Studietaak 5 Flashcards

(16 cards)

1
Q

2 cognitieve instrumenten om tot nieuwe kennis te komen

A
  • observeren
  • redeneren

Deze instrumenten staan binnen de epistemologie centraal bij 2 klassieke stromingen; empirisme en rationalisme. Moderne wetenschap is een combinatie van beide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inductieve methode

A

(Aristoteles) methode die vanuit beperkt aantal observaties tot algemene uitspraken over de wereld komen.

centraal idee; bij voldoende observaties kunnen regelmatigheden en wetmatigheden over de wereld worden vastgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Inductieve generalisatie

A

op basis van een beperkt aantal waarnemingen een algemene uitspraak over de werkelijkheid doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Correlatie

A

wanneer gebeurtenis (P) vaker optreedt in combinatie met een andere gebeurtenis (Q), dan zonder deze (niet Q), dan bestaat er een correlatie tussen de twee gebeurtenissen P en Q.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2 kritiekpunten op inductieve methode

A
  • logische zwakte in inductieve redeneringen
    Hume = inductieprobleem; vraag hoeveel observaties er nodig zijn om een uitspraak te rechtvaardigen over het bestaan van een wetmatigheid
  • enkel op basis van obsereerbare zaken inducties maken naar algemene uitspraken (mentale gebeurtenissen of vermogens zijn niet observeerbare fenomenen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hypothetische deductieve methode

A

een uitbreiding van de inductieve methode, maar startpunt is een hypothese en rationalisme is het uitgangspunt. 3 fases;
1 opstelling van verklarende hypothese
2 formuleren van voorspelling (als-en-dan schema)
3 verzamelen van observaties om de voorspelling te beoordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Semmelweis & Hempel over voorspelling

A

idee dat we een hypothese kunnen ondersteunen door te onderzoeken of voorspellingen te bevestigen zijn met onderzoeksgegevens (als-dan-daarom schema)

2 redenen waarom ondersteunende hypothese nog geen waarheid is;
- geen volledige verklaring
- niet verstandig om generalisatie op 1 onderzoek te baseren (replicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Replicatie

A

het herhalen van een onderzoek om meer zekerheid te verkrijgen over de bevindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wetenschappelijke theorie

A

een set van gerelateerde beweringen en de theorie biedt verklaringen voor observeerbare fenomenen en/of wet- en regelmatigheden in de wereld.

overeenkomst tussen verklarende hypothese en wetenschappelijke theorie; hetdoel hebben om het voorkomen van bepaalde gebeurtenissen te verklaren

2 verschillen tussen verklarende hypothese en wetenschappelijke theorie
1 reikwijdte
2 theorie is opgebouwd uit verschillende en samenhangende uitspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hypothetische deductieve confirmatie methode

A

methode waarbij de onderzoeker op zoek gaat naar empirische bevindingen die stroken met een hypothese om zo de hypothese te ondersteunen; een ketenredenering van hypothese naar voorspelling naar evidentie

kritiek; alsnog inductieprobleem
kritiek popper; methode was een bevestigen-van-het-gevolg redenering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Falsificatiemethode

A

methode waarbij de onderzoeker op zoek gaat naar empirische bevindingen die in tegenspraak zijn met een hypothese om zo te proberen de hypothese te weerleggen

kritiek; fundamenteel probleem. onderzoek levert zelden falsificator op. kan zijn vanwege problemen in de gehanteerde onderzoeksmethode;
- onbetrouwbare meting
- niet-valide meting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gecombineerde Hypothetische deductieve methode

A

het is van belang dat wetenschappers een theorie onderzoeken met zowel de confirmatie als falsificatie methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 manieren waarop een voorspelling geen goede toets kan zijn voor een hypothese of theorie (GHD-m)

A

1 voorzichtig voorspelling (aspecifiek)
een voorspelling die een dusdanige hoge waarschijnlijkheid heeft om uit te komen dat de bevestiging ervan weinig zegt over het waarheidsgehalte van de theorie of hypothese

2 gedurfde voorspelling (te specifiek)
een voorspelling die een dusdanige lage waarschijnlijkheid heeft om uit te komen dat de bevestiging ervan informatief is over het waarheidsgehalte van de theorie of hypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verisimilitude (popper)

A

het belang dat je tijdens het beoordelen van een theorie of hypothese, niet zwart-wit denkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 soorten als-dan redeneringen

A

Deductief
- Modus ponens (als p dan q; p, q)
- Modus tollens (als p, dan q; niet-q, niet-p)

Ongeldig
- Bevestigen consequent (als p, dan q; q, p)
- Ontkennen antecedent (als P, dan q; niet-p, niet-q)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Data gedreven onderzoek

A

Onderzoek waarbij het verzamelen van data het uitgangspunt is van het onderzoek

doel kan zijn om op basis van data nieuwe hypothese te formuleren of om relaties tussen bepaalde variabelen te verkennen.