CT thorax, abdomen
  • MRI (bij verdenking neurogene schade, bijv. dreigende dwarslaesie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke scan sinds 2020 meest toegepast bij nieuwe diagnose high risk pca?

A

PSMA PET CT, ook bij recidief wordt deze gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is prostaatanalyse zinvol?

A

alleen als lange termijn strategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Moet je behandelen?

A

Uitstel van behandeling geeft stress, maar alle behandelingen geven bijwerkingen.
- Erectiele dysfunctie (impotentie)
- Stress incontinentie
- Urgeklachten
- Radiatie procitis/cystitis
- Fistels
- Mortaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

watchful waiting

A

geen curatieve behandeling, uitstel van palliatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

actieve surveillance

A

uitstel van curatieve behandeling tot progressie
o Gleason 3+3/3+4
o PSA <15
o T1-T2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Curatieve opties

A
  • Radiotherapie
    o External beam (EBRT, VMAT, MRI-Linac)
     T3 of Gleason 8 of hoger: met hormoontherapie
    o Brachytherapie (LDR jodium zaadjes, HDR Iridium)
    o Stereotactie (cyberknife)
  • Radicale prostatectomie
    o Open chirurgie
    o Laparoscopisch (robot)
  • Andere fysische methoden
    o HIFU (high intensity focal ultrasonography)
    o Cryotherapie
    o Protonen
    o IRE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uitwendige bestraling

A

Traditioneel 39x!
- 2015: hyprostudie 19x
- 2020: soms 7x
Hoeft nu minder, omdat het preciezer is
Bij high risk: combinatie met tijdelijke hormoontherapie (ADT).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Inwendige bestraling

A
  • BrachyLDR: jodium
  • brachyHDR: iridium
    iridium heeft voorkeur, want dosis kan nog aangepast worden
17
Q

stap 1 van palliatie

A

ADT
- chemische castratie: anti-androgenen, LHRH agonist/antagonist
- operatieve castratie

18
Q

ADT

A

androgeen deprivate therapie

19
Q

ADT werking

A

palliatief;
- Uitschakelen testosteron remt de tumor
- Werkt gemiddeld 18 maanden (hoe lager Gleason, hoe langer)
- Echter veel bijwerkingen
- Ietsjes langer leven bij vroege start
- Symptomatische metastasen: klachten zullen verdwijnen

20
Q

Chemo-hormonale therapie

A

bij veel metastasen; Docetaxel 6 kuren direct na starten LHRH agonist. Bij veel botmetastasen (hoogvolume) en/of viscerale metastasen.
- 13-17 maanden OS benefit tov alleen ADT
- Alternatief: abiraterone + ADT

21
Q

castratieresistentie

A

PSA stijgt weer ondanks laag testosteron, 3 metingen, 25% toename. Mogelijkheden:
- Enzalutamide (anti-androgeen)
- Abiraterone (CYP17-remmer bijnier cascade cholesterol naar testosteron)
- Docetaxel

als dat uitwerkt: cabazitaxel, radium-223, olaparib, radioligand therapie

22
Q

Gleason score

A

Twee getallen, eerste geeft het meest voorkomende groeipatroon aan, met het 2e getal wordt het andere groeipatroon aanegegeven die ook gezien wordt maar minder.

23
Q

Subcategorien vanaf Gleason 7

A

cribriforme groei en intraductale groei

24
Q

Voordelen PSA screening

A

vermindert de kans op sterfte, vermindert het risico op gemetastaseerde ziekte

25
Q

Risicofactoren voor agressieve tumoren

A
  • Gleason score
  • Hoogte PSA
  • stadium T2, T3, T4
  • aantal positieve biopten
  • aantal milimeter tumor
  • secundaire groeipatronen
26
Q
A