Woordenschatlijst Onomastiek Flashcards

(25 cards)

1
Q

Onomastiek

A

De studie van eigennamen (voor- en familienamen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Antroponymie

A

Studie van persoonsnamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Toponymie

A

Studie van plaatsnamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Metroniem

A

Naam afgeleid van de moeder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Patroniem

A

Naam afgeleid van de vader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociaal gemarkeerde namen

A

Namen die iets verraden over de sociale klasse van de ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vernoeming

A

Een naam krijgen naar een familielid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nomen est omen

A

Latijns voor “de naam is een voorteken”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Self-fulfilling prophecy

A

Een voorspelling die uitkomt omdat mensen zich ernaar gaan gedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Germaanse naam

A

Oud-Germaanse naam met een wens of eigenschap. Vaak tweedelig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Heiligennamen

A

Namen afkomstig van een katholieke heilige.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bijbelse naam

A

Namen uit de Bijbel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Klassieke Oudheid

A

Namen uit de Grieks-Romeinse tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Familienaam

A

Achternaam, vaak afgeleid van beroep, plaats of eigenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verwantschapsnaam

A

Familienaam gebaseerd op familieband (vader, moeder, etc.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geografische naam

A

Familienaam gebaseerd op een plaats of landschapselement.

17
Q

Beroepsnaam

A

Familienaam gebaseerd op een beroep of functie.

18
Q

Eigenschapsnaam

A

Familienaam gebaseerd op karakter of uiterlijk.

19
Q

Vondeling

A

Kind dat door de ouders is achtergelaten.

20
Q

Unieke naam

A

Naam die zeer zeldzaam of zelf verzonnen is.

21
Q

Populaire naam

A

Naam die vaak voorkomt in een bepaalde periode.

22
Q

Statusnaam / ‘dure’ naam

A

Naam die sociaal hoger ingeschat wordt.

23
Q

‘Goedkope’ naam

A

Naam die sociaal lager ingeschat wordt.

24
Q

Gendergecodeerde naam

A

Naam die typisch vrouwelijk of mannelijk klinkt en zo ook behandeld wordt.

25
Cornell-methode
Samenvattingsmethode in een tabel met sleutelwoorden, aantekeningen en samenvatting.