Taalvariatie Flashcards
(13 cards)
Taalvariatie
Algemeen aanvaarde, correcte taal voor formele situaties.
tussentaal
Informele spreektaal tussen dialect en standaardtaal in.
dialect
Streekgebonden taalvariant met eigen uitspraak en woordenschat.
formeel
Zakelijk, volgens de regels.
informeel
Los, vriendschappelijk, voor privésituaties.
Taalvariëteit
Een specifieke vorm van een taal (bv. standaardtaal, dialect, tussentaal).
Standaardtaal
De officiële, algemeen aanvaarde vorm van het Nederlands (ook AN genoemd).
Algemeen Nederlands (AN)
De standaardtaal van Nederland en Vlaanderen; formeel en correct taalgebruik.
Sociale afstand
De mate waarin mensen zich verbonden of juist vreemd voelen tegenover elkaar.
Stadhuistaal
(Ironisch) Overdreven formele of stijve standaardtaal, vaak als onnatuurlijk ervaren.
Verbuiging
Aanpassing van lidwoorden of voornaamwoorden (vb. ne jongen, zijnen auto).
Verkleinwoorden op –ke
Typisch voor tussentaal (vb. potteke, bloemeke).
Eindmedeklinker weglaten
Kenmerk van tussentaal (vb. altij’, iet’, goe’).