Unidad 8 Flashcards
(116 cards)
1
Q
la basura
A
het afval / het vuilnis
2
Q
el cajero automático
A
de geldautomaat
3
Q
el centro comercial
A
het winkelcentrum
4
Q
el contenedor de basura
A
de afvalcontainer
5
Q
la parada de autobús
A
de bushalte
6
Q
el párking
A
de parkeergarage / de parkeerplaats
7
Q
el teléfono público
A
de telefooncel
8
Q
la zona peatonal
A
het voetgangersgebied
9
Q
la iglesia
A
de kerk
10
Q
en las afueras
A
in de buitenwijken / in de omgeving
11
Q
básico / básica
A
basis
12
Q
burgués / burguesa
A
burgerlijk
13
Q
el cementerio
A
de begraafplaats
14
Q
cuadrado / cuadrada
A
vierkant
15
Q
el edificio
A
het gebouw
16
Q
el espacio
A
de ruimte
17
Q
especialmente
A
in het bijzonder
18
Q
formar
A
vormen
19
Q
el hospital
A
het ziekenhuis
20
Q
la planta
A
de etage / de verdieping
21
Q
recto / recta
A
recht
22
Q
el ruido
A
het lawaai
23
Q
el servicio
A
de dienst
24
Q
el tráfico
A
het verkeer
25
tranquillo / tranquilla
rustig
26
la zona verde
de groenvoorziening
27
la altura
de hoogte
28
el árbol
de boom
29
la clase
de klasse
30
crear
creëren
31
la contaminación
de vervuiling
32
la diferencia
het onderscheid
33
la dirección
het adres / de richting
34
edificado / edificada
bebouwd
35
extenderse
zich uitstrekken
36
fuera
buiten
37
infinitamente
oneindig
38
interior
binnen
39
la isla
het eiland
40
el jardín
de tuin
41
el lado
de kant / de zijde
42
el límite
de grens
43
necesario / necesaria
noodzakelijk
44
permitir
toestaan
45
el piso
de woning / het appartement
46
el plan
het plan / het ontwerp
47
el sol
de zon
48
en total
in totaal
49
el uso
het gebruik
50
el vecino / la vecina
de buurman / de buurvrouw / de inwoner / de inwoonster
51
ya que
aangezien
52
el centro
het centrum
53
estar bien/mal comunicado
goede/slechte verbindingen hebben
54
estrecho / estrecha
smal
55
ruidoso / ruidosa
lawaaiig
56
el ambiente
de sfeer
57
antiguo / antigua
oud
58
por aquí
hier in de buurt
59
a la derecha
naar rechts
60
la farmacia
de apotheek
61
a la izquierda
naar links
62
justo
precies
63
al lado de
naast
64
todo recto
steeds rechtdoor
65
a ver
eens kijken
66
la avenida
de laan
67
a pie
te voet
68
el acceso
de toegang
69
en la actualidad
tegenwoordig
70
antiguamente
vroeger / eens
71
el bosque
het bos
72
el corazón
het hart
73
la heladería
de ijssalon
74
oír
horen
75
el pasado
het verleden
76
el pasaje
de passage
77
la placita
het pleintje
78
la planta
de plant
79
el presente
het heden
80
reunirse
samenkomen
81
la zona residencial
het woongebied
82
la piscina
het zwembad
83
el alquiler
de huur
84
ancho / ancha
breed
85
la bicicleta
de fiets
86
la carta
de kaart
87
céntrico / céntrica
centraal gelegen
88
la comodidad
de voorziening
89
construido / construida
gebouwd
90
el empresario / la empresaria
de ondernemer / de onderneemster
91
enorme
reusachtig
92
el este
het oosten
93
el extranjero / la extranjera
de buitenlander / de buitenlandse
94
el norte
het noorden
95
la oferta
het aanbod
96
el primo / la prima
de neef / de nicht
97
situado / situada
gelegen
98
el acento
het accent
99
adaptado / adaptada
aangepast
100
agrupado / agrupada
samen
101
animadamente
levendig
102
así que
zodat
103
captar
opvangen
104
charlar
kletsen
105
conversar
praten
106
cubierto / cubierta
bedekt
107
el dato
het gegeven
108
delicioso / deliciosa
heerlijk
109
estar fumando
aan het roken zijn
110
el gusto
de smaak
111
el país de origen
het land van herkomst
112
el poder
de macht
113
estar presente
aanwezig zijn
114
respirar
ademen
115
suficiente
genoeg
116
únicamente
enkel / alleen
