tacitus personele leven Flashcards
(21 cards)
Tot welk historiografisch kader keert Tacitus terug?
Naar het oude kader van de annalisten.
Hoe doorbreekt Tacitus het kader van de annalisten?
Door oorzakelijke verbanden te leggen tussen feiten.
Naar wat streeft Tacitus schijnbaar bij het zoeken naar bronnen?
Naar objectiviteit.
Wat doet Tacitus met verschillende bronnen?
Hij vermeldt, vergelijkt en laat het oordeel soms aan de lezer.
Wat is een voorbeeld van Tacitus’ streven naar betrouwbaarheid?
Brief aan Plinius over de uitbarsting van de Vesuvius in 79.
Wat onderzoekt Tacitus psychologisch?
Het ‘waarom’ van daden en gebeurtenissen in het menselijk hart.
Wat betekent ‘sine ira et studio’ bij Tacitus?
‘Zonder woede of vooringenomenheid’, maar hij is moralist.
Wat is Tacitus’ visie op de geschiedenis van de 1e eeuw?
Als een voortdurende aanslag op recht en moraal.
Welk stijlmiddel gebruikt Tacitus tegen onrecht?
Sarcasme.
Wat zegt Tacitus over het begin van Tiberius’ regering?
‘Primum facinus novi principatus fuit Postumi Agrippae’.
Welk gevoel overheerst in Tacitus’ visie op mens en geschiedenis?
Een pessimistische visie.
Hoe stelt Tacitus de geschiedenis voor in zijn werk?
Als een aaneenschakeling van drama’s.
Wat typeert de structuur van Tacitus’ werk?
Een reeks van close-ups en portretten.
Welke werkwoordsvormen gebruikt Tacitus graag voor beschrijvingen?
Historische infinitieven, imperfecta, participia praesentia.
Hoe noemt Racine Tacitus?
‘Le plus grand peintre de l’antiquité’.
Welke belangrijke evolutie krijgt bij Tacitus weinig aandacht?
De sociaal-economische evolutie als motor van gebeurtenissen.
Wat is ‘breviloquential’ bij Tacitus?
Bondigheid en gedrongen stijl.
Welke stijlmiddelen gebruikt Tacitus in zijn bondige stijl?
Losse ablatieven, participia, infinitieven, ellipsen, asyndeta.
Hoe is Tacitus’ zinsbouw opgebouwd?
Onperiodisch met suggestieve kracht.
Waarom gebruikt Tacitus geen periodenbouw?
Om niet te snel de afloop te verraden.
Wat verkiest Tacitus op vlak van vocabularium?
Abstract boven concreet, simplex boven compositum, poëtisch, archaïsch, eigen neologismen.