Tabellen en grafieken Flashcards
(28 cards)
Cognitieve ontwikkeling
Het proces waarbij iemand leert, denkt, onthoudt en informatie verwerkt.
Grammatica
De regels van een taal voor het vormen van correcte zinnen.
Taalverwerving
Het proces waarbij iemand een taal leert, vooral op jonge leeftijd.
Motorische ontwikkeling
De groei in de beheersing van lichaamsbewegingen, zoals kruipen of fijne handbewegingen.
Kritische periode
Een gevoelige tijd in de ontwikkeling waarin bepaalde vaardigheden, zoals taal, het makkelijkst worden geleerd.
Spraaktaalontwikkeling
De groei in het vermogen om te praten en taal te begrijpen en gebruiken.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Het leren omgaan met je eigen gevoelens en die van anderen.
Moedertaal
De eerste taal die iemand leert in zijn of haar kindertijd.
Correlatie
Een verband tussen twee zaken waarbij ze vaak samen veranderen, zonder dat het ene het andere veroorzaakt.
Misleidende grafieken
Grafieken die expres zo worden opgesteld dat ze een vertekend beeld geven.
Staafdiagram
Grafiek met staven (balken) die gegevens visueel weergeven.
Cirkeldiagram
Ronde grafiek die verdelingen of percentages toont.
Spreidingsdiagram
Grafiek die de relatie tussen twee variabelen toont met punten.
Beeldgrafiek
Een grafiek die afbeeldingen of symbolen gebruikt om gegevens visueel weer te geven.
Y-as
De verticale as in een grafiek waarop waarden worden uitgezet.
X-as
De horizontale as in een grafiek waarop tijd of categorieën staan.
Reikwijdte van de grafiek
Het bereik van de waarden dat wordt weergegeven in de grafiek.
Vertekening van de werkelijkheid
Een onjuiste weergave waardoor de data misleidend overkomt.
Grafiekgebied
Het deel van de grafiek waar de gegevens worden getoond.
Inzoomen
Een klein deel van de gegevens vergroten waardoor het belangrijker lijkt.
Uitgerekt / samengedrukt
Visuele aanpassing waardoor de grafiek hoger of breder lijkt dan in werkelijkheid.
Staven (in een grafiek)
Verticale of horizontale balken die een waarde voorstellen (in een staafdiagram).
Taartdiagram
Een ronde grafiek die onderdelen als stukken van een taart (percentage) weergeeft.
Taart is geen 100%
Wanneer de totale som van de taartstukken niet optelt tot 100%, klopt de voorstelling niet.