Woordenschatlijst Onomastiek Flashcards
(25 cards)
Onomastiek
De studie van eigennamen (voor- en familienamen).
Antroponymie
Studie van persoonsnamen.
Toponymie
Studie van plaatsnamen.
Metroniem
Naam afgeleid van de moeder.
Patroniem
Naam afgeleid van de vader.
Sociaal gemarkeerde namen
Namen die iets verraden over de sociale klasse van de ouders.
Vernoeming
Een naam krijgen naar een familielid.
Nomen est omen
Latijns voor “de naam is een voorteken”.
Self-fulfilling prophecy
Een voorspelling die uitkomt omdat mensen zich ernaar gaan gedragen.
Germaanse naam
Oud-Germaanse naam met een wens of eigenschap. Vaak tweedelig.
Heiligennamen
Namen afkomstig van een katholieke heilige.
Bijbelse naam
Namen uit de Bijbel.
Klassieke Oudheid
Namen uit de Grieks-Romeinse tijd.
Familienaam
Achternaam, vaak afgeleid van beroep, plaats of eigenschap.
Verwantschapsnaam
Familienaam gebaseerd op familieband (vader, moeder, etc.).
Geografische naam
Familienaam gebaseerd op een plaats of landschapselement.
Beroepsnaam
Familienaam gebaseerd op een beroep of functie.
Eigenschapsnaam
Familienaam gebaseerd op karakter of uiterlijk.
Vondeling
Kind dat door de ouders is achtergelaten.
Unieke naam
Naam die zeer zeldzaam of zelf verzonnen is.
Populaire naam
Naam die vaak voorkomt in een bepaalde periode.
Statusnaam / ‘dure’ naam
Naam die sociaal hoger ingeschat wordt.
‘Goedkope’ naam
Naam die sociaal lager ingeschat wordt.
Gendergecodeerde naam
Naam die typisch vrouwelijk of mannelijk klinkt en zo ook behandeld wordt.